Bedenking

Deze ochtend zat ik op de trein met een collega en ik vertelde haar van Anna haar ‘spuugaanval’ gisteren. Zij komt net terug van Engeland en blijkt dat daar een serieus virus aan het rondgaan is: zwaar braken maar na 48u is het gedaan. De mensen worden daar aangeraden NIET naar de dokter te gaan, maar het uit te zieken en vooral: thuis te blijven, kwestie van de patiënten in de wachtkamer of mensen op straat niet ook nog eens te besmetten.

Enfin, lange inleiding om tot eigenlijk iets heel anders te komen.

Toen ik nog op kot zat, zat ik in een gebouw met zo een achterhuis aan en daar woonden de eigenaars. Met twee kleine kinderen: een baby en een kind van 2j. Toen ik eens tijdens de Gentse Feesten op mijn kot stopte om het één of ander op te halen/af te zetten (het was 1u ’s nachts) kwam ik de eigenaars in de gang tegen: ze kwamen net thuis van de Feesten en hadden hun kinderen alleen achtergelaten. Ah ja, want ze sliepen toch en ze werden nooit wakker. Mijn haar ging rechtstaan. Ik had toen nog geen kinderen, maar de gedachte alleen al van wat er allemaal zou kunnen gebeurd zijn …

Daar moest ik deze ochtend aan denken en dat was waarover ik met mijn collega praatte. Dat, toen Michel niet op tijd thuis was, er ouders zouden geweest zijn die hun kind in bed zouden gestoken hebben (want het slaapt toch) en er dan op gegokt zouden hebben dat de partner wel direct zou thuiskomen en alles in orde zou zijn. Of zelfs niet aan die gok zouden gedacht hebben maar gewoon zich geen zorgen zouden maken, want ze zijn toch niet lang weg en … het kind slaapt toch altijd.

Moest ik dat gedaan hebben én was Anna effectief in slaap gevallen, dan hadden er twee dingen kunnen gebeuren: ofwel was ze wakker geworden, had overgegeven en was dan een goed half uur in haar overgeefsel blijven zitten. Ofwel was ze niet wakker geworden, had overgegeven in haar slaap en was er misschien in gestikt.

De gedachte alleen al … mijn haar komt er recht van.

Godsdienst

Mijn wederhelft heeft er al iets over geschreven (meer dan iets zelfs) en er zijn dus ook al discussies over aan de gang en ik zal het hier kort maken:

  1. het niet dopen van onze kinderen is onze beslissing waar we 100% achter blijven staan omdat we niet geloven in God en dus onze kinderen niet kunnen opvoeden volgens het katholieke geloof … een vereiste die gesteld wordt bij de doop;
  2. dat ze naar een katholieke school gaan houdt niet per se in dat ze moeten gedoopt zijn en dus hun communie doen: het is geen vereiste volgens het schoolreglement hetgeen ook toelaat dat ook andersgelovigen daar school lopen;
  3. de opmerking als dat we, door die beslissing, onze kinderen onthouden van de belevenis van het feest, vind ik geen steek houden: de eerste communie gaat niet over een feest, maar over een godsdienstig ritueel waarbij je (opnieuw) beloften doet in dat geloof, beloften die we niet kunnen houden, dus waarom ze doen? Het feest is een bijkomstigheid, een extra, geen doel;
  4. de opmerking dat de kinderen, door het niet deelnemen aan de eerste communie samen met hun klasgenootjes, geschaad zouden worden begrijp ik nog minder: niet alle kinderen mogen alles, de onze ook niet. Met een degelijke uitleg aanvaarden kinderen waarom bepaalde dingen wel of niet kunnen. Dat gaat van het krijgen van een snoepje tot het plegen van misdaden (om het eens in het extreme te trekken). Ze zullen trouwens ook niet de enigen zijn in de klas die hun eerste communie niet doen;
  5. over religie en politiek discuteer je niet, dus: ook geen comments open op deze post 🙂

Gordel

Ik ben nogal fanatiek als het op het dragen van de gordel aankomt in de auto. Bij mij mag niemand meerijden als hij/zij z’n gordel niet wil aandoen en dit geldt dubbel en dik voor kinderen.

De reden: de beginscène uit Dead Calm, waarbij ze heel grafisch het effect tonen van een kind dat door de voorruit vliegt in een auto-ongeluk. Het zou trouwens verplicht moeten zijn dat alle (toekomstige) ouders die scène zien, er zou geen enkel kind meer loszitten in de auto en misschien geen enkele volwassene ook.

Bij Louis en Zelie zit dat er zo ingebakken dat ze, voor ze zichzelf konden vastmaken, zeiden dat ik niet mocht vertrekken als ik vergeten was hen vast te maken. Nu kunnen ze dat zelf en als ik al eens te rap vertrek wordt ik altijd terechtgewezen.

Momenteel ben ik dus bezig Jan gordelbewust te maken: geen gordel is niet meerijden.

Vorig weekend waren wij op bezoek bij Michel’s ouders en toen we naar huis gingen weigerde Jan zijn gordel te laten aandoen: roepen, tieren, huilen. Hij boog zijn lichaam in alle bochten zodat ik hem niet met kracht kon vastmaken. Dus zette ik hem maar uit de auto (bij grandpère die stond toe te kijken). Ik zei hem duidelijk dat als hij zijn riempjes niet wou aandoen, hij maar daar moest blijven. Jan zei koppig dat hij niet wou vastgemaakt worden en dus reden wij weg.

Toen hij besefte dat ik het meende (maar niet echt hoor) begon hij te wenen en liep achter de auto. Uiteraard bleef ik onmiddellijk staan en ging hem halen (we waren nog maar een meter of 5 verder hoor). Hij beloofde toen om braaf te zijn en we hadden geen problemen meer om hem vast te maken.

Bij Zelie heb ik dat maar één keer moeten doen. Of beter, ik heb haar één keer uit de auto gezet omdat ze haar gordel zelf had losgemaakt. Ik ben toen niet weggereden (zelfs niet alsof), maar ze was zo verschoten dat ik haar uit de auto zette dat ze het nooit meer gedaan heeft.

Louis heeft nooit problemen gemaakt, voor zover ik mij herinner (ik kan me vergissen natuurlijk).

Jan daarentegen is koppig. Gisteren was het weer hetzelfde liedje: hij weigerde zich te laten vastmaken. Opnieuw uit de auto gezet en (alsof) weggereden. Zolang hij mij zag bleef hij koppig kijken zonder een kik te geven. Eens de auto uit zijn zicht verdween begon hij natuurlijk te krijsen. Ik was al gestopt en ben hem dus onmiddellijk gaan halen en hij was weer zo mak als een lammetje.

Hopelijk heeft hij het nu door dat het mij menens is, maar hem kennende vrees ik ervoor. Nu, bij mijn kinderen is mijn motto ‘de aanhouder wint’ en waarbij ik de aanhouder ben, niet de kinderen 🙂

Lezing

Vanavond werd er een lezing over hoogbegaafdheid gegeven door prof. dr. Tessa Kieboom van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek. Het was een lezing georganiseerd door het Departement Lerarenopleiding vooral voor leraren en leraren in opleiding (maar dus niet exclusief).

Gezien onze “situatie” met Zelie vonden wij het interessant om eens te horen wat een experte op het gebied erover te zeggen had en dus hebben we ons ingeschreven om erbij te kunnen zijn. En maar goed ook: de lezing was volgeboekt. Veel interesse dus. Uiteindelijk ben ik alleen gegaan want Michel had te veel rugpijn … T.t.z. alleen, tenzij je Anna meetelt natuurlijk.

Vorig jaar hebben we op de school van onze kinderen een avond bijgewoond over hun project van de kangoeroeklas, waarbij de school het onderwerp hoogbegaafdheid als inleiding gebruikte. Vanavond ging het vanavond uitsluitend over hoogbegaafdheid. Het was dus veel gedetailleerder en er waren veel voorbeelden bij uit de praktijk, wat alles eigenlijk veel duidelijker maakte voor mij.

Zie, Michel kan zich daar goed bij inleven hoe Zelie redeneert en iets aanvoelt en alles, zelf hoogbegaafd zijnde. Ikzelf heb daar meer problemen mee: ik weet niet goed hoe er geredeneerd wordt en ben eigenlijk bang dat ik verkeerd reageer en zo een averechts effect heb.

Het was voor mij dus een zeer leerrijke avond en ik heb er een (heel klein) beetje inzicht bij gekregen. En een beetje is beter dan niets, nietwaar. Tijdens de pauze heb ik dan een gesprek gehad met een koppel wiens oudste ook hoogbegaafd bleek en we hebben een beetje notities vergeleken. Altijd interessant en blijkbaar zijn mijn ervaringen met Zelie niet heel erg verschillend met die van hen. Misschien eens kijken op tinternet of er een zelfhulpgroep voor ouders van hoogbegaafden bestaat: tegewoordig zijn er toch zelfhulpgroepen voor alles, nietwaar 🙂

Avondkuren

’t Was feest gisterenavond bij Zelie en Louis in de kamer. Die indruk hadden wij toch, terwijl ze eigenlijk moesten slapen.

De avondroutine was zoals gewoonlijk: de twee gingen naar boven, ik las hen een verhaaltje, Louis ging in bed om nog een beetje in het boekje te kijken en Zelie terug naar beneden om nog een beetje op te blijven. Na 10 minuten deed Louis dan het licht uit om te gaan slapen.

Business as usual dus … tot Zelie ook ging slapen.

Louis was nog wakker en ik zei tegen beiden slaapwel. Een tijdje later even geroepen dat het nu wel stil moest zijn want we hoorden ze babbelen. Een beetje later nog eens geroepen … en een beetje later nog eens. Het was ondertussen 21u en we werden nu wel goed boos: ’t is vandaag immers een schooldag.

Vijf minuten later kwam Zelie bovenaan de trap vragen of zij en Louis samen mochten slapen. Gezien dat eerder een beloning is weigerden we.

Toen ik even later Anna ging verversen hoorde ik over en weer geloop in hun kamer. Michel had het ook gehoord want hij is gaan kijken wat er aan de hand was.

Blijkbaar hadden ze hem niet horen boven komen en Zelie stond boven Louis gebogen, hem instructies aan het geven hoe hij moest liggen zodat zij erbij kon. Zij stond dus met haar rug naar de deur en kon niet zien dat Michel in het deurgat stond. Louis lag blijkbaar geïnteresseerd te luisteren tot hij papa in de mot kreeg en toen tegen Zelie zei “maar dat mag niet”, kijkend naar papa. Zelie draaide zich daarbij om en toen ze papa zag deed ze gauw een kussen voor haar gezicht … alsof Michel haar daardoor niet zou zien 🙂

Michel vroeg of zij samen mochten slapen en heel stilletjes werd gefluisterd dat het niet mocht.

Allerlaatste waarschuwing gegeven en nog hielp het niet: twee seconden nadat Michel weer beneden was waren ze weer aan het babbelen.

Tijd dus voor drastische maatregelen en dé straf voor die twee: ze scheiden door één van hen in ons kamer te leggen. Het was Louis’ beurt en onder luid protest is hij in ons bed gaan slapen.

Nu zien of het vanavond weer feest zal zijn maar ik betwijfel het: het is (tot nu toe toch) al altijd een zeer effectieve straf geweest.

Evolutie

Anna is nu één maand en vier dagen oftewel exact vijf weken en al enorm gegroeid. En als je dat als moeder al merkt, dan moet het wel wreed zijn.

Daar waar ze de eerste weken vooral sliep en at, is ze de laatste week veel alerter geworden. Ze is soms al 2 uur aan één stuk wakker en kijkt nieuwsgierig rond … voor zover ze al iets ziet uiteraard.

Ze eet ook meer: daar waar het in het begin om de drie uur was is het nu gemiddeld om de twee uur en ze drinkt goed door. Het lastigste is ze evenwel ’s avonds: ze drinkt, stopt, krijgt gelijk krampen en dan probeer ik haar te laten boeren maar dat lukt niet altijd, leg haar weer aan want dan wil ze blijkbaar wel weer eten, enz. Dat kan zo een aantal uur duren en plezant is anders. Vooral dat wenen is hartverscheurend want je weet niet goed wat doen en gezien ze geen tuutje neemt kan ik haar op die manier ook niet troosten.

Slapen doet ze dus al minder en overdag slaapt ze het best bij mij: ofwel op mij als ik in de zetel zit, ofwel bij mij in bed (wat geen goed begin is, dat weet ik ook). Het zal de warmte en de hartslag zijn, vermoed ik. ’s Nachts gaat het daarentegen beter om haar in haar wiegje te leggen: eens ze gegeten heeft valt ze prompt in slaap en kan ik haar zonder probleem in haar eigen bedje leggen.

De nacht slaapt ze nog niet door (daar is trouwens nog een beetje vroeg voor) maar regelmatig krijg ik al een volle vier of vier en een half uur slaap aan één stuk, wat ook kan tellen.

Donderdag is het weer controle bij Kind en Gezin en dan gaat ze nog eens volledig gemeten, gewogen en gekeurd worden. Benieuwd hoe hard ze gegroeid is.

Koken met kinderen

Ik had het briljante idee deze namiddag om de kinderen spaghettisaus te laten maken. Bruno had het mij voorgedaan en toen ik onlangs op Vitaya Luis zag koken (amper 5) dacht ik: dat kunnen de mijne ook.

Om even te specifiëren: “de kinderen” zijn uiteraard alleen de twee oudste. Jan mocht toekijken, net zoals (grotendeels) mama.

Begonnen met de ajuinen. Ik deed de kroontjes er af en de kinderen pelden ze met de blote hand. Daarna toonde ik hen hoe de ajuinen te snijden en na een paar pogingen ging het verassend vlot. Louis deed het zelfs beter dan Zelie en geen enkele vinger ging bloeden.

Jan wou absoluut ook helpen dus heb ik hem dan ook maar een ajuin gegeven en een bot mes en hij was ook gelukkig. Achteraf heb ik zijn “hakwerk” ook maar fijngemaakt en in de pot gedaan.

Eens de ajuinen gesneden hebben ze elk hun stoel aan het vuur gezet: terwijl Louis in de pot roerde om de ajuinen glazig te bakken deed Zelie het vlees in de pan om te bakken. Ondertussen wastte ik de paddestoelen. Eens de uien gedaan deed Louis er de tomaten bij.

So far so good.

En toen ging het mis.

Niet zozeer met de kinderen (die deden het zeer goed) maar eerder met mezelf en Jan.

Enerzijds had Jan namelijk ook zijn stoel bij het vuur geschoven zodat hij zou kunnen meedoen. Hij kon gelukkig niet aan het vuur, evenwel wel aan de doos eieren die naast het vuur staan (mijn fout uiteraard: ik had dat over het hoofd gezien).

Eventjes niet opgelet en daar lagen de eieren op de grond: drie gebroken eieren en één nog volledig gebleven.

Op het moment dat ik dat ontdekte werd Anna net wakker. Michel hield haar bij, maar haar gehuil was niet te stoppen: hij kan haar nu eenmaal geen eten geven. Ik werd dus redelijk nerveus omdat het nu vooruit moest gaan.

Terwijl ik de eieren begon op te kuisen morstte Louis saus op Zelie (een beetje te heftig geroerd) wat ruzie tot gevolg had en ik dus nog nerveuzer werd.

Ik heb de kookpoging dan maar stopgezet en Zelie naar boven gestuurd om een andere broek aan te doen. Jan en Louis zijn (gelukkig) meegegaan en ik heb dan in de rapte de boel opgekuist om dan Anna eten te gaan geven.

Later ben ik dan (alleen) teruggegaan om de saus af te werken.

De eerste poging was dus geen volledig succes maar ook geen totale mislukking. Morgen eens proberen om cake te maken?

Lezen

Nu Jan een dagje (zo goed als) alleen thuis is richt hij zich tot papa met boekjes.

Heel leuk. Raar ook een beetje want de andere twee komen altijd bij mij om te lezen en Jan gaat automatisch direct naar papa.

En als één boekje is uitgelezen trekt hij weer naar boven om een volgend boekje te halen terwijl hij het vorige boekje netjes terugzet. Zijn attentiespan is er op de laatste twee weken (net zoals de rest van zijn ontwikkeling dus) zeer goed op vooruit gegaan.

Vooruitgang

Ik had gelezen dat er de mogelijkheid bestond dat, wanneer er een nieuw kindje bijkomt, de (tot dan toe) jongste van het gezin wel eens een teruggang zou kunnen maken: niet meer kunnen (willen?) praten, opnieuw beginnen kruipen wanneer ze eigenlijk al kunnen lopen, … dergelijke dingen.

Bij Jan is het eerder het tegenovergestelde.

Michel had er al over geschreven en vandaag viel het mij ook enorm op welk een grote sprong vooruit Jan heeft gemaakt sinds ik bevallen ben.

Hij praat meer en duidelijker (nog niet altijd duidelijk maar wel duidelijker dan voordien) in bijna volzinnen. Hij weet veel beter wat hij wil en hoe het duidelijk te maken, hij is effectief aanhankelijker, huilt ook rapper en harder maar het is direct weer over als hij een knuffel krijgt.

En deze morgen was er een “doorbraak” op tutengebied.

Bij Zelie en Louis hebben we een relatief strikt tutenbeleid gevolgd: een tuutje overdag mocht tot (maximaal) anderhalf jaar en daarna moest het tuutje in bed blijven: enkel en alleen nog om te slapen. Dat lukte zonder veel problemen.

Bij Jan hebben we (uiteraard) hetzelfde geprobeerd maar tot vandaag lukte dat niet echt. Niet dat hij zijn tuut nog kreeg overdag, maar in plaats van dat hij ze zelf in zijn bed liet moesten wij ze verstoppen eens hij ze uit zijn mond nam.

Een paar dagen geleden hebben we hem al kunnen overtuigen om zijn tuut op de tafel achter te laten (samen met zijn knuffel) nadat hij ontbeten had. De eerste dag heeft hij ze nog een tweetal keer terug genomen vooraleer ze voorgoed achter te laten, maar vanaf dag twee liet hij ze gewoon liggen. Voor de zekerheid nam ik ze dan direct weg en legde ze in zijn bed maar uiteindelijk vroeg hij er niet achter.

Deze ochtend was hij zijn tuut in zijn bed vergeten. Toen we zo’n half uur beneden waren vroeg hij plots waar zijn tuut was. “In bed” zei ik en toen zeurde hij eerst tweemaal om zijn tuutje te krijgen om dan de derde keer te zeggen “tuutje bed”. Hij keek toen naar zijn beer (knuffel) en zei toen “beertje ook bed?” en ik bevestigde dat beertje ook in bed mocht blijven. Hij is toen alleen naar zijn kamer gegaan en heeft zijn beer ook in bed gelegd. Ik was er nochtans van overtuigd dat hij met beer én tuut naar beneden zou komen maar niet dus.

Een “doorbraakje” dus.

Volgende stap: tuut volledig afgeven.

Ziek (maar niet echt)

Jan vrijdag nog eens thuis gehouden en ermee naar de dokter gegaan. Hij is eigenlijk helemaal niet ziek qua doening, maar hij had al een tijdje last van diaree en onder het mom van “better safe than sorry” …

Dus Jantje was thuis en genoot nog maar eens van mama’s exclusieve aandacht. ’s Ochtends hebben we een beetje TV gekeken en hij had zich in de kom van mijn arm genesteld, hoofdje op mijn schouder en dekentje over zijn benen. Heel gezellig. Genieten dat hij deed. En toen het de Teletubbies was kon hij zijn blijdschap niet op.

Bij de dokter hebben we dan samen met vormpjes gespeeld en heb ik hem proberen leren om zowel naar de vorm van een blokje te kijken als naar de vorm te zoeken in “het recipiënt” en na een drietal keer begon hij het toch door te krijgen. Ik besefte dat dit iets is waar we ons al langer mee bezig zouden moeten gehouden hebben: Louis kon dit al toen hij ongeveer 20 maanden was. Maar als je niet neerzit met de kleinen om het hem te tonen is het moeilijker voor hem omdat hij het zelf moet “ontdekken”.

Het nadeel dus aan meerdere kinderen te hebben: bij de eerste is alles nieuw en ga je er zo in mee, bij de tweede lukt het nog om er actief mee bezig te zijn zolang de oudste niet te veel aandacht opeist, maar vanaf de derde gaat dat al een pak minder. De twee oudsten zijn er ook nog en gezien het veel “gemakkelijker” is hen iets nieuws te leren (omdat zij het veel rapper begrijpen) wordt de inspanning met de derde een beetje verwaarloosd.

Dat belooft dus voor nummer 4, de sukkel.

De namiddag met Jan was iets minder: het gevolg van die overdosis exclusieve aandacht zeker? Zolang we alleen waren, geen probleem. We zijn evenwel Louis en Zelie al wandelend gaan halen en eens de anderen erbij waren was het al heel wat minder.

Op de terugweg naar huis was Jan enorm koppig en wou niet luisteren. Als hij in de buggy zat wou hij er absoluut uit en eenmaal eruit wou hij er weer in. Van vooruitgaan was dus weinig sprake. Of hij was er uit en weigerde dan mee te lopen. Als ik hem dan wou pakken liep hij weg. Ik moest Zelie vragen om hem te gaan vasthouden zodat ik hem kon pakken (lopen in mijn forte niet voor het moment). Uiteindelijk heb ik hem in de buggy moeten vastmaken en zijn we met een krijsende Jan thuisgekomen.

Minder leuk einde van anders toch wel een zeer leuken dag.