Kadootjes

Ben nu bezig met de dingen die Michel kocht te verpakken. Ik vind dat namelijk wreed wijs, kadootjes maken (en zo zijn de taken mooi verdeeld want kadootjes zoeken, dat vind ik al een pak minder leuk, bang verkeerd te kopen en zo).

Ik besteed daar uitgebreid mijn tijd aan, al ruim op voorhand. Weken, soms maanden vooraf kijk ik al naar het verpakkingspapier, naar de linten, strikken en andere soort versieringskes. Uiteindelijk probeer ik een eenvormige combinatie te vinden of beter, een geassocieerde combinatie. Als ik meer dan één papier koop is het allemaal in dezelfde kleurencombinatie en alle linten enzo zijn uiteraard complementair.

Eigenlijk probeer ik één pakpapier te hebben. Ik vind dat wreed mooi als al mijn kadootjes er op het eerste zicht gelijk uitzien. Het verschil maak ik hem dan in de bijkomende versiering.

Het inpakken zelf moet zorgvuldig gebeuren: geen extra plooien, mooi aangesloten verpakking zonder bubbels waar die niet moeten zijn, een miniem gebruik aan plakband (zooo lelijk dat dat is dus zo spaarzaam mogelijk gebruiken) en zelfs de zeer moeilijk in te pakken voorwerpen probeer ik toch zo mooi mogelijk in te pakken zodat het geen zootje wordt.

Dat ben ik dus. Een prutser die het graag goed doet (als ik dan iets doe hé).

Dus waar ik mij eindeloos in kan opjagen zijn de winkels waar alles raprap gaat en slordigslordig. Winkeljuffrouwen en -heren die zich de moeite niet doen om voor deze speciale periode een extra inspanning te doen. Winkels waar ze geen speciaal papier ingedaan hebben, geen extra lintje willen rond het pakje doen en vooral: lelijke pakjes maken. Dan heb ik zoveel goesting om die mensen te zeggen van ‘Stop er alstublieft mee. Geef mij dienen boel, ik zal het zelf wel doen’.

Want ik voel mij beschaamd in hun plaats om zo’n pakjes af te geven.

Vroeger, toen ik nog thuis in Oudenaarde woonde, was er zo’n chique winkel waar ik eigenlijk mijn best deed om er iets te kopen voor mijn moeder. Niet alleen wist ik dat ze daar haar goesting zouden hebben, maar elk kadootje was een kunstwerkje op zich, eigenlijk gedurende het hele jaar, maar nog meer tijdens de eindejaarsperiode. Je kreeg al spijt dat dat kapot zou gemaakt worden.

Och ja, als dat uiteindelijk alles is waaraan ik mij erger tijdens de feestdagen (en dat is het ook), dan mag ik me eigenlijk al wreed gelukkig prijzen 🙂

Respect

Toen ik deze avond terugkwam van mijn werk zat de trein naar Gent (Brussel dus), zoals gewoonlijk in de zomer, bomvol.

Ja, want in de zomer gaan alle gepensioneerden naar zee voor een dag (het is toch gratis) en uiteraard kunnen zij alleen naar huis komen als de mensen gedaan hebben met werken. Het resultaat is dus propvolle treinen.

Als de conducteur wat meezit mag je dan wel in eerste klas, maar vandaag was dat niet zo: er was nog plaats mevrouw. Zeker weten.

Nu, als je alle wagons afgaat zal er uiteraard wel een plaatsje beschikbaar zijn hier en daar, maar hij had ook gelijk: de laatste wagon, net degene waar hij voor stond toen ik het vroeg, had nog meer dan een uitzonderlijk plaatsje vrij.

Ik stap op en installeer mij en vlak na mij stapt een juffrouw op die blijkbaar nog even op het perron afscheid genomen had van haar vriend nadat zij haar bagage al binnengezet had.

Verbouwereerd kijkt ze naar de zetels naast mijn zitplaats en zegt: ik dacht nu echt dat ik hier zat? Want alle vier de zetels waren bezet. Door een ouder koppel en hun kleinkinderen. Waarop de (oudere) vrouw nogal hooghartig antwoord: uw tas staat daar mevrouw’ en wijst naar de ruimte op de grond tussen twee zetels. Geen uitleg, geen excuses, niets. De juffrouw kijkt daarop doodverbaasd en zegt dan maar ‘nog een geluk dat u mijn tas niet meegenomen heeft’ waarop ze dan maar een ander zitje gaat zoeken.

Ik moet zeggen dat ik ook volledig verbouwereerd was door zoveel lef. OK dat je liefst met je groepje samenzit, maar als er geen vier plaatsen meer samen zijn dan ga je toch niet zomaar iemands gerief op de grond zetten zonder boe of ba. Dat doe je toch niet? Of ben ik nu zo verkeerd opgevoed?

Daarna heeft die madam nog commentaar zitten geven en aan haar kleinkinderen verklaarde ze op een bepaalde moment ‘Ge kunt toch niet verwachten dat wij op onze leeftijd gaan rechtstaan gedurende de rit?’

Neen, dat kunt ge niet verwachten. Maar een vriendelijke vraag aan de juffrouw had haar hetzelfde resultaat gegeven in plaats van zomaar de boel te bedisselen zonder inspraak van die juffrouw.

De jeugd van tegenwoordig heeft geen respect meer voor de ouderen, wordt wel gezegd. Maar is respect dan niet wederzijds? En betaamt het niet aan de ouderen van tegenwoordig om het goede voorbeeld te geven?

Lange jaren

Toen we het huis kochten was onze badkamer er al, in dezelfde staat als ze nu is. Geen high tech of zo en volledig afgeleefd, maar alles functioneerde nog. Allez, funcitoneren. Het is nogal een groot woord.

De kraan van de wasbak stond los en lekte uit de zijkanten zodat het ook lekte onder in de kast. De kraan van het bad was zo oud dat ze ongeveer volledig verkalkt was en met de jaren verbeterde het er niet op. De doucheslang was volledig versleten en binnen de kortste keren was de kop eraf.

De kraan in de keuken was vervangen geweest toen ze hier de eerste keer waren voor de verbouwingen, in 2000 dus. Maar de kwaliteit was niet je dat en binnen de kortste keren begon die ook langs alle kanten te lekken.

Al jaren wil ik die kranen vervangen of laten repareren, maar telkens ik er een loodgieter over aansprak zei die dat hij wel ‘nog eens’ zou langskomen om er dan nooit meer iets van te horen.

Toen ik een paar weken geleden hierover iets bleek dat ik naast iemand zat die blijkbaar nogal zeer handig is met zijn handen. Ik heb dan maar van de gelegenheid gebruik gemaakt om te vragen of hij het niet zag zitten om eens langs te komen?

Vandaag was eindelijk de dag: ik ging eten voorzien, hij zou langskomen om alles in te schatten en we zouden dan samen naar de Brico gaan om alles te gaan kopen. Zo gezegd zo gedaan.

Eten klaargezet, naar Brico en bijna anderhalf uur later naar buiten gekomen met alles wat we nodig hadden voor de grote opkuis/herstelling én een beetje extra: deze keer ook de nodige dingen gekocht om te kunnen douchen in ons bad.

Teruggekomen is hij er onmiddellijk aan begonnen terwijl ik het eten warmde, even gestopt om te eten en onmiddellijk voort gedaan. Ondanks het harde doorwerken heeft het toch zo’n goede vijf uur geduurd vooraleer alles gedaan was.

Maar nu hebben we eindelijk kranen die niet meer lekken. Jippie! I’m extatic! Ge hebt geen idee. Een miljoen dank u’s aan meneer Huug en Druug. En ik kan nu douchen in mijn bad. Enfin, dat zal mogelijk zijn als 1. ik ringen gekocht heb om het douchegordijn aan op te hangen en 2. als de druk op ons warm water hersteld is.

The future looks bright 🙂

Belachelijk

Reclame: ze smssen je om te zeggen waar er alcoholcontroles zijn.

Hoe stom kunt ge nu zijn om daarvoor te willen betalen: als ge rijdt, drinkt ge toch gewoon niet. Het mag er toch niet toe doen of er alcoholcontroles zijn of niet.

Voor de stommelingen die dat een wijs systeem vinden: Koop u een stel hersens! Ge mankeert er duidelijk! Idioten!

Goed idee

De kinderen wouden knutselen, gisteren al.

Gisteren hadden we andere dingen te doen en dus ging dat niet meer lukken, maar als tegenprestatie mochten ze gisteren op winkeltocht dingen kiezen om te kunnen knutselen vandaag.

Deze voormiddag was het dan zover: knutseldag was aangebroken.

Zelie wou met de scoubidou knutselen (gisteren gekozen), Louis wou met de toverstiften en Jan wou schilderen met zijn handjes.

Voor Zelie een plaatsje gemaakt aan de tafel en voor de jongens een plastiek op de tafel gelegd zodat ze naar hartelust (en zonder te veel schade aan mijn tafel) hun ding konden doen.

Ik heb dus al betere ideeën gehad dan dat dus. Vanaf moment één liep het mis.

De scoubidou lukte niet bij Zelie. Het is de eerste keer dat ze het deed en het vereist toch wel enige handigheid en vaardigheid in de vingers, dingen die je alleen krijgt door het veel te doen. Zelie heeft evenwel niet altijd geduld met dingen die niet direct lukken en er is dus heel wat afgezaagd geweest.

Louis kon het wel alleen af, dus daar was het relatief kalm.

Jan had de potjes met vingerverf nodig en om de zoveel minuten vroeg hij mij om er één open de doen. Nu vragen jullie zich waarschijnlijk af waarom ik ze niet gewoon allemaal open gedaan had? Wel, dat had ik wel gedaan, maar telkens hij een potje gebruikte deed hij het ook weer dicht. Vandaar.

Tussendoor moest ik ook nog het eten maken (uiteraard) en mij bezig houden met Anna die zich na een tijdje grondig begon te vervelen zo op haar eentje.

Tegen dat Jan besloot dat hij gedaan had met verven zat niet alleen zijn blad onder de verf, maar ook zijn volledige schort, zijn handen en zijn gezicht. Hij had nog net zijn haar gemist.

Jan naar het toilet gestuurd om zijn handen te wassen en ondertussen de schort buiten gelegd om te drogen.

Toen ik even later naar het toilet moest kreeg ik bijna een hartaanval. OK, volledig akkoord, je kan niet van een driejarige verwachten dat hij zonder morsen zijn handen wast, maar wat hij gedaan had sloeg toch alles.

De volledige lavabo, binnen- en buitenkant, zat onder de verf. Een hele plas lag onder de lavabo en het potje en opstapje dat eronder stond zaten ook quasi volledig onder de verf.

Laat het gezegd wezen dat het toilet nu heel proper staat te blinken terwijl het niet mijn bedoeling was vandaag ook te kuisen 🙂

Gelukkig hadden de kinderen, tegen dat het eten klaar was, geen zin meer om daarna nog eens te knutselen.

Dakloos?

Elke ochtend, als ik de kinderen naar school voer, passeer ik in de Nederkouter.

En elke ochtend passeer ik in de Nederkouter een schijnbaar dakloze man.

Schijnbaar, want ik heb het hem nog nooit gevraagd. Maar hij ziet er toch zo uit: vele lagen kledij aan, een aantal volgepropte zakken in zijn handen, onverzorgd en (schijnbaar) ongewassen.

Het is de enige dakloze die ik ooit heb gezien in Gent en misschien is hij dus ook wel de enige die er effectief is.

Vannavond, toen ik Michel naar ons huis voerde, liep hij er weer. In de Nederkouter. Bepakt en beladen.

En dat vind ik zo erg! Want ik vraag mij af of ik de enige ben die die mens ziet en of er nu echt geen enkele instantie is in Gent die die mens kan opvangen of onderdak geven. Hem terug een lijn in zijn leven brengen? Hem kan helpen?

Of wil hij het zelf niet? Is het een bewuste keuze? Alhoewel ik mij afvraag of zoiets hoedanook een bewuste keuze kan zijn.

Neen, ik vind dit afschuwelijk en ik voel mij zo machteloos. Terwijl ik anderzijds heel goed weet dat ik eigenlijk niet echt iets wil doen, dat ik mij ook niet wil ‘moeien’.

Tweestrijd en frustratie dus.

Stoemmen boel

Met Anna ziek te zijn werk ik voorlopig van thuis uit.

Gisteren bij mijn schoonthuis was dat geen probleem: laptop van het werk mee, doe hem open en hup, aangesloten op het draadloos netwerk en werken maar.

Vandaag wou ik bij ons thuis werken, dus gisteren gevraagd of het draadloos netwerk wel werkt hier. “Zeer zeker, geen probleem” zei de wederhelft, en als hij zoiets zegt, zal het wel waar zijn zeker?

Beeldt u dus mijn frustratie in toen deze ochtend bleek dat dat niet het geval was. Een half uur heb ik verloren: bellen, zoeken, van hier naar daar, nog eens bellen … allemaal voor niets. Michel zei dan om een kabel aan te sluiten beneden in de bureau. Al goed en wel, moest ik nu nog weten welke kabel er werkt en, als er geen kabel klaarzit, waar ik een kabel in moet steken.

Resultaat: ik werk nu op twee computers: op die van het werk off line want er staat daar een programma op dat ik nodig heb, en dan die van Michel voor internet, kwestie dat ze mij per mail dan toch kunnen bereiken. Praktisch is anders maar, zoals ze zeggen, moeilijk gaat ook.

Frustratie

Gisteren had ik een hele post in draft gezet over mijn frustratie en kijk, eens neergepend was het voorbij.

Dat kan dus eens goed deugdoen zo alles eens neerschrijven. ’t Ging ongeveer als volgt (maar het grootste deel heb ik eruit gelaten: ik had een hele uitleg met het waarom en hoe en al, maar dat zet toch geen zoden aan de dijk, dus is het niet belangrijk. Het belangrijkste is: het is van mijn hart, al is het maar virtueel):

Kijk zie, ik ben volledig over mijn toeren van frustratie. Ik zit mij hier op te jagen dat het genen naam heeft en het is volledig nutteloos.

De aanleiding: de toekomstige wijziging van de verkeerssituatie rond het Sint-Pietersplein.

Versta mij niet verkeerd: ik ben volledig voor een leefbaar(der) Gent. Het is mijn stad, ik woon er en ben er volledig voor dat er verbeteringen komen ten goede van de burgers.

Eén van die verbeteringen is bijvoorbeeld onze wijk/straat waar ze een woonwijk van gemaakt hebben. Vanaf het begin was ik één van de mensen in de buurt die er volledig achterstonden. Uiteraard was niet iedereen ermee akkoord en nog steeds niet, maar ik denk dat de meerderheid er de voordelen wel van inziet. Het is uiteraard niet allemaal koek en ei, maar daarover verder meer.

Om mijn frustraties de vrije loop te geven (en misschien dan een beetje te kalmeren) ga ik hier dus een open brief aan mevrouw de Schepen Karin Temmerman schrijven. Niet dat het iets zal uithalen, maar ondertussen heb ik mijn hart toch eens gelucht.

Geachte Mevrouw de Schepen,

onlangs merkte ik in mijn dagelijkse toer langsheen het Sint-Pietersplein/de Overpoortstraat/Kunstlaan/Kantienberg dat de verkeerssituatie hier grondig gewijzigd zal worden.

De aankondigingsborden indachtig heb ik op de website van de stad Gent dan ook de nodige opzoekingen gedaan om te weten wat die wijzigingen exact zouden inhouden gezien ik die straten dagelijks toch wel twee keer moet doorkruisen.

*rant rant*

Er is nu reeds een serieus probleem om Gent binnen te rijden. De zogenaamde ‘ring’ in Gent is absoluut niet aangepast voor het vele verkeer dat het stadsbestuur hier naartoe wil leiden: veel te veel lichten op veel te korte afstanden waardoor vlot verkeer uitgesloten is. Door deze ingreep vermoed ik dat dit enkel zal verslechteren.

 Met achting,

Sandra Pattyn

Dat was het. Oef, hart gelucht en frustraties weg en deugd dat dat doet.