Spelen van

De kinderen spelen een spelletje. Altijd leuk om naar te luisteren, want om de zoveel minuten wordt het spel onderbroken voor een woordje uitleg (‘Wacht, en dan doe ik dit en jij dat en zegt Jan dat en doet Anna zo’).

Nu spelen ze ‘bakkertje’ en Louis is de bakker, Jan is de hond van de bakker en Anna is de klant. Wat Zelie juist is weet ik niet want zij is pas onlangs beginnen meedoen, maar ik denk ook een klant. Eerst was het speelveld de living, ondertussen zijn ze naar boven verhuisd en hoor ik ze over en weer lopen tussen de kamers.

Daarnet ‘klaagde’ Zelie: wanneer de bakker nu eindelijk open ging, want Louis had zijn toog toch even gesloten (‘want ik ben nu een ongeduldige klant’, zei Zelie, ‘en ik ga dus klagen’). Het antwoord van Louis: ‘Jamaar, ik ben wel in jaarlijks verlof hé’.

Schitterend.

Profiteren

Alleen met vier kinderen naar een pretpark gaan, dat gaat niet. Onmogelijk. Niet te doen. De kinderen verschillen daarvoor teveel in leeftijd en er is altijd wel een attractie waar de ene(n) wel op wil(len) en de andere(n) niet. Voor sommige attracties is alleen gaan dan een optie, maar voor de meeste moet er begeleiding zijn en dus kan ik niet alleen gaan: er moet nog een volwassene mee.

Voor Michel is dat ongelooflijk lastig, zo naar een pretpark met zijn rug. Om niet te zeggen dat ‘lastig’ een serieus eufimisme is. Dus zoek ik meestal andere slachtoffers.

Donderdag had ik evenwel sjans: drie kinderen zaten op kamp. Eén kind thuis. ’s Avonds moest ik de drie oudsten van hun kamp afhalen en laat dat kamp zich nu net in De Panne bevinden. Wat is er in De Panne? Juist, Plopsaland.

Ge moogt zeggen van merchandising en zo wat ge wilt, maar als er één park leuk is voor zelfs de allerkleinsten, dan is het wel Plopsaland. We zijn er indertijd geweest toen Zelie en Louis nog heel klein waren en Jan er nog niet was, en toen was het voornamelijk op die hele kleintjes gericht. Het is eigenlijk pas de laatste jaren dat er meer attracties gekomen zijn voor de ‘groteren’.

Donderdag was ook de dag dat Zelie, Louis en Jan mét hun kamp ook naar Plopsaland gingen en dus heb ik er van geprofiteerd om met Anna alleen op zwier te gaan. Op vraag van madam eerst naar de zee zelf waar we lustig in de zee hebben gespeeld tot Anna bijna blauw zag van de kou (niet dat ze er toen uit wou, maar ik heb haar dan maar verplicht). Eens afgedroogd en opgewarmd en schelpjes geraapt ging het richting Plopsaland.

We hebben ons rotgeamuseerd. Toen Anna na de eerste attractie erop wou blijven zitten, en ik haar zei dat dat niet kon behalve als ze opnieuw zou aanschuiven, maar dat er nog heel veel molens te doen waren, keek ze mij nogal ongelovig aan, zo met een blik als om te zeggen: dat zegt ge alleen maar omdat ik eraf zou gaan zonder een scène te maken. Maar vijf minuten later merkte ze dat ik niet gelogen had en van dan af aan was het van het één naar het ander.

Ik heb mijn ogen open gehouden om te zien of ik Zelie, Louis en Jan toevallig niet zou zien en ik had geluk: toen we in het treintje zaten passeerden we Zelie die aan het aanschuiven was voor een attractie. Ik kon haar niet achterna gaan: we zaten nogal vast, maar mijn hart maakte toch een sprongetje van blijdschap.

Tegen 18u waren we rond. Niet dat we het hele park hadden doorlopen, maar toch het grootste deel en we waren terug aan het beginpunt. De zon blakerde en de fontein liep vol kinderen, letterlijk dan. Dus heb ik Anna maar in haar onderbroek gezet en haar ook laten lopen. Binnen de vijf minuten was ze doorweekt, maar plezier dat ze had. Een half uur later heb ik er haar vanonder gehaald. Ze was niet zeer blij, maar langs de andere kant liet ze zich nogal rap overtuigen: het feit dat ze klappertande zal er wel mee te maken hebben gehad. We hebben nog een warme hap gegeten en daarna is ze toch nog eens vijf minuten onder de fontein geweest.

Uiteindelijk zijn we rond half acht op het kampterrein toegekomen, moe maar voldaan. Zelie, Louis en Jan waren dat duidelijk ook. Ze glunderden nog na van hun dag in Plopsaland en waren niet echt enthousiast om mee naar huis te gaan. Maar eenmaal thuis in hun bed hadden ze geen energie meer om nog gelijk wat te zeggen of doen.

Jolijt

22u ’s avonds. Een uur waarop alle kinderen in bed zitten … of toch zouden moeten zitten.

Want Zelie en Louis zijn nog wakker. Ze zitten beneden en hebben blijkbaar de tijd van hun leven: giechelen, gieren, kletsen, … Ze zijn uitnodigingen aan het knutselen voor Louis zijn verjaardagsfeestje (Ja kijk, het is al anderhalve maand geleden, maar beter laat dan nooit).

Michel is net gaan kijken en blijkbaar zijn ze doodmoe met als resultaat uitspraken als ‘ik ben mijn hyperactiviteit bijna kwijt … maar dat zal wel terugkomen’ (Louis). Ze hebben dus de slappe lach van vermoeidheid.

Michel vroeg of het geen tijd werd dat ze gingen slapen, maar ik genoot gewoon van hun plezier. Er waren al genoeg (kleine) kinderruzies geweest vandaag dat ik het zo zalig vind als ze zich zo samen amuseren.

Ze krijgen nog een half uurtje.

Swim, swim, swim

Zelie, Louis en Jan gaan sinds een paar maanden zwemmen in de zwemclub, want zwemmen is belangrijk. Dat heb ik nog maar eens goed gemerkt toen we op vakantie waren en bleek dat, alhoewel Louis had leren zwemmen met school, hij eigenlijk nog helemaal niet kon zwemmen. Toch niet in de mate om hem alleen in een diep zwembad te laten.

Dus zitten ze in de zwemclub. Om techniek te leren en ook kracht. Om echt goed te leren zwemmen.

Zelie en Louis zijn samen begonnen. In de tweede groep. ‘Tweede’ in de zin van één stapje hoger dan de kindjes die dus voor de allereerste keer leren zwemmen, zoals Jan dus, die dus in de eerste groep zit. Want de zwemclub eist relatieve perfectie in techniek vooraleer ze in de volgende groep mogen.

Met dat Zelie ondertussen toch al vier jaar kan zwemmen mocht zij na enkele weken al over: haar techniek moest gewoon wat geperfectioneerd worden.

Om de zoveel weken, meestal na een reeks en voor een nieuwe reeks begint, worden ze dan geëvalueerd. Kijken naar de vorderingen en de techniek en dus kijken of ze klaar zijn om over te gaan naar de volgende groep.

Het einde van de reeks komt er weer aan en vorige zaterdag werden Zelie en Louis geëvalueerd. Louis had zijn evaluatie bijna gemist, maar gelukkig had hij zijn badmuts aan het zwembad vergeten zodat hij terug gegaan was en dus nog eens het zwembad in mocht. Zelie was ook al wat later dan gewoonlijk en uiteindelijk kwamen ze bijna gelijktijdig terug. Eerst Zelie bijna euforisch omdat ze over mocht: ze mag nu in het ‘grote’ zwembad. Een paar minuten later kwam Louis doodgelukkig terug: hij mocht ook over.

Vandaag was het dan aan Jan. Ik was nog net op tijd om zijn laatste 10 minuten les te volgen en dus zag ik het ook toen hij getest werd. Een eerste poging ging niet goed zodat het bijna leek of hij nog een reeks in de eerste groep zou moeten blijven. Maar zijn juffrouw zei dat hij het wel kon en dus mocht hij nog een tweede poging doen. Resultaat na poging twee: hij mag ook over gaan.

Drie dolgelukkige kindjes dus en een overtrotse mama.

Anticiperen

Morgen is het feest bij mijn zus. Haar oudste doet zijn eerste communie.

Morgenvroeg zal het er hier dus nogal hectisch aan toe gaan: vier kinderen klaarmaken én mijzelf én op tijd in Oudenaarde zijn. Want er moet nog geholpen worden voor de mensen toekomen en alles.

Hectisch betekent ook meestal dat ik nogal kort uit de hoek kan komen als de kinderen dan teveel treuzelen naar mijn goesting. Want ze moeten nog gegeten hebben en proper zijn voor we vertrekken en alles. Eens we daar zijn mogen ze gerust vuil worden, maar proper aankomen, dat zou ik dus al wreed wijs vinden.

En zo hoorde ik Louis vanavond een beetje wenen, dus ging ik kijken. Voor ik de kamer kon open doen kwam hij zelf al buiten en ging naar het toilet: hij moest gewoon plassen en was daarvan dus wakker geworden. Niet zo speciaal. Dat gebeurt wel meer.

Wat minder gebeurt, is dat hij midden in de nacht wakker wordt, volledig aangekleed. Terwijl hij toch in pyjama gaan slapen was én terwijl hij andere kleren aanhad dan hij vandaag overdag had aangehad.

Louis had dus gedacht: ik ga morgen rap klaar zijn. Zo rap zelfs dat, als ik nu al mijn kleren aandoe, ik niet veel rapper klaar kan zijn. Hij moest lachen toen ik hem zei dat hij wel een beetje zot was. En toen ik er hem attent op maakte dat ik toch kleren had gekocht voor de gelegenheid morgen. En dat de kleren die hij aanhad niet die kleren waren.

Ik heb hem dan maar weer in zijn pyjama geholpen. Morgen kan hij dan, fris gewassen, zijn nieuwe kleren aandoen.

Oortjes

Lien is niet de enige met oorprobleempjes in de familie. Hier hebben de oortjes ook last.

Als kind had ik jaarlijks oorontstekingen. Elk jaar tussen mijn 6 en 12 jaar garantie één oorontsteking en één keelontsteking. Gemiddeld dus een maand per jaar thuis want twee weken voor elke ontsteking. Gelukkig kreeg ik ze niet opeenvolgend, maar verspreid over de winter, maar toch. Pijn. Dat herinner ik mij er vooral van. Enorm veel pijn. De keelontsteking een hel, de oorontsteking nog veel en veel meer. Huilend ineengedoken in een hoekje op de speelplaats omdat ik niet wist waar kruipen van de pijn.

Onze kinderen hebben daar (nog) geen last van. Zelie is ooit van een vakantiekamp thuisgekomen met een dubbele oorontsteking, maar ware het niet dat de we bij de dokter moesten zijn voor iets anders voor haar, we hadden het nooit echt gemerkt. Ze had er niet echt veel last van. Last, dat was eigenlijk het woord, pijn neen.

Voor zover ik weet is dat de enige keer dat één van ons kinderen een oorontsteking gehad hebben. Dus dat Zelie buisjes heeft is daar niet aan gelegen. Dat ze gewoon bijna niet meer hoorde, dat was wel de aanleiding.

Tijdens onze uitstap in de Paasvakantie merkten we dat Louis gelijk niet zo goed meer hoorde. Dat én het feit dat Zelie de laatste tijd af en toe klaagt van een serieuse gevoeligheid aan haar oren én dat Jan zijn oren er vorig jaar niet al te best uitzagen, maakten dat ik dus nog eens een afspraak maakte bij de NKO. Aangezien ik de indruk heb dat mijn gehoor ook niet opperbest is, heb ik dan maar direct een afspraak voor mijzelf bij gemaakt.

Vandaag was D-day. Zelie is uiteindelijk niet meegegaan, iets met toekomstige examens op de muziekschool, en dus ga ik met haar binnen twee weken gaan. Jan, Louis en ik, in gezelschap van Anna, zaten wel in de wachtzaal, of beter: wachtgang. Na één uur en 15 minuten wachten (leert u ook eens de betekenis van een ‘wacht’gang) konden we eindelijk bij de dokter.

Verdikt: Jan zijn oortjes hebben zichzelf ‘hersteld’. In pricipe had ik vorig jaar, twee maanden na de vorige controle, opnieuw moeten langsgaan omdat het er niet goed uitzag. Het leek dezelfde kant als Zelie op te gaan, maar ik was het een beetje uit het oog verloren om een nieuwe afspraak te maken. Gelukkig, bleek nu, want alles is in orde gekomen puur natuur.

Louis blijkt vocht te hebben in zijn oortjes met alleen een licht gehoorverlies in het rechteroor als gevolg. Voorlopig gaan we proberen dat op te lossen met een siroop. Verder in de gaten houden dus en als het niet verbetert, opnieuw een afspraak maken om nog eens te kijken.

Op mijn oren was uiterlijk niets aan te merken. Dus een gehoortest gedaan om te zien of het niet iets inwendig kon zijn. Blijkbaar ook een zeer miniem verlies aan beide oren, maar zo weinig dat het verwaarloosbaar is. Ik moet er dus mee leren leven dat ik niet hoor als er een groep is, maar aangezien ik dat al jaren doe, is dat geen probleem.

Vervolg binnen twee weken dus.

Even rust

Ja ik weet het. Het was hier niet zo druk als anders, maar vermoeidheid zit daar voor veel tussen. ’t Is niet alsof er niets te vertellen valt. ’t Is gewoon dat ik ’s avond zo moe ben dat ik mij niet meer kan herinneren wat ik nu allemaal wou schrijven.

Zoals dat ik opgeroepen ben om als bijzitter te gaan meetellen bij de verkiezingen. In de namiddag dus. Om 14u of om 16u. Kwestie om u zo lang mogelijk in spanning te laten zodat ge geen al te vaste plannen kunt maken. Bij de vorige verkiezingen mocht ik ook opdagen om te tellen. Tot bleek, toen ik er aan kwam, dat ik eigenlijk pas derde reserve bijzitter was. Derde. Reserve. Toen de tweede reserve toekwam wist ik al dat ik mocht naar huis terugkeren, kwestie dat er toen al genoeg bijzitters aanwezig waren. Maar neen. De voorzitter volgde het boekje en liet ons blijven tot het uur er was. Tegen dat het 14u was (of was dat toen om 13u?) waren alle bijzitters én alle reservebijzitters aanwezig en mochten alle reserves dus beschikken.

Ik begrijp wel dat ze er niet opzetten of ge nu effectief of reservebijzitter zijt. Moesten ze dat doen, dan zouden de reservebijzitters waarschijnlijk systematisch te laat komen of niet komen opdagen. Maar moeten we nu echt blijven als blijkt dat het telbureau al voltallig is zonder u? Enfin. We zien dus wel wat het dit jaar zal geven. Ergens hoop ik dat ik effectieve bijzitter ben. Toen ik nog advocaat was, was ik eens voorzitter en ik heb dat wreed graag gedaan. Ik zou het dus niet erg vinden. Wachten om te horen dat ik niet moet blijven, dat vind ik wel erg.

Of zoals dat er vandaag bezinningsdag was voor de eerste communie. Bij de kinderen op school wordt de eerste communie in het tweede leerjaar gevierd en dus is het dit jaar Louis zijn beurt. Niet dat Louis zijn communie doet, maar ze zitten nu eenmaal op een katholieke school en alhoewel niemand verplicht wordt zijn communie te doen, moet elk kind wel verplicht alle voorbereidingen meemaken. En daar ga ik volledig mee akkoord hoor. Dus een bezinningsdag hoort daarbij.

De bezinningsdag is dus met alle kinderen van het tweede leerjaar én met hun ouders, of tenminste de ouders die zich hiervoor kunnen vrijmaken. Vorige keer waren wij er alletwee bij. Dit jaar moest Michel afblazen op het laatste moment en dus was het ik alleen met Louis … en 67 anderen. Een grote groep dus. We hebben een bezoek gebracht aan de luchthaven van Zaventem, een rondleiding en zo een beetje een blik achter de schermen gekregen. De gids deed zijn rondleiding op maat van de kinderen, maar ik (en nog een heel aantal ouders) vonden het even interessant. Een zeer leerijke, aangename, maar ook vermoeiende dag dus.

Of zoals dat er hier weer iets rondhangt. Vorig weekend is Anna op zondagochtend wakker geworden met lichte koorts. Tegen dat wij opstonden was zij voor de TV weer in slaap gevallen maar tegen de middag was er niets meer te merken. Diezelfde namiddag heeft Louis zijn volledige middagmaal weer uitgek*tst en daarna niets meer. Vandaag is Zelie met koorts thuisgekomen maar nu lijkt het erop dat het niet iets van korte duur zal zijn. Een dokterbezoek lonkt dus morgen.

Maar vanavond lonkt eerst een vroege nacht.

Moeilijk

Jan en Louis waren een spelletje aan het spelen op de computer. Of beter: Jan speelde en Louis stond er naast om te helpen waar hij kon.

Op een bepaald moment zegt Louis: ‘Jan, nu kan ik écht niet meer helpen hoor want het wordt mij te moeilijk’.