Scharrelkinderen

Patricia vraagt of wij ook scharrelkinderen waren en daar kan ik volmondig ‘ja!’ op antwoorden.

Als kind woonde ik ook in het centrum, maar toen was Oudenaarde nog niet zo groot/druk als nu. Alhoewel, hoe druk het daar nu is kan ik eigenlijk niet meer weten want ik woon er al jaren niet meer. Maar terug naar vroeger.

Mijn ouders waren zelfstandigen en hadden een huis op de markt met een achteruitgang in de straat parallel ermee. Eén van de weinige huizen op de markt met een achteruitgang trouwens. Een luxe eigenlijk. We hadden ook een stadstuin(tje) waar het heel gezellig vertoeven was, maar echt groot om te ravotten was het niet. Dus trokken wij erop uit, ‘wij’ zijnde mijn broer, zus en ikzelf.

Altijd langs achter, natuurlijk, een straat die eigenlijk wreed kalm was. Dan de straat uit richting Begijnhof waar het zalig vertoeven was met veel gras, kleine straatjes, een afgebrokkelde muur waarachter nog een grasveld lag.

Dat begijnhof lag relatief vlakbij: anderhalve straat ver. Achter het begijnhof lag de kappersschool, nog zo’n favoriete plaats, want rond de gebouwen van de kapperschool lag er gras. Als ik het mij zelfs goed herinner kon je via het veldje achter het begijnhof zo naar de kappersschool.

Eens we een beetje ouder werden (of gewoon roeklozer/zelfstandiger) gingen we nog verder: langs de Schelde tot onder de brug van ‘de grote ring’. De wand daar liep schuin omhoog en dus klommen we daarop om er dan ongelooflijk hard weer af te lopen.

Als tieners waren we dan waarschijnlijk nog meer weg: de fiets op en dan naar de vrienden en vriendinnen.

Mijn kinderen zijn nu ook scharrelkinderen. Dat kan, zelfs in het centrum van Gent, want wij wonen op een woonerf. Het weer is nu weer aan het beter worden en er zijn hier nog (scharrel)kinderen in de buurt en ze beginnen weer allemaal buiten te komen en aan te bellen bij elkaar.

Wij als ouders zijn er niet bij als de kinderen buiten spelen. We komen af en toe eens kijken, maar echt toezicht wordt er niet gehouden. Als we kijken is het eerder voor iets praktisch (komen eten, is dit of dat al gedaan, …) dan om toezicht te houden. Nu blijven ze nog meestal in de straat, maar Zelie is al eens tot in het park geweest met haar vriendin van de straat. Binnenkort zal Louis dat ook wel willen doen.

Uiteraard houdt ik mijn hart vast, als ze daar buiten zijn maar ik herinner mij nog steeds het gevoel van onafhankelijkheid dat dat buitenspelen mij gaf en ook, het gevoel dat mijn ouders toch ongelooflijk veel vertrouwen in ons hadden, en dat is toch iets dat ik graag aan mijn kinderen ook wil meegeven.

En jullie? Waren jullie scharrelkinderen?

Avondstond

De avond is volledig geworden zoals ik het mij voorgesteld had. Terwijl ik de pasta kookte en het vlees sneed zorgden de kinderen voor het tafeldekken: (kinder)tafel buitenzetten, stoelen erbij, kommetjes op tafel, bestek en bekers. Ik zette dan mijn strandstoel erbij en zo zat ik laag genoeg om aan hun tafeltje bij te zitten.

En daar zaten we dan alle vijf smakelijk te eten. We zagen de helft van de straat passeren en zeiden tegen iedereen goededag en iedereen zei smakelijk terug. ik zag er zelfs een paar jaloers kijken. Er was zelfs genoeg zodat het buurmeisje ook nog meegegeten heeft.

Daarna was het tijd om Jan en Anna in bad en bed te steken. Even was er wat tegenstribbeling van Jan want de andere buur(t)kinderen kwamen net allemaal op straat om te spelen, maar uiteindelijk ging hij toch braaf mee. Terwijl Jan in bad zat kreeg Zelie Anna ook eindelijk naar boven dus tegen dat hij eruit was kon zij erin en zo zaten de twee kleinsten op tijd in bed.

Eens Anna doorhad dat Zelie terug naar beneden was is ze wel drama beginnen maken, maar uiteindelijk is ze gekalmeerd en braaf meegegaan naar boven om een verhaaltje te lezen. Na het verhaaltje begon ze opnieuw tegen te stribbelen, maar uiteindelijk ben ik maar één keer terug moeten gaan en is ze daarna onmiddellijk in slaap gevallen.

Dan nog een half uurtje naar beneden om gezellig in mijn strandzetel te lezen terwijl Louis en Zelie wat verderop speelden. Toen het tijd was voor Louis om te gaan slapen ging hij zonder problemen in bad en naar bed. Eens hij in bed zat opnieuw verder gelezen, buiten, in de zetel en toen Zelie moest gaan slapen was er deze keer ook absoluut geen probleem om naar bad en bed te gaan.

Eens de kinderen binnen waren ben ik ook binnen gebleven: alles was inmiddels opgeruimd en zo alleen op straat gaan zitten is nu ook niet je dat. Maar aangenaam, dat was het wel geweest.

De komende vier dagen ben ik thuis en ik weet nu al, we gaan nog van die avonden tegemoet, te beginnen bij morgenavond: gezellig in de tuin bij de schoonouders.

Fiets nog nekeer

Gisteren was zo goed meegevallen dat we het vandaag opnieuw gedaan hebben: gefietst naar Sint-Denijs-Westrem tot bij de schoonouders (ofte naar ‘de andere kant van de provincie‘). Deze keer op voorhand gebeld zodat we zeker waren dat ze thuis waren én in plaats van met vier daar naartoe, met het hele gezin.

Zelie en Louis reden afwisselend voorop, Anna en Jan opnieuw bij mij op de fiets en Michel als begeleider afwisselend voorop en achterop (afhankelijk van waar de twee losrijdende kinderen reden).

zelie anna louis op wip

De koffie was goed, de klets nog beter. De kinderen hebben zich uitgeleefd in de tuin en Michel ook maar dan met foto’s te trekken. De taart zouden wij meebrengen, maar de bakker bleek gesloten en in plaats van verder te zoeken bedachten we dat taart vervoeren op een fiets misschien toch niet zo’n goed idee was. Grandpère is dan maar taart gaan halen met de auto, wat nog zo gemakkelijk was.

jan en anna op wip

De terugtocht was op het einde iets minder geslaagd: de vermoeidheid sloeg als een hamer in bij Zelie, maar we zijn zonder enig probleem toch wel thuis geraakt. Rap aan tafel, bokes gegeten en Jan en Anna zaten nog op tijd in bed, om 19u dus, en als zij op tijd in bed zaten, dan Zelie en Louis uiteraard ook.

Morgen weer school en voor mij weer werk en ze kijken er naar uit, ook Jan, gelukkig.

Fiets, fiets, fiets

Zo’n mooi weer vandaag en daar moesten we van genieten, op één of andere manier, dus kreeg ik het briljante idee dat we eens met de fiets naar mamie zouden rijden. Ik was daar een paar dagen geleden mijn GSM toch vergeten, dus had ik ook een goede reden.

Probleem één: een stoeltje voor Jan. Toen Zelie geboren was hebben we twee fietsstoeltjes gekocht, één voor aan het stuur en één voor vanachter. Op één of andere manier hebben we er nog een tweede voor achteraan bijgekregen. Gelukkig, want toen mijn fiets gestolen werd zat dat ene stoeltje daar nog op én het bevestigingsstuk voor het stoeltje aan mijn stuur.

Aan het stoeltje dat hier nog was ontbrak evenwel een rechter voetsteuntje én voor het stuurstoeltje ontbrak dus een bevestigingsstuk, maar gelukkig zijn het vervangbare stukken en die ben ik dan een paar maanden geleden (eindelijk) gaan halen.

Ik was die stoeltjes toen ook beginnen installeren. Het voorste was op één, twee, drie gedaan, maar ik was in tijdsnood gekomen voor het tweede stoeltje zodat de installatie niet vervolledigd was. ‘k Had het bovendien verkeerd geïnstalleerd waardoor ik het opnieuw moest losmaken en herinstalleren. Door omstandigheden had ik het altijd uitgesteld maar vandaag moest het er maar van komen.

Met goede moed eraan begonnen en deze keer was het geen enkel probleem om het bevestiginsstuk te installeren. Het stoeltje ontbrak nog een voetsteuntje en ik was het steuntje van de juiste kant gaan halen, maar toen ik de verpakking open deed bleek het toch de verkeerde kant te zijn: verkeerde label dus.

Geen probleem, dacht ik: Jan kan op het stoeltje met één voet vast en de andere steunt op mijn zadeltassen. Misschien. We konden het proberen. En dan eerst naar de fietswinkel om het stuk te wisselen (én bevestigen), want dat is toch  niet zo ver, om dan verder te rijden.

Dus zei ik tegen Louis om zijn fiets te nemen. Nog geen twee meter had hij zijn fiets verplaatst toen die blokkeerde. Eens kijken wat het probleem was en bleek dat de ketting afgevallen was.

Plan B dus: fiets in de koffer van de auto, verkeerd stukje in de passagierszetel, Louis en Jan in hun stoeltjes achteraan in de auto en zo naar de fietswinkel. Voor een afgevallen fietsketting, hoor ik jullie nu denken. Juist, voor een fietsketting op te leggen gaan wij naar de fietswinkel. Want het is een fiets met vitessen, en de ketting moet een paar toeren maken vooraleer ze erop gelegd kan worden en de mensen van de fietswinkel, die dat als job doen, hebben er zelfs last mee om die ketting op te leggen. Dus ja, ik ga naar de fietswinkel om een ketting te laten opleggen.

In de fietswinkel was er geen probleem: onmiddellijk de ketting opgelegd en het stukje zonder enig probleem kunnen wisselen en op een goed kwartier (want er waren nog mensen voor ons) stonden we weer buiten.

Terug naar plan A: een fietstochtje in het mooie weer met de kinderen naar mamie en grandpère. Daarvoor moesten we dus eerst terug naar huis en dat deden we dan ook. Thuis de auto geparkeerd, fiets uitgeladen, steuntje voor de fietsstoel vastgemaakt, alles verliep (eindelijk) zonder problemen. Ondertussen haalde Michel Anna uit bed en tegen dat zij klaar was was alles/iedereen klaar en konden we vertrekken: Louis op zijn fiets, Anna vooraan bij mij op de fiets en Jan achteraan bij mij op de fiets.

Het was een zeer leuk en zalig tochtje. Louis reed voorop en luisterde voortreffelijk naar al mijn instructies. Hij had schrik als hij op kasseien moest rijden en langs trambanen, maar ondanks dat deed hij het zeer goed en fietste dapper door. Zelfs op de Sneppebrug gaf hij niet af en fietste zonder stoppen volledig naar boven.

Moe maar voldaan kwamen we bij mamie en grandpère toe … om te ontdekken dat zij niet thuis waren. Gelukkig was nonkel Philippe er wel dus had ik nog een beetje klap bij mijn (welverdiende) kopje koffie. Een half uurtje later kwam Louis al vragen wanneer we terug zouden keren. Hij was moe toegekomen maar ondertussen volledig gerecupereerd en hij stond te popelen om opnieuw te fietsen.

Van in Sint-Denijs zijn we naar Zelie gereden die bij de scouts zat (ik had er met haar naartoe gereden met de fiets) en dan zijn we alle vijf mooi samen naar huis terug gereden.

Voor herhaling vatbaar en misschien maken we er nu wel een vrijdag ritueel van: op vrijdag ben ik toch thuis, dus kunnen we evengoed met de fiets naar school gaan. Nu de zitjes erop staan houdt niets ons nog tegen.

Ijsbeelden

Eén van mijn voornemens om tijdens de vakantie te doen, was met de kinderen naar Brugge gaan om naar het ijssculpturenfestival te gaan kijken.

Eerst zag het er naar uit dat het niet ging lukken. Voordat Michel ziek werd waren we immers van plan om gisteren naar Plopsaland te gaan en dus zag ik geen gaatje meer in onze vakantie om er naartoe te gaan. Maar ‘gelukkig’ werd Michel dus ziek en kwam gisteren vrij.

Kwestie om Michel toch wat rust te gunnen heb ik dus gisterenvoormiddag de kinderen opgepakt om een combinatie van uitstap/solden te doen. Ah ja, want Zelie had nog steeds geen schoenen, dus moesten we dat ook nog doen.

Het was een dagje zonder auto. Eerst te voet naar de tramhalte, halverwege de tramrit afgestapt om een schoenenwinkel voor Zelie binnen te gaan (en gelukkig heeft ze haar zin gevonden anders hadden we in Brugge mogen op zoek gaan), dan terug naar de tramhalte om de rit naar het station verder te zetten.

Met de trein naar Brugge en in Brugge eerst een hapje gegeten in de Panos (broodjes dus) en dan ticketjes kopen om naar het ijs te gaan kijken.

We zijn al eens gaan kijken, vorig jaar, en ik heb daar altijd een dubbel gevoel bij. Enerzijds is het gewoonweg prachtig wat die mensen daar gedaan hebben. Het detail van de kunstwerkjes, de aandacht die besteed wordt aan het creëren van de omgeving, het scheppen van de sfeer, … Ik sta daar vol bewondering en verwondering naar te kijken. Ik doe niet liever dan de kinderen te vragen of ze dit wel gezien hebben of dat daar! en kijk eens hier! en amai dat daar!

Anderzijds is het toch veel geld voor een wandelinkske van minder dan een uur en om uw tenen te laten bevriezen.

Maar de kinderen vinden het ook fantastisch om zien en ze vonden Plop en de pinguins vreselijk wijs natuurlijk. Maar hét belangrijkste natuurlijk voor hen: er is een ijsglijbaan en daar zouden ze absoluut afgaan. In tegenstelling tot ons vorig bezoek hadden ze de glijbaan op het einde van de expositie gezet wat ik een fantastisch idee vond. Zelie, Louis en Jan gingen naar boven om te gaan glijden en ik zou met Anna beneden wachten. Plots stond Jan weer naast mij: hij durfde niet en was met geen stokken te overtuigen dat het hetzelfde was als een gewone glijbaan.

We moesten even wachten voordat Zelie en Louis er (eindelijk) afkwamen en omdat ze zooo enthousiast waren begon Jan te twijfelen of hij toch niet zou gaan. Anna dan maar uit de buggy gepakt en samen met haar en Jan naar boven gegaan om toch te glijden. Jan zijn gezichtje glunderde … tot het moment dat hij zich op mijn schoot moest zetten om samen naar beneden te glijden. Opeens wou hij niet meer en begon van schrik te wenen.

Met de massa mensen die stonden te wachten was het zo goed als onmogelijk om nog terug te keren en ik wou dat ook niet omdat ik wist dat Jan dat toch wel zeer wijs zou vinden. Na een paar minuutjes proberen op hem inpraten heb ik hem dan maar gewoon op mijnen schoot gepakt, Anna op zijnen schoot gezet en zijn we samen naar beneden gegleden.

Eens vertrokken was Jan één en al glimlach en lach. Hij krijste van de pret en eens beneden had hij van die fantastische pretlichtjes in zijn ogen waardoor ik wist dat ik mij absoluut niet vergist had. Anna vond het ook fantastisch trouwens.

Een tweede ronde zag ik niet meer zitten: mijn tenen vroren er ondertussen bijna af en ik was de massa lichtjes moe (het was er serieus druk, vooral dan aan de glijbaan die zeer strategisch vlak bij de bar was neergeplant zodat de ouders een plekje hadden om op het kroost te wachten). We hebben het laatste deeltje van de expositie bezocht en zijn dan naar buiten gegaan.

Er was nog een tentoonstelling verbonden aan het festival: de Polar Exhibition, over onderzoek in Antarctica, hoe het er vroeger uitzag en hoe het er in de toekomst kan/zal? uitzien en nog hopen gegevens. Ik heb ze niet in detail bekeken: de kinderen zijn nog een beetje te klein om zo’n dingen uitgebreid te kunnen bekijken en ook, ik had er zelf helemaal geen zin in.

Tegen 16u waren we terug in Gent en heb ik nog schoenen voor mijzelf kunnen kopen (oef! we zijn van de solden af) en daarna naar huis om het avondmaal klaar te maken: varkenshaasje met gestoofd witloof en of het gesmaakt heeft.

Zààlige dag

Deze middag zijn we gaan pic-niccen. In het (nieuwe) park aan de Nieuwe Wandeling. Voor ons was het alleszins nieuw. We zijn er al honderden malen langsgereden sinds het heraangelegd is maar we waren er nog nooit gestopt om het nu eens van dichtbij te bekijken.

Vorige week kregen we dan een e-mail:

“Dear, dearest,

Het werd in van irish coffee doordrongen atmosfeer beslist op de laatste nacht van de Gentse Feesten, maar het lijkt ons ook in nuchtere toestand een uitstekend idee: een picnic in het het fantastische nieuwe park op de Groene Vallei.

Als de weergoden ons gunstig gezind zijn, dan wordt 5 augustus aanstaande (ja, dat is volgende zondag al) de dag voor de eerste editie, en wel vanaf 11.30h. Afspraak op het grote plein, achter het nieuwe gebouw en dus in het begin van het park (kant coupure). Op het plein staat een grote voetbalgoal, waar u trouwens extra punten kunt verdienen door ernaast te schieten, maar dat is een ander verhaal.

[…]”

en dat konden we niet afslaan. Niet alleen zouden we twee kinderen ‘lichter’ zijn, maar het was de uitgelezen kans om er eindelijk eens naartoe te gaan. Het plan was dat iedereen iets zou meebrengen en zo zou iedereen dan wel van iedereen een beetje eten en zou er zeker genoeg zijn.

Een zeer goed plan. Op het plein achter het nieuwe appartementsgebouw staat immers een fantastisch grote pic-nic tafel. Toen wij om half één aankwamen zat er al een serieuse bende en de tafel stond echt vol eten: charcuterie, brood in alle maten en geuren, salades, rauwe groenten, tortillas, fruitsla, brownies, chocoladetaart, … Iedereen had dus iets mee en er was meer dan genoeg voor iedereen om gezellig rond te gaan en bij elkaar te gaan proeven. Een echt bachanaal dus.

’t Was ongelooflijk wijs. De zon was er en alle vrienden waren er. Het eten was zeer lekker en de atmosfeer was ideaal.

We hebben gegeten tot onze buiken rond waren en zijn dan blijven praten en luieren tot zes uur ’s avonds. We hebben vooral genoten van de schaduw – de zon was ietsje te fel – en van elkaars aanwezigheid.

Een dag voor de annalen.

Eén mei

Vorig jaar op 1 mei was er een hele bedoening op de Vrijdagmarkt: tenten om iets in te drinken, dingen op een podium, springkastelen en grime voor de kinderen, … Wreed wijs. Enig probleem: wij waren nogal zeer laat toegekomen wegens middagdutje van Jan en tegen dat de kinderen goed en wel aan het spelen waren werd alles al afgebroken. Maar het was prachtig weer en voor de korte tijd dat we er waren hebben we ons goed geamuseerd.

Dit jaar dachten we dat het misschien ook zo zou zijn. Gepland dat Jan vroeger in zijn bed zat zodat we op tijd zouden aankomen en dat is ook gelukt.

Het enige probleem dit jaar was dat het zéééér slecht weer was. Dus toen we daar om 15u30 toekwamen … waren ze aan het einde van het opruimen: behalve één tent en het podium was alles al opgekraamd. Geen volk vermoed ik.

Grote teleurstelling dus bij de kinderen, bijna traantjes want er gingen toch springkastelen en zo zijn. Vooral bij Zelie: zij had zich niet kunnen shminken op het schoolfeest en dus had ik haar gezegd dat het vandaag waarschijnlijk wel zou kunnen.

Ik heb dan maar een noodoplossing uit de mouw geschud: we zijn pannenkoeken gaan eten in de Gwenola, toch één van mijn favoriete pannenkoekenplaatsen. Zelie en ik hebben een pannenkoek met ijs genomen, Louis één met bruine suiker, Jan had geen zin en heeft enkel iets gedronken.

De teleurstelling was vergeten. Het heeft ons allemaal goed gesmaakt. Volgend jaar beter zekers?

Wandelen

Vandaag waren de kinderen nogal wild: na de late avond gisterenavond was dat niet zo verwonderlijk.
Zelie doet niet liever dan te gaan wandelen. Niet lange afstanden in het bos of zo, maar gewoon de stad in. Louis heeft er niets op tegen, als hij maar buiten is en Jan en Anna hebben er nog geen mening over.

Dus om hen een beetje te laten ‘afkoelen’ hebben we deze namiddag dan nog eens een toertje gedaan. Eerst naar de Vrijdagmarkt waar ik me heb geïnstalleerd op een terras terwijl ons drie apen hun energie kwijt geraakten. Daarna via een kleine toer terug naar huis.

We hadden geluk want het was net een zeer zonnige opklaring in het weer en dus hebben we er allemaal van genoten.