Thuis

Deze middag zijn we thuis gekomen: dag ziekenhuis, hallo huisje.

’t Werd tijd. Alhoewel. Ik weet het nog niet goed. ‘k Zal de komende dagen wel beter beseffen waar we nu aan begonnen zijn.

Ik heb, zo lang ik me kan herinneren, altijd vier kinderen gewild. Toen we er twee hadden hebben we even getwijfeld om al dan niet door te gaan en uiteindelijk toch de knoop doorgehakt om Jan te krijgen (al wisten we toen nog niet natuurlijk dat het Jan ging zijn). Logischerwijze wist iedereen die me kende dan ook dat Anna er ging komen.

De overgang van twee naar drie kinderen heb ik nooit als probleem of zwaar ervaren. Het gebeurde en het ging en het was leuk en er waren geen specifieke problemen voor zover ik me herinner (behalve “het probleem” met Michel).

Maar toen we voor Jan gingen wisten we niet dat Michel zijn rug zou breken. Toen Michel zijn rug gebroken had wisten we ook niet welke gevolgen dat had op andere dingen die niet onmiddellijk zichtbaar waren.

Uiteindelijk hebben we zo’n half jaar bewust geprobeerd om zwanger te worden, zonder succes (voor ons is dat lang hoor als je er rekening mee houdt dat Zelie bij de eerste poging verwekt was, Louis op de vierde poging en Jan op de tweede poging :)) en toen hebben we het “opgegeven” en gedacht dat er misschien bijkomende onderzoeken nodig waren. En net toen we dat gesprek hadden bleek ik zwanger.

Michel was doodcontent, maar mijn eerste reactie was eigenlijk eerder paniekerig van “wat zijn we nu begonnen”. ’t Was maar heel kort, maar die reactie heb ik eigenlijk nu weer.

We zullen het maar aan vermoeidheid wijten: die nachten zijn toch wel zwaar (alhoewel ik me dát wel nog goed herinner) en daarnaast zijn er de andere drie schatjes, en ik vermoed dat ik vooral bang ben dat ik die drie zal verwaarlozen.

Vanavond vroeg in bed en dan morgen fris aan de dag beginnen. Eens terug in de routine zal het uiteindelijk zichzelf allemaal wel uitwijzen: dat ging ook zo bij Jan.

Ziek (maar niet echt)

Jan vrijdag nog eens thuis gehouden en ermee naar de dokter gegaan. Hij is eigenlijk helemaal niet ziek qua doening, maar hij had al een tijdje last van diaree en onder het mom van “better safe than sorry” …

Dus Jantje was thuis en genoot nog maar eens van mama’s exclusieve aandacht. ’s Ochtends hebben we een beetje TV gekeken en hij had zich in de kom van mijn arm genesteld, hoofdje op mijn schouder en dekentje over zijn benen. Heel gezellig. Genieten dat hij deed. En toen het de Teletubbies was kon hij zijn blijdschap niet op.

Bij de dokter hebben we dan samen met vormpjes gespeeld en heb ik hem proberen leren om zowel naar de vorm van een blokje te kijken als naar de vorm te zoeken in “het recipiënt” en na een drietal keer begon hij het toch door te krijgen. Ik besefte dat dit iets is waar we ons al langer mee bezig zouden moeten gehouden hebben: Louis kon dit al toen hij ongeveer 20 maanden was. Maar als je niet neerzit met de kleinen om het hem te tonen is het moeilijker voor hem omdat hij het zelf moet “ontdekken”.

Het nadeel dus aan meerdere kinderen te hebben: bij de eerste is alles nieuw en ga je er zo in mee, bij de tweede lukt het nog om er actief mee bezig te zijn zolang de oudste niet te veel aandacht opeist, maar vanaf de derde gaat dat al een pak minder. De twee oudsten zijn er ook nog en gezien het veel “gemakkelijker” is hen iets nieuws te leren (omdat zij het veel rapper begrijpen) wordt de inspanning met de derde een beetje verwaarloosd.

Dat belooft dus voor nummer 4, de sukkel.

De namiddag met Jan was iets minder: het gevolg van die overdosis exclusieve aandacht zeker? Zolang we alleen waren, geen probleem. We zijn evenwel Louis en Zelie al wandelend gaan halen en eens de anderen erbij waren was het al heel wat minder.

Op de terugweg naar huis was Jan enorm koppig en wou niet luisteren. Als hij in de buggy zat wou hij er absoluut uit en eenmaal eruit wou hij er weer in. Van vooruitgaan was dus weinig sprake. Of hij was er uit en weigerde dan mee te lopen. Als ik hem dan wou pakken liep hij weg. Ik moest Zelie vragen om hem te gaan vasthouden zodat ik hem kon pakken (lopen in mijn forte niet voor het moment). Uiteindelijk heb ik hem in de buggy moeten vastmaken en zijn we met een krijsende Jan thuisgekomen.

Minder leuk einde van anders toch wel een zeer leuken dag.

Dagje Jan

Vandaag was Jan een ganse dag alleen thuis: pedagogische studiedag op de peutertuin.

Zelie en Louis waren naar goede gewoonte ’s ochtends naar school en in de namiddag bij mamie (mijn schoonmoeder dus, die zeer genereus aangeboden heeft verder de kinderen op te vangen op woensdagnamiddag ondanks dat ik thuis ben – wreed bedankt). Dus een dagje alleen met Jan. Een zeer productief dagje.

Gezien ik dus niet terug in mijnen nest kon kruipen of lui in de zetel hangen heb ik een deel van mijn lijstje afgewerkt:

  • mijn valies gemaakt. Ik vond het eindelijk hoog tijd gezien ik gisterenavond (of moet ik zeggen “vorige nacht”) nog zeer lang heb wakker gelegen van opeenvolgende voorweeën. Niet makkelijk om daarmee in slaap te vallen. En een teken aan de wand, zou ik zo denken. Dus besloten om niet langer uit te stellen en de valies klaar te zetten en dat is dus gelukt
  • de valies voor de baby gemaakt. Ze is nog niet volledig: alleen de hemdjes mankeren maar die komen morgen
  • doopsuikers afgewerkt. Dankzij de hulp van mijn goede vriendin E. hebben we samen de laatste hand gelegd aan de afwerking. Uiteraard nog geen 100%, de naametiketjes moeten er nog aan, maar daarvoor moeten we wachten op de geboorte
  • de adressenlijst vervolledigd en ge-updated (maar dat had ik eigenlijk gisteren al gedaan en Michel moet ze nu nog afwerken).

Jan was in de buurt toen ik de valiezen maakte en liep totaal niet in de weg: hij vond het wreed plezant zo van de ene kamer naar de andere te lopen. Tijdens het maken van de doopsuikers deed hij zijn middagdutje, dus dat was veilig.

Eens Jan wakker was zijn we gaan wandelen: eerst fruit halen en dan op het gemak terug naar huis via een “omwegje”. Heel traag kwestie van mij niet te forceren, maar het was zo mooi buiten en we hebben er alletwee van genoten. En eens weer thuis heb ik voor het avondeten gezorgd: een gezond slaatje (sla, tomaat, witloof, komkommer, ajuin, paddestoelen, kippewit, kaas en hesp met een sausje van 1/3 mayonaise, 2/3 yoghurt en veel kerriepoeder) voor iedereen (ja, ook de kinderen) en voor de uitzondering zaten we eens allemaal samen aan tafel. Heel gezellig.

Hoe lastig en veeleisend Jan ook kan zijn als broer en zus aanwezig zijn, zo braaf, lief en gehoorzaam is hij als hij alleen thuis is. Ik heb hem zelfs zonder (veel) problemen in bed gekregen én Michel was er niet om hem te troosten 🙂 Triomf!

Een op alle vlakken geslaagde dag dus want met Jan had ik een beetje een zware dag gevreesd, maar niets was minder waar. Zeer leuk en dus zeker voor herhaling vatbaar.

Enige minpunt: gezien ik eigenlijk van de hele dag niet gerust heb heb ik momenteel nogal veel harde buiken. Enfin, vingers gekruist houden dat de baby nu nog tot na het optreden van De Nieuwe Snaar morgen wacht en vanaf dan: kom maar af. ’t Is genoeg geweest (alhoewel: nog een paar extra dagen om alles op punt te stellen kan eigenlijk ook geen kwaad).

Vakantie

Ha! Niet ikke (alhoewel :)) maar mijn gyneacoloog.

Ik wist het wel: hij gaat normaal gezien op vakantie met zijn gezin in de paasvakantie, maar ik had er tot vandaag nog niets van gehoord dus ik hoopte dat misschien dit jaar…

Vergeet het. Hij moest mij inlichten over de “dienstregeling” van de komende weken en ja hoor: van 1 april tot en met 8 april is hij er niet en ik ben uitgerekend voor 6 april. Hij zal vervangen worden door een vrouwelijke gyneacoloog (de gyneacoloog van mijn vriendin, dus ik heb daar wel vertrouwen in) en ik ben al blij dat het een vrouw is want eerlijk gezegd: die gyneacologische bezoeken en tussenkomsten zijn niet iets waar ik naar uitkijk, laat staan dat het dan nog een vreemde man is die tussen mijn benen zal kruipen (om het een beetje oneerbiedig te zeggen).

Dus officiëel heb ik nu nog 2 weken en 2 dagen te gaan maar is mijn gyneacoloog er maar 1 week en 4 dagen meer. Ik heb nog een afspraak volgende vrijdag, den 31sten, dus een ideaal moment om dan af te komen. Nu dat nog aan het verstand brengen van een ongeboren baby want overtijd gaan (dus wachten tot na den 8sten) zie ik eigenlijk niet zitten 🙁

Ik moet zeggen: de andere drie hebben er ook rekening mee gehouden: Zelie is geboren op een maandag na het weekend waarop de gyneacoloog niet van dienst was, Louis is geboren op de vrijdag vlak voordat de gyneacoloog zijn paasvakantie nam en Jan is gewoon op een woensdag geboren. Hoop doet dus leven hé.

Enthousiasme

Vanaf vandaag moeten de Zelie en Louis niet meer in de naschoolse opvang blijven. Als goede thuisblijvende moeder ga ik de kindjes nu direct na school afhalen.

Toen ik hen inlichtte dat ze dus niet meer in de opvang moesten blijven waren ze alletwee dolblij.

Wat mij enerzijds verbaasde (en anderzijds dan ook weer niet). Als ik tijdens “normale tijden” de kindjes vroeger afhaal zijn ze namelijk allesbehalve blij. Ze klagen dat ze nog willen spelen of dit of dat doen en gaan met tegenzin mee. Het is al gebeurd dat er tranen aan te pas kwamen. Ge denkt dan dat ge goed doet.

Maar blijkbaar is het vooruitzicht van geen opvang tout court toch leuk en vandaag absoluut geen problemen gehad 🙂

En ondanks dat ik wreed moe was vandaag heb ik er ook van kunnen genieten om zo samen dingen te kunnen doen: Zelie aan haar huiswerk zetten (helpen is (nog) niet nodig), Louis helpen met een puzzel, met Jan in een boekje kijken en de woordjes zeggen. Allemaal dingen waarvoor we anders geen tijd hebben. Zeer leuk.

Hoezee

Het is mooi(er) weer!!

Ik ben blijkbaar niet de enige die erover uitzinnig is, maar ge zoudt van minder na al die tijd.

Het leuke is, momenteel toch, dat met de werken hier in het straat, de kinderen buiten kunnen spelen zonder dat we ons zorgen moeten maken. De betegeling is al tot ver voorbij onze deur gevorderd en overal ligt een laag zand. Wat kan een kind nog meer wensen: een prachtige zon, een zee van ruimte, geen auto’s en een zandbak voor de deur? We hebben ze van gans de namiddag niet gehoord. Zalig (zowel voor hen als voor ons) 🙂

Op het einde van de namiddag heb ik toch nog een efforke gemaakt en zijn we met z’n vieren (papa was niet mee) nog eventjes naar het park getrokken waar ze eventjes in de speeltuin gespeeld hebben en dan vooral achter de bal gelopen hebben.

Leuke dag en zeer relaxed.

En nu maar hopen dat het blijft duren (en vooral: nog beter wordt).

Intuïtie

Zelie was 22 maand toen Louis geboren werd. Ik herinner mij haar in de tijd dat ik zwanger was van Louis.
Zelie was altijd al een redelijk “zelfstandige” baby en kind. Als baby moest ge haar bv. niet zo in typische wieghouding vastpakken. Ze zat veel liever recht op de schouder. Dat zie je aan de foto’s zelfs van in het ziekenhuis: nog geen dag oud en ze wou al recht zitten.

Eens ze begon rond te kruipen was ze nooit een schootjeszitter. Altijd in beweging. Ze kwam wel veel aaikes en kusjes vragen en geven en was zeer aanhankelijk, maar op de schoot blijven zitten: niets voor haar.

Tot ik 8 maand zwanger was. Zo een ommezwaai. Het was alsof ze door kreeg dat er iets fundamenteels ging veranderen en ze wou er nog rap het meeste uithalen. Plots wou ze niet anders dan op de schoot zitten en gepakt worden. Ze wou (bijna) niet meer lopen en bleef maar aan mijn rokken hangen. Wreed raar.

Bij Louis heb ik nooit zoiets gemerkt toen ik zwanger was van Jan. Misschien omdat hij toen toch bijna 3 jaar was en dat ene jaar maakt wel een groot verschil bij zo’n klein kind.
Maar ik krijg nu de indruk dat het bij Jan hetzelfde is. Jan is nu 25 maand en bij hem is het niet zo zeer dat hij meer aanhankelijk is (Jan was altijd al aanhankelijk) maar voor het minste begint hij nu te huilen. Niet zo een hysterisch kwaad geschreew van een kind in zijn “terrible two’s” (al heeft hij nog altijd die periodes ook hoor), maar echt hartverscheurend, indiep droef huilen van verdriet. En ook niet meer willen lopen: altijd gepakt willen worden.

Ik denk echt dat het een soort intuïtie is over een grote verandering die op komst is.

Humeur

Gisterenavond was mijn humeur opperbest: zo blij dat ik er voorlopig vanaf ben (het werk dus :)).

De kindjes hebben het ook gemerkt: heb mij niet opgejaagd, bleef rustig en heb zelfs de energie gevonden om nog een beetje te spelen.

Qua wisselvalligheid kan het wel tellen, daar niet van: deze ochtend al heel wat minder: kort aangebonden, nerveus, geen geduld… Deze middag een dutje gedaan en het ging al een beetje beter, maar toch maar een beetje.

Enfin, als slaap mij goed doet dan zal het er alleen maar op vooruit gaan de volgende dagen, niet? Hope springs eternal…

Geheugen

Jan zijn neusje is goed aan het genezen: de korstjes beginnen er langzaamaan stilletjes af te komen. Dit brengt waarschijnlijk het nodige gejeuk met zich mee want hij zit regelmatig aan zijn neus te krabben.

Michel en ik dan (bijna) gezamenlijk: “niet krabben jongen”, waarop Jan zijn standaard antwoord geeft: “neusje pijn edaan, bedje evallen”.

Ik vraag mij af hoe lang hij zich dat zal herinneren? Ik vrees echter, eens hij niets meer voelt aan zijn neus, dat de herinnering ook zal verdwijnen … en dan zal hij wel nog eens proberen uit zijn bed te kruipen zeker.

Terugblik – nummer 2

De saga gaat voort. Tijd om terug te kijken naar de tweede bevalling.

De geboorte van Louis was iets totaal anders dan die van Zelie. Kwestie van totaal geen referentiepunten te hebben kan tellen.

De bevalling van Louis is eigenlijk begonnen minimum zo’n 24 uur voordien. Dat ik het exacte moment niet weet, komt omdat ik toen niet wist dat het eindelijk in gang was geschoten.

Ik was uitgerekend voor 11 april en had nog een controle bij de gyneacoloog op die dag, hopend dus dat die afspraak niet zou doorgaan. Buiten Louis gerekend dus want hij vond blijkbaar dat hij goed zat waar hij was en toonde nog geen enkel teken om eruit te komen.

Voor de eigenlijke afspraak eerst nog een half uur aan de monitor (standaard eens je je datum bereikt hebt) om te zien of de baby het nog goed doet. Alles bleek in orde. Daarna naar de afspraak en bevestiging gekregen van de gyneacoloog: nog niets van opening en de baby was eigenlijk nog niet echt ingedaald.

Frustratie dus. 9 maanden wachten is al lang genoeg. Als je dan over datum gaat wordt het alleen erger. Moedeloos terug naar huis dus en het wachten voortzetten.

De dag erop kreeg ik voorweeën. Dat zeg ik nu gezien ik nu weet dat het voorweeën waren, maar toen wist ik dat niet en dus gedurende die donderdag 12 april kreeg ik zo heel af en toe een vaag gevoel van “maandstondenkrampen” oftewel dus voorweeën. Geen aandacht aan besteed. Het was ook maar om de zoveel uur en pijnlijk was dat niet. Ondertussen was ik de harde buiken ook al gewoon dus negeerde ik het gewoon.

’s Nachts een aantal keer wakker geworden van die voorweeën (weet ik nu dus, maar toen niet: ik kwam nogal verward wakker met een vaag gevoel van dat er iets raars was, maar ik kon mijn vinger niet op het probleem leggen en dus sliep ik maar rap weer in).

Vrijdagvoormiddag begonnen die voorweeën mij wel op te vallen. Rond een uur of 10 ’s ochtends kreeg ik door dat het 1. voorweeën waren (ik had er over gelezen) en 2. dat ze toch wel zeer regelmatig kwamen: zo om de 20 minuten. Eindelijk begon ik er aandacht aan te besteden en tegen 12 uur kreeg ik die voorweeën zo om de 5 minuten.

Zeer bizar, dacht ik, dus het hospitaal gebeld om te weten of zij mij iets meer konden vertellen: “nee madam, zeer raar, nog nooit van gehoord. Weet ge wat: komt binnen, dan leggen we u aan de monitor en we zullen dan eens kijken.”

Michel dan maar gebeld (hij werkte toen gelukkig bij ons achter de deur) die dan afkwam. Philippe (Michel zijn broer die toen heel handig eventjes voor de gelegenheid bij ons ingetrokken was) voerde ons naar het ziekenhuis waar ik in een piepkleine ruimte werd gestationeerd (niets van plaats in één van de vele arbeidskamers: sinds woensdag was er blijkbaar een babyboom aan de gang) en aan de monitor gelegd. “We zullen binnen een half uurtje eens komen kijken”, kreeg ik nog als afscheid van de vroedvrouw.

Dat half uurtje werd een uur en ondertussen bleven die voorweeën maar voortduren. Tegen 13u kwamen ze om de 2 minuten. Zeer oncomfortabel maar helemaal niet pijnlijk. Toen de vroedvrouw dus eindelijk kwam kijken bevestigde ze wat ik al gezegd had: voorweeën, geen weeën, zeer regelmatig en ze vond het raar. Ze ging er mijn gyneacoloog bijhalen “want hij was hier toch net bezig met (nog) een bevalling” om eens te kijken en te zien of en wat er eventueel moest gebeuren.

Toen de gyneacoloog om 13u30 eindelijk kwam kijken had ik nét mijn eerste wee gehad: joepie! Hij heeft dus de vroedvrouw erbij gehaald en ik werd naar een arbeidskamer verhuisd. De volgende wee kwam direct een paar minuten later en de volgende wee nog eens 5 minuten later. Blijkbaar waren die voorweeën een goede voorbereiding geweest.

Eenmaal op de arbeidskamer direct een epidurale laten zetten om dan op mijn gemak te kunnen wachten op het verdere verloop.

Als ge nu denkt dat deze bevalling vlot ging, vergeet het. Louis reageerde slecht op de epidurale. Van een sterke hartslag van rond de 150 slagen/minuut ging hij naar 98 slagen/minuut. Voor de mensen zonder referentiekader: er wordt altijd gezegd dat de hartslag van de baby boven de 100 slagen/minuut moet blijven.

Ondanks de geruststellingen was ik toch ongerust.

De verdoving die in mijn lijf zat konden ze er niet uit krijgen maar ik mocht het vergeten om “bij te spuiten”: te veel risico voor de baby. Gelukkig bleef Louis goed reageren op de weeën (bij elke wee ging zijn hartslag omhoog tot zo’n 130 slagen/minuut) en, werd ons gezegd, zo lang hij reageert op de weeën was er niets om u zorgen in te maken.

Het ging wel zeer goed vooruit. Eerst leek het van niet: toen ik binnengebracht werd in de arbeidskamer had ik al ontsluiting van zo’n 6 cm, maar een uur later had ik nog steeds maar 7 cm. Die controle gebeurde rond 14u30. Vijf minuten later voelde ik een rare druk: alsof ik moest persen. Het gevoel was duidelijk (de epidurale was aan het uitwerken) en ik belde dus de verpleging. De vroedvrouw controleerde en stelde vol verbazing vast dat ik op die 5 minuten tijd wel volledige ontsluiting had en klaar was om te bevallen. Ik werd in zeven haasten naar de bevallingskamer gerold, de gyneacoloog werd opgebeld en eens daar moest ik direct beginnen persen, zonder gyneacoloog aanwezig.

Vlak voor de tweede persing kwam de gyneacoloog er ook bij. Met maar een halve epidurale meer voelde ik meer dan genoeg pijn. Ik lag te daveren op de tafel, maar blijkbaar was dat normaal (“van de shock madam”) en een goede vijf minuten nadat ik de bevallingskamer was binnengerold, slechts twee keer moeten persen, lag Louis op mijn buik. 14u40: Louis was die dag, vrijdag de 13e, de 13e baby die geboren werd in het AZ Sint Lucas.

Louis bleek 100% in orde: perfecte apgar score, direct wenen, dus geen gevolgen van de epidurale.

Ook geen complicaties nadien (noch voor hem, noch voor mij). Een uur na de bevalling liep ik al rond.

De eerste nacht, wegens de enorme drukte van de laatste dagen, heb ik nog een kamer moeten delen met de mevrouw die baby nummer 15 van die dag op de wereld had gezet (die mevrouw was bijna in de lift bevallen: we hebben haar zien binnenrijden in een rolstoel, onmiddellijk naar de bevallingskamer en, ik overdrijf echt niet, 10 minuten later lag ze in een bed op de gang bij mij) en de dag daarop kregen we onze eigen kamer.

Ik moet zeggen, de ervaring van een kamer te delen met een andere vrouw en baby is voor mij niet voor herhaling vatbaar. Niet dat die vrouw en baby lastig waren, integendeel, maar ik geef toch de voorkeur aan het alleen zijn na een bevalling: elke storing is toch een echte storing.

To be continued …

PS: de commentaar van Huug deed met aan nog een detail denken.

De geboorte verliep zeer vlot maar ik was vergeten dat het niet zo vlot ging met de nageboorte: die wou er niet uitkomen.

Resultaat: uiteindelijk is dr. gyneacoloog er met gans zijn hand (en stuk arm) moeten ingaan om “den boel” eruit te schrapen met zijn vingers. Ik kan u verzekeren: aangenaam is anders. Maar beter zo dan via een operatie, nietwaar 🙂