Zoektocht

Deze ochtend gaan zoeken naar mijn sleutel. In principe zijn er niet zoveel plaatsen waar ik mijn sleutelbos uithaal. Het zijn wel lastige plaatsen om hem terug te vinden.

Plaats 1 is thuis en daar heb ik hem dus niet gevonden. Plaats 2, de fietsrekken op het werk, heb ik gisteren laten controleren door mijn collega. Plaats 3 is het station hier in Gent, Sint-Pieters, waar ik deze ochtend rondgetuurd heb.

Het ‘geluk’ was dat ik deze week mijn fiets enkel geparkeerd had onder de brug. Wel op drie verschillende plaatsen, maar zo lang is die tunnel nu ook weer niet. En dus ben ik deze morgen twee keer over en weer gegaan turend tussen de fietsen of ik nergens een sleutel op de grond zag liggen. Jammer genoeg geen geluk gehad. Dan maar achtereenvolgens naar de dienst verloren voorwerpen, de politie en het kot van De Lijn met de vraag of niemand een autosleutel had binnengebracht, maar ook hier geen geluk.

Volgende week is het station van Brugge aan de beurt, ook gekend als plaats 4.

’t Is nu dat verdriet

Om 15u stonden we vertrekkensklaar: voetbaltraining voor Jan. Het is een 10minuutjes rijden, dus we waren mooi op tijd. Dus ging Zelie al naar de auto … en vroeg waar de autosleutels waren.

Ik trok mijn wenkbrauwen op, want de autosleutel hangt bij de sleutel van de voordeur die aan de voordeur zelf hangt. Hoe kon ze daar nu naastkijken? Maar wat bleek. Aan de hele sleutelbos geen autosleutel te bekennen. Hij is eraf gevallen. Eénvan de ringen waaraan de sleutels hangen sluit niet meer mooi en blijkbaar is de autosleutel tijdens al het gewring met de sleutelbos (daar hangen ook de sleutels van mijn fietssloten aan, deze van mijn bureau, van Jan zijn fietsslot) de laatste dagen ertussen geraakt en er dus afgevallen.

Kwijt! Weg! Miserie dus. Wanneer en waar, God mag het weten want ik heb de auto niet meer gebruikt sinds zondag. Toch nog eens de fietstassen binnenstebuiten gekeerd net zoals de zakken van mijn jas. Voordeel dat nu alle vuiligheid en niet-meer-nuttige papiertjes eruit zijn, maar tussen al dat gekuis en geruim was er dus geen autosleutel te vinden. Ook mijn collega gebeld of zij op het werk eens kon kijken tussen de fietsrekken daar, maar niets gevonden.

Morgen aan het station nog eens goed zoeken tussen de rekken en ondertussen de garage gebeld om een dubbel te laten maken: zelfs als ik hem zou terugvinden, dan nog is een dubbel handig om in huis te hebben, nietwaar.

Waar mijn reservesleutel is? Wel, het is mijn reservesleutel die nu kwijt is want een aantal jaar geleden is mijn handtas gestolen geweest mét sleutelbos en dus ook de andere autosleutel.

Geen auto dus voor de komende dagen, wat niet zo handig is want zaterdag zijn er de activiteiten en er moeten ook boodschappen gedaan worden wegens dat we zaterdagavond volk hebben. Inmiddels mijn schoonmoeder gebeld en eens gehoord in welke mate zij ons kan helpen en gelukkig kan zij. Maar zo afhankelijk zijn is toch ook niet alles.

Dat ze mij dus maar rap bellen van de garage dat de nieuwe sleutel toegekomen is.

Afspraakje Antwerpen

Deze middag was ik om 14u afgesproken in Antwerpen/Berchem. Ik had het adres, kende de route, Berchem ligt zo’n 35 minuten rijden (met de auto) van hier, dus vertrok ik mooi op tijd om 13u20 en stond ik een tweetal minuten voor afspraak ter plekke. Geen enkel probleem.

Een uur nadat ik via de Kennedytunnel de Antwerpse ring opreed, reed ik de ring ook weer af en raadt mijn verbazing toen ik het verkeer zag komende van de andere kant: het stuk dat over de E17 ging met het verkeer komende van Brugge stond vol stilstaand verkeer en ook de voertuigen komende van Gent stonden stil tot kilometers voor Antwerpen.

In plaats van 5 minuten chanse, 50 minuten chanse want voor hetzelfde geld was die file een uur eerder begonnen en stond ik daarin, in plaats van ernaar te kijken.

2 x goed nieuws

Vandaag de kindjes aan school afgezet met de wagen. ‘Auto?’ hoor ik jullie denken. ‘Ge moet zot zijn met zo’n mooi weer’, maar dat ben ik écht niet hoor. Allez, eigenlijk wel een beetje, maar dat heeft niets te maken met dat ik daarom de kinderen met de auto afgezet heb deze ochtend.

Er waren twee redenen om dat te doen. De eerste, én belangrijkste, is Jan. Hij is deze nacht wakker geworden met ongelooflijk veel pijn in zijn knie. Hij kon zijn beentje niet meer strekken van de zeer en geplooid houden was blijkbaar ook niet echt een optie. Het heeft toch zeker twee uur geduurd eer we hem weer in slaap kregen … in ons bed. Deze ochtend leek het beter, maar af en toe kreeg hij nog een serieuse opstoot en dus maar besloten om zijn knie vandaag rust te gunnen en dus de kinderen met de auto te brengen.

De tweede reden heet ‘schouwing’. ’t Is weer die tijd van het jaar en een paar weken geleden vond ik dan de mooie groene kaart in de brievenbus om de auto te laten keuren en dat moest voor 8 april gebeuren. De weken sinds de uitnodiging heb ik afspraak gemaakt met de garage voor een onderhoud en nazicht (en herstel). Dat is dan uiteindelijk vorige week kunnen gebeuren. Volgende week is het Paasvakantie en ben ik ofwel aan het werk, ofwel zijn de kinderen thuis, dus vandaag was de ideale dag om dat te doen.

Gisteren was het plan nog om de kinderen met de fiets naar school te brengen, terug naar huis te rijden, wagen ophalen en laten keuren. Vandaag dus in één ruk doorgereden van kinderen afzetten naar de keuring.

Op (amper?) anderhalf uur stond ik weer buiten. De rij wachtenden viel dus mee en de controle ging vlot. Deze keer hebben ze zelfs een relatief grondig oog geworpen op de kinderzitjes. Bizar want ik weet niet of dat uit curiositeit was of of ze dat moeten doen. Maar dus alles in orde en ik heb weer een groene kaart voor het komende jaar. Eerste goed nieuws dus want ik maak mij daar toch altijd een beetje zenuwachtig in.

Voor mij was dat eigenlijk het tweede goede nieuws. Want tijdens de wachttijd kreeg ik telefoon met het leuke nieuws dat ik mag terugkomen. Joepie! Op zich wil dat dus nog altijd niets zeggen, maar het is toch weer een kansje meer. Nog twee weken wachten, dat wel, maar die gaan zo voorbij vliegen want de vakantie ligt ertussen en met de kinderen thuis zal ik (gelukkig) niet veel tijd hebben om mij op voorhand op te jagen.

Pech

Gisterenavond met de auto de stad in: te weinig tijd, den anderen zijn fiets was kapot en we moesten aan de Zuid zijn dus de conclusie was rap getrokken. Parkeren aan de Zuid is ook niet evident, dus maar direct in de ondergrondse parkeergarage geparkeerd. Vlakbij en een gemak.

Wij naar het evenement en dan een hapje gaan eten in goed gezelschap en dan naar de cinema. Het is niet ver tussen de eetplaats en de cinema en dus gingen we wandelen. De wagen stond veilig gepakereerd en in de buurt van de cinema een parkeerplaats vinden is ook niet altijd evident.

Rond 1u15 waren we terug en wat bleek: de ondergrondse garage was hermetisch afgesloten. Blijkbaar is het geen garage die 24u/24u open is, maar dat had ik niet gezien bij het parkeren. Nooit aan gedacht en dus ook niet op gelet. We waren net 15min te laat.

We hebben dan maar een taxi naar huis genomen en deze ochtend ben ik met de kinderen in de bus tot aan de Zuid gereden om daar dan de auto uit de garage te bevrijden.

Note to self: volgende keer de sluitingsuren van de parkeergarages controleren.

Houd de dief!

De camionette van de Vieze Gasten is vannacht gestolen aan de garage in Lovendegem. Ze is gemakkelijk te herkennen, want volgespoten met graffiti. Op de neus staat in spiegelschrift “de vieze gasten”. Nummerplaat: AHR 959
Moest iemand hem zien, verwittig dan aub!
Dat mag hier in de commentaren, of via mail (dan verwittig ik hen wel) of rechtsteeks naar bij’ de vieze gasten 09/2370407.

Engeltjes

Dan staat ge daar voor het rood licht aan de Heuvelpoort. Een auto komt tot stilstand naast u en de bestuurster gebaart naar u alsof ze iets wil zeggen. Dus doet ge uw raam open.

‘Mevrouw, u weet toch dat uw rechterachterband plat staat?’ Huh? Plat? Bah neent gij, hoe zou ik dat weten. Ik bedank de vrouw vriendelijk, rij voorzichtig verder want ik was op weg om de kinderen van school te halen, en als ik stop voor de school van Jan en Anna bekijk ik de band. Juist dus, plat. Niet volledig, ik vermoed dat ik dat wel zou gemerkt hebben, maar toch een goed stuk.

Andere kinderen opgehaald en dan allemaal samen onmiddellijk naar de garage. Er zijn veel plannen voor het weekend, vooral plannen waarbij de auto nodig zijn, dus met een platte band rondrijden was geen optie. De garage kon ons niet helpen dus werden we doorverwezen naar de bandencentrale hier vlaktbij. Twee en een half uur na de initiële mededeling had ik twee nieuwe achterbanden (de tweede leek ook op niet veel meer) en nu ben ik weer veilig voor een hele tijd.

De hele toestand doet er mij aan denken dat ik toch een serieuse beschermengel moet hebben als ik in de auto zit. Zo was er die keer toen ik met de Kangoo in de gracht belandde van de E40 na een slippartij op ijs. Auto volledig naar de zak maar ik kwam er vanaf met twee sneden in mijn hoofd en vier oppervlakkige sneetjes in mijn gezicht. Genaaid en nooit meer iets van gemerkt. Zelfs geen littekens aan overgehouden.

Of die keer dat ik naar Brussel reed en mijn wagen plots, zonder merkbare aanleiding, begon te vertragen en vertragen. Ik kreeg hem nog net op de parking van een wegrestaurant waar hij volledig stilviel. Even wachten, nog tot Brussel kunnen rijden én later op de avond terug naar Gent. De volgende dag naar de garage. ‘Maar madammeke, prijs u gelukkig dat ge nog leeft’: serieus erge problemen met de remmen en remleidingen en zo en gans de boel had kunnen blokkeren – had dat eigenlijk al moeten doen – waardoor het een kleine ramp zou geworden zijn: overkop gaan op een drukke autostrade, niet aan te raden zou ik zo denken.

Of die keer dat ik van de autostrade kwam en een ’toenktoenk’ geluid hoorde aan de auto. Eens in het stad was dat al veel minder en de volgende dag niets meer. Maar een paar dagen later toch nog eens bij de garage binnengesprongen om te vragen of zij een idee hadden? De mechaniciens kwamen kijken maar vonden niets, tot de secretaresse het hoorde. Zij naar de auto, bekeek de banden en zag direct dat er in één band al een gaatje zat en er een paar plekken tot op de draad versleten waren en dat de andere band ook een paar rotversleten plekken had. Net geen klapband(en) dus.

Of die keer … grapje. Ik denk dat dat voorlopig alles was. Ik hoop alleen dat die beschermengel nog een tijdje bij mij blijft.

Opgeschort

Ik heb de executive decision genomen om deze week niet te fietsen naar school. Na het debâcle met Anna de vorige keer dat het vroor vind ik het niet echt waard om ons leven nog eens te riskeren.

De auto doet dus dienst deze week en als ik kijk wat voor vuiligheid (=ijs) er zoal op de voetpaden ligt en op de plaatsen waar de fietsers fietsen, zijnde dus de zijkant van de baan, ben ik zeer content met mijn beslissing.

Want uiteindelijk liggen de straten in Gent er verder zeer goed bij. Veel heeft het hier niet gesneeuwd, dus is er niet veel last van smeltende-en-opnieuw-aanvriezende sneeuw en als er al problemen geweest konden zijn dan werden die tijdig vermeden met zout (vermoed ik). Geen slippartijen dus meegemaakt en ook geen enkel gezien. Niet dat ik nu op normaal tempo rijd, ik blijf aan een slakkengangetje rijden onder het motto ‘better safe then sorry’, maar problemen heb ik nog niet tegengekomen.

En het moet gezegd: met deze temperaturen en de snijdend koude wind is het toch veel aangenamer in de auto dan op de fiets. Vooral voor Anna is het ook beter. Dat kind zit vooraan op de fiets, stil, en haar beentjes vangen dus als eerste alle weerelementen op, vooral ook omdat die beentjes, in tegenstelling tot de rest van haar lichaam, geen extra bescherming heeft. Bij de vorige koude vlaag klaagde ze dus wel eens van te koude benen en voeten.

Maar beloofd: als het stopt met vriezen kan je ons weer het centrum zien doorkruisen in een mooie, fietsende rij.

En hoe hebt u uw avond gespendeerd?

Ik heb mijn auto gekuist. Zo met een emmer met veel zeep in en een harde handborstel en dan maar tapijten schuren en dashbord afkuisen en hopen dat de radio nu nog gaat werken.

De voorgeschiedenis. Beeld u in, de hectische woensdagavond waarbij ik mijn tijd tussen 17u30 en 20u spendeer als taxichauffeur. Normaal moet het zo gaan:

  • 17u30: vertrek thuis/schoonouders richting Destelbergen – Franse les voor Zelie en Louis
  • 17u55: afzetten Zelie en Louis; vertrek zwembad Strop – watergewenningslessen Jan
  • 18u10: afzetten Jan en hem helpen omkleden; samen naar zwembad om hem bij de juffen te brengen
  • 18u25: vertrek naar huis om Anna af te zetten bij papa zodat zij op tijd naar bed kan
  • 18u45: vertrek thuis richting Destelbergen – afhalen Zelie en Louis
  • 19u00: vertrek Destelbergen richting zwembad Strop – afhalen Jan
  • 19u30: vertrek naar huis

Vooral dat laatste uur varieert nogal, afhankelijk van hoe lang Jan nog even blijft spelen in het zwembad na zijn les, maar over het algemeen zijn we tegen 20u ten laatste wel thuis.

Gisteren was er een kink in de kabel: toen ik thuiskwam om Anna af te zetten was Michel er niet. Zo lang mogelijk gewacht, maar dan toch maar met Anna (ondertussen in pyjama) vertrokken om Zelie en Louis (en Jan dus) af te halen. 8 minuten later vertrokken, dus ook te laat toegekomen in Destelbergen. Gezien Jan toch nog een beetje speelt, kon het niet zoveel kwaad om daar een beetje later te zijn.

Maar op de weg naar het zwembad is Anna plots beginnen overgeven. Niet zomaar een beetje: een ware fontein spoot uit haar mond. Resultaat: dashboard onder, grond onder, jas onder, pyjama onder, stoel onder, … denk aan een onderdeel in haar buurt en het zat onder het overgeefsel.

In het zwembad heb ik haar dan maar uitgekleed en haar daar onder de douche gestoken. Haar vuile kleren heb ik in Jan zijn zwemzak gestoken en ‘k heb haar een trui van Jan en van mij aangedaan. Haar stoel heeft gelukkig een overtrek, zodat die er rap af was en met Jan zijn handdoek heb ik er dan de laatste kleine stukjes nog afgedaan. De rest moest maar wachten tot we thuis waren.

Thuis Anna dan onmiddellijk omkleed en in bed gestoken, net zoals Jan en terwijl Louis en Zelie hun laatste dingen deden voor het slapengaan, heb ik een emmer genomen, vol zeep gestoken en ben ik de sporen gaan uitwi(a)ssen.

Leuk einde van de avond, nietwaar? En nu hopen dat het iets eenmalig was. Thuisgekomen heeft ze nog iets gedronken en dat lijkt binnen te blijven en ziek lijkt ze anders niet. Vingers gekruist houden.

Aan de dood ontsnapt

Wauw! Dramatische titel, maar in enige zin nog waar ook.

Eigenlijk is dit de derde keer dat ik aan de dood ontsnapt ben. Allez, als ik mij beperk tot dingen die met de auto te maken hebben. Of beter: met gebreken aan de auto.

De eerste keer reed ik nog met een Peugeot 205, een bakske van 13jaar oud die al heel wat kilometers gevreten had. Op weg van Brussel naar Gent was ik in een soortement panne geraakt: de auto vertraagde en hij kon het nog net lang genoeg uithouden tot ik kon afslaan op zo’n autostradebenzinestationwegrestaurant waar hij volledig blokkeerde. Een half uurtje gewacht en toen werkte alles weer en kon ik doorrijden naar Gent. Veilig voelde ik mij niet dus in plaats van naar huis te rijden reed ik rechtstreeks naar mijn garage. Diagnose: iets met mijn remmen (-blokken/-schijven/whatever) en dat die mens zei dat ik de hemel mocht danken dat ik zelfs nog in Gent was geraakt en niet dood was. De hele boel zou geblokkeerd moeten geraakt zijn waardoor ik garantie overkop zou gegaan zijn en zo midden op de autstrade is dat geen goed idee.

De tweede keer reed ik (opnieuw) over de autostrade toen ik een geluid hoorde alsof ik over bobbels reed ‘boem-boem, boem-boem, …’ en ook voelde ik de wagen scheef trekken zodat ik meer moest tegensturen. We waren op weg naar iets en ik reed dus rustig verder. Het was toch avond en waar kon ik naartoe en bovendien moesten we ergens zijn. De volgende dag toch maar langs de garage gepasseerd en wat bleek: madam, ge hebt wreed geluk gehad! Er bleek een (miniscuul) gaatje in twee van mijn banden waardoor die elk moment konden gesprongen zijn (de banden dus hé, niet de gaatjes). ’t Was een dure lol: vier nieuwe banden (iets met nieuwe regelgeving dat ge vier identieke banden moet hebben) maar ik had het overleefd.

Gisteren kom ik terug uit Oudenaarde en in Gent merk ik een vreemd geluid op achteraan de auto. Ook weer zo’n boem-boem geluid. Zaterdag hebben we een (miniem) accident gehad waarbij een andere wagen tegen de linkerachterhoek van de auto botste. Op eerste zicht leek er geen schade te zijn (behalve een paar krassen op de bumper) en ik was het dus vergeten om dat te laten nakijken. Oeps, dacht ik dus: toch meer schade dan gedacht.

Deze ochtend in allerijl naar de garage (eerst wel heel voorzichtig gereden om de kinderen naar school te brengen) die onmiddellijk keken of er dus bijkomende (niet-zichtbare) schade was van dat ongeluk. Na een half uur komt dienen mens terug en zegt: dat geluid linksachter in uw auto, dat is van een platte band linksvoor. Slik!

De band is hersteld en ik heb (opnieuw) dus veel geluk gehad. Ik moet nu toch eindelijk eens in mijn hoofd steken dat ‘boem-boem’ zeer gevaarlijk is en waarschijnlijk een platte band betekent.