Onvrijwillige spasmen

Vandaag (nog een keer) van jobinterview gedaan, deel 2. Met voorbereiding en dan mondeling en alles en veel vragen te beantwoorden.

En naarmate het interview vorderde begon mijn stem meer en meer te trillen. Op een bepaald moment dacht ik echt dat ik ging beginnen piepen of blijten.

Wat dus zeer, zeer bizar is, want normaal gezien wordt ik dus minder zenuwachtig naarmate het inteview vordert. En ik voelde mij ook niet meer zenuwachtig, maar mijn stem zei duidelijk iets anders.

Ik heb het weer onder controle gekregen, daar niet van, maar leuk is anders. Het deed mij denken aan die keer dat ik lag te daveren en ik ook niet begreep waarom.

BV

Hm. Titels van letters. Dat is ook eens wat anders.

Sinds ik in de gazet heb gestaan ben ik al veel aangesproken geweest door min of meer vreemden. Zo van ‘Hé, dat is u toch hé dat ik in de gazet gezien heb’ of gewoon ook dus ‘ge staat in de gazet’.

Wat zeg je daar dan op hé? Maar vooral: ik sta er van versteld hoeveel mensen u dat moeten vertellen maar vooral, dat onthouden. Tot vandaag ben ik zo’n beetje een BV en dat doet wel raar.

Als mij dat nu al overkomt door één keer in de krant te staan, dan wil ik mij niet indenken wat de echte BV’s dan zo dagelijks moeten meemaken. Tot nu toe is het wel plezant, maar ik kan mij ferm inbeelden dat, als dat zo dag in dag uit is, het ferm op de zenuwen begint te werken.

Maar voorlopig nog niet, dus: geneert ulder niet hé 🙂

Raadsel

Toen ik uit het keukenraam keek, in onze tuin, zag ik overal op het grasveld papier verspreid.

Bizar, want ons oud papier bewaren wij niet in onze tuin (dat zou nogal een beetje dwaas zijn niewaar) en zelfs niet op een plek dichtbij de tuin. Even naar buiten gaan checken dus wat dat papier wel kon zijn.

De stukken papier bleken de restanten te zijn van een broodzak en aan sommige stukken zag ik nog overschotten van ontbijtkoeken hangen.

Raadsel opgelost dus: Nephthys had de zak met de rest van de koeken van op het aanrecht gestolen om in alle rust de koeken buiten op te eten. Den dief!

Goesting

Goesting is toch een raar iets.

Als ik goesting heb in iets, dan kan ik daar soms van eten tot mijn maag op springen staat. Neem bijvoorbeeld Chinees eten. Daar ben ik dol op. De porties die je daarbij krijgt zijn zeer ruim (toch bij onze Chinees), maar als ik begin eet ik niet alleen mijn portie op, maar meestal ook de overschot van iedereen anders.

Brood daarentegen, daar ben ik allesbehalve dol op. ’s Ochtends eet ik wel een boterhammeke. Het is daar, ik heb honger en als ik voor de kinderen moet eten maken kan ik evengoed een boterham voor mij meemaken. Op het station koop ik dan een koffie en zo heb ik mijn ontbijt op de trein.

’s Avonds eten wij ook boterhammen, met beleg dan. En soms zie ik dat dan wel zitten en eet ik mijn maaltijd met de kinderen mee. Maar heel af en toe heb ik daar absoluut geen zin in.

Zoals vanavond. Ik heb uiteindelijk één boterham gegeten (één sneetje brood dus) met choco, en dat was het. Niet dat ik daarmee gegeten heb. Maar ik heb vandaag zo geen goesting in boterhammen dat ik er geen tweede in krijg.

En ik heb ook niet specifiek goesting in iets anders.

Dus zit ik hier al een ganse avond met enerzijds een hongergevoel wegens niet genoeg gegeten, maar anderzijds ook het gevoel bovenaan mijn slokdarm (in mijn keel dus) alsof er geen hap meer doorkan.

Absoluut geen goesting om te eten … en dat doe ik dan ook niet.

Maar genen paniek: ik heb geen eetstoornis (hmm. Geen goede verdediging. Dat zeggen ze allemaal 🙂 ): ik eet zeer graag en relatief normaal. Alleen, héél soms, heb ik geen goesting in eten. That’s all.

Ben ik dat …?

Onlangs heb ik ‘The Bourne Identity’ en ‘The Bourne Supremacy’ gelezen.

Eerst had ik de film gezien van de ‘Identity’ en toen ik het boek las kwam ik tot het, voor mij toch wel verbazingwekkende besluit, dat boek en film zo goed als niets met elkaar gemeen hadden.

Ja, de personages komen in beiden voor, allez, hun namen toch, de basis (tiep met geheugenverlies probeert identiteit te achterhalen) is dezelfde, er komt in beiden een vrouw in voor, maar daar stopt het zo een beetje.

Het verhaal is helemaal anders, zelfs tegenovergesteld want in de film is hij een moordenaar, in het boek iemand die zogenaamd een moordenaar is, maar dan alleen in naam. De vrouwelijke inbreng is ook volledig anders en wat er gebeurd met de verschillende personages ligt ook in compleet tegenovergestelde lijn.

Na het eerste boek ben ik het tweede beginnen lezen. Het is zo goed als uit en gisteren zag ik dan de film ‘The Bourne Supremacy’.

Hoe groot het verschil ook is tussen het boek en de film ook is in het geval van ‘Identity’, daar zijn er tenminste toch een miniem aantal elementen gelijk. In het geval van ‘Supremacy’ moogt ge zelfs enige gelijkenis volledig vegeten.

En dan is het nog niet alleen dat de twee in het geheel niets met elkaar gemeen hebben. De film is daarenboven nog archieslecht: geen enkele verhaallijn, alleen achtervolgingen en gevechten.

Nu is dus mijn vraag: ben ik dat of is het abnormaal dat, als een boek verfilmd wordt, je toch énige gelijkenis verwacht tussen de twee?

Spannend

Deze avond ben ik vijf minuten later uit het station gekomen dan normaal.

Niet dat de trein vertraging had. Helemaal niet. Maar we konden er niet uit toen hij op het perron was toegekomen. De deuren bleven potdicht. Waarom? Daar hadden we het de eerste seconden het raden naar.

Na ongeveer een halve minuut zag één van mijn medepassagiers een aantal politiemensen op het perron lopen en wij dus allemaal kijken: ze hadden kogelvrije vesten aan, hun wapens waren getrokken en ze liepen voorzichtig turend en rond op het perron. Even later kwamen er een viertal op onze wagon en begonnen een aantal mannen te ondervragen. Uiteindelijk werden er twee gehandboeid en meegenomen.

We zijn nog een aantal minuten op de trein moeten blijven terwijl de agenten op het perron bleven rondlopen en zoeken en plots begonnen te lopen, deze keer zagen we zelfs honden in het getouw (of beter: op het voortouw).

In totaal zijn we zo’n zes minuten op de trein moeten blijven. Na ongeveer een minuut kwam er trouwens een mededeling over de luidsprekers dat de deuren nog even zouden gesloten blijven ‘voor onze veiligheid’. Toen we er eindelijk uit mochten, mochten we blijkbaar alleen naar beneden. Beneden aan de trap stonden nog mensen om de passagiers, die naar boven wouden, tegen te houden.

Achteraan het station heb ik dan zes combi’s geteld en twee politiewagens. Vooraan het station stonden er nog (minimum?) vier combi’s en een politiewagen. Ze waren er duidelijk in grote getale.

Nu nog ontdekken wat er eigenlijk aan de hand was.

Slapen

Vanavond stak ik Jan op zijn gewone uur in bed, rond 19u dus. Het was een drukke dag geweest en hij was in de auto in slaap gevallen, dus dacht ik dat hij wel zeer moe zou zijn en onmiddellijk in slaap zou vallen.

Toen ik een uur later met Zelie en Louis naar boven ging lag Jan nog klaarwakker in zijn bedje. Ik trok even mijn wenkbrauwen op, maar soit.

Tot hij begon te zagen. Dat hij niet in zijn bedje wou. Dus niet dat hij niet wou slapen, maar dat hij niet in zijn bedje wou. Geen probleem, zei ik, dan moogt ge in ons bed slapen … en Jan zei ja.

Zie, normaal gezien kan ie zo wel zagen, maar als ge dan voorstelt om in een ander bed te slapen dan verandert hij direct weer van mening. Van deze keer dus niet.

Hem dan maar opgepakt en naar ons bed gedragen alwaar hij zonder problemen in kroop. Hem er goed op gewezen dat hij nu wel heel stil moest zijn, want Anna slaapt in ons kamer, en dat was ook geen probleem: zonder boe of ba kroop hij in bed.

Eens dat ik de deur dicht deed verwachtte ik mij volledig aan geroep van Jan om toch terug in zijn bed te mogen, maar neen hoor: niets meer gehoord.

Ondertussen zijn we bijna anderhalfuur later en ligt hij rustig te slapen … in ons bed. Straks mag ik dus weer heffen om hem in zijn eigen bed te leggen zodat wij ook kunnen gaan slapen.

Kinderen!

12 uur

Binnnen 12u mogen we Zelie terug gaan afhalen van haar weekend.

Het is zeer bizar deze keer. ’t Is nu niet alsof het de eerste keer is dat Zelie weg is. Ze is de eerste keer op kamp geweest met overnachting (met de mutualiteiten) toen ze net 5 jaar geworden was, nu dus bijna drie jaar geleden. Sindsdien doet ze dat elk jaar opnieuw. Vorig jaar kwam er ook eerst het weekend en dan het kamp van de scouts bij, dus we zijn het zo wel al een beetje gewoon (achtig toch).

Maar het is gelijk anders deze keer. Ik weet niet goed waarom. Waarschijnlijk omdat we niet thuis zijn en dus ook niet echt in onze gewone doen. Het is hier niet alsof er één persoon minder is. Eerder alsof we gehalveerd zijn in aantal.

Zeer rare ervaring. Het valt echt op dat ze er niet is en ik mis haar gelijk nog erger dan anders.

Er zal trouwens nog iemand blij zijn als hij Zelie terugziet: Jan heeft vandaag zeker al vier keer gevraagd waar Zelie is.

Enfin, nog 11u en 33min: dan worden we op de weekend-site verwacht om dochterlief terug mee naar huis te nemen. Aftellen geblazen.

Spoken

Deze ochtend rond 5u werd ik wakker omdat Jan weende. Bedje uit dus naar Jan en vragen wat er mis was.

‘Mijn deken’ klonk het heel zielig.

Ik begon dus zijn bed af te tasten (want om 5u ’s ochtends steek ik geen lichten aan om 1. de andere kinderen niet wakker te maken en 2. Jan zelf niet volledig wakker te maken) eerst links, dan rechts, dan op zijn voeteneinde. Geen deken.

The mind boggles. Waar kon dat deken in godsnaam naartoe zijn? Licht dus toch maar aangestoken en achter, naast en onder zijn bedje gekeken. Geen deken.

Nog meer verbazing.

Dan maar rondgekeken in de kamer en …. het deken lag in Louis zijn bed!

Hoe? Who knows. Jan slaapt bij mijn schoonouders in een reisbedje waar hij niet uit kan (of wil) en Louis en Zelie lagen vast te slapen.

Het deken dan maar gepakt en Jan weer ondergestopt en een nota voor mezelf gemaakt om het deze morgen maar aan Louis te vragen, of hij er iets van wist.

Deze morgen aan het ontbijt Louis er dus over gevraagd en hij wist van niets. Boos zei hij ‘Ik heb geslapen vannacht’ en dat was dat.

Er is dus maar één conclusie mogelijk: er waren spoken aan het werk. Voor ons is het gelukkig maar tijdelijk een probleem want binnen een paar weken kunnen we (hopelijk) weer naar huis 😉