Eerste

De eerste schooldag voor A en Z in een nieuwe school. Voor zover te beoordelen na 1 dag is alles vlot verlopen en ze zagen er alleszins niet verdrietig uit na hun eerste dag.

De eerste schooldag voor Anna als ‘ancien’ van de school. Het zesde studiejaar mag ze dit jaar doorbrengen bij dezelfde leerkracht die Zelie en Louis ook hebben gehad. Ze zit bij haar 2 beste vriendinnen en ze ziet het volledig zitten.

De eerste schooldag van Jan in het eerste jaar humaniora op een nieuwe school. Blijkbaar is er toch nog 1 jongen daar die hij kent van de basisschool vorig jaar én waar hij, toeval oh toeval, samen mee in de klas zit. Er was enkel een kennismakingsdag vandaag, maar hij ziet het volledig zitten.

De eerste schooldag voor Louis als 4de-jaars. Communicatie niet goed gelezen waardoor hij braaf om 8u30 op school was terwijl hij daar pas om 11u moest zijn. Typisch 🙂 ’t Was ook een zeer korte dag want om 13u was hij alweer thuis, maar wel (nog altijd) zeer enthousiast thuis gekomen.

De eerste schooldag voor Zelie als laatstejaars en zij wacht nog af wat het gaat geven. ’t Was alleszins ook een zeer korte eerste dag: zij moest er ook pas om 11u zijn en was kort na de middag al weer thuis.

De eerste werkdag voor mijzelf. De collega’s leren kennen en ontdekken wat het werk allemaal inhoudt. Er is hier een toffe sfeer, wat (voor mij althans) zeer belangrijk is: ik voelde mij zeer welkom en ik denk dat het hier leuk gaat worden.

Voor iedereen: een goede start gewenst.

Getekend

Het was al enkele maanden dat ik het wist, maar vandaag is het pas officieel wegens getekend contract: ik start op 1 september met een nieuwe job.

Mijn huidige job is een vervangingscontract dat afloopt op 31 augustus, dus idealer kon niet.

Wat ook redelijk ideaal is: het is een part-time job zodat ik dat toch gemakkelijker ga kunnen combineren met de nieuwe gezinssituatie.

Spannend!

‘Vakantie’

Ik herinner mij de tijd toen onze kinders kleiner waren en we 2 maanden zomervakantie moesten overbruggen als voltijds werkende mensen.

Ongeveer 20 vakantiedagen elk, dat is 4 werkweken. Hier en daar viel er vooraf als eens een dag af wegens wegens ‘facultatieve vrije dag’, ‘pedagogische studiedag’, brugdag of moesten we met zo’n dagen nog rekening houden voor het nieuwe schooljaar. Dat kwam dan op ongeveer 3 weken vakantie die we elk konden nemen tijdens de zomermaanden. We streefden naar zo weinig mogelijk kampen en dan zag de planning er uit als volgt: we namen elk 3 weken vakantie waarvan 1 week overlapte (ge moet er als gezin toch ook iets aan hebben) zodat we op die manier al 5 weken opgevangen hadden. Dan bleven nog zo’n 3 weken over die we opvulden met kampen of logeerpartijtjes.

De laatste jaren moesten we dat niet meer doen: ik was meestal werkloos, wat een oplossing was natuurlijk (elk nadeel hep zen voordeel) maar anderzijds was het ook niet nodig omdat de kinders groter werden en al eens alleen konden thuisblijven, waarbij de ‘groten’ dan de babysit waren en we dus, in plaats van hele dagen, al eens halve dagen thuisbleven en dus nog meer tijd konden overbruggen.

Met A en Z moeten we weer beginnen plannen en op dit moment is het voor den anderen want ik heb dit jaar geen vakantie meer over (met dank aan Kopenhagen en Spanje!). Het voordeel is dus dat hij wel thuis is en dat ik nergens aan moet denken en gelijk een lui wijf ’s avonds kan thuiskomen en mijn voetjes onder tafel schuiven (voor herhaling vatbaar 😉 )

Voor de komende vakanties zal er dus ook moeten gekeken worden hoe en wat, maar net zoals alles zal hier ook wel weer een oplossing voor gevonden worden zeker.

 

Werk #boostyourpositivity

Het thema deze week is werk en wat kan ik daar in godsnaam over zeggen: ik werk niet.

Niet dat ik niet zou willen, integendeel. Ben al jaren aan het zoeken. Eigenlijk sinds 1 februari 2009. Erg hé. Want behalve tijdelijke jobs hier en daar, heb ik dus nog geen werk gevonden.

Mijn laatste ‘vaste’ job heb ik namelijk in samenspraak met de werkgever stopgezet: de inhoud was enorm veranderd en niet echt op mijn lijf geschreven. De werkgever zocht eigenlijk ook iemand voor die job die Russisch sprak, of toch tenminste een ‘oostbloktaal’. Not me, dus. Dus kwamen we snel overeen en op 1 februari 2009 kreeg ik mijn ontslag. Er was een opzegperiode tot het einde van het jaar, ik had contente werkgevers, tonnen ervaring, … dus dat zou geen probleem zijn om voor die tijd nieuw werk te vinden.

Mens, is dat nogal anders uitgedraaid. We zijn 5 jaar verder en ik heb nog steeds niets anders gevonden.

Waar het aan ligt? Ik zou het niet weten. Ik denk dat ik altijd een goede werknemer geweest ben en voor zover ik hoor van mijn ex-werkgevers ben ik zelfs zeer goed in mijn job. Alhoewel de standaardvraag ‘Heb je kinderen?’ en het antwoord ‘Ja, 4’ er waarschijnlijk ook voor iets tussenzit. Je moet de gezichten van de mensen zien als ik dat zeg.

Soit, als ik de tijdelijke jobs aftrek, dan ben ik dus al bijna 3 jaar werkloos, and counting. Geen positieve ervaringen hier te delen dus. Maar terwijl ik bezig ben (redelijk radeloos tegenwoordig): ik ben dus op zoek. Jurist, bijna 20 jaar ervaring en proper op mijn eigen. Ne mens weer maar nooit.

Anderzijds en aangezien ik een persoon ben van het glas halfvol, kan ik mijn dagen wel vullen. Maar welke vrouw niet. Ik ben ik er wel voor de kinderen en kan mij inzetten voor de scholen van de kinders, zit in het ‘organisatiecomité’ van de voetbalclub van Jan en heb tijd om koffie te drinken met mijn vriendinnen op vrijdagochtend.

De kinders zijn gezond en gelukkig en alhoewel we het niet breed hebben (duh!) lukt het al bij al nog wel, mede dankzij de steun van de familie.

Count your blessings, jong. Daar concentreer ik mij op 😉

En hoe gaat het ondertussen nog met de sollicitaties?

Een vraag die ik de laatste weken nog veel mag horen.

’t Is vakantie en dus ligt alles een beetje plat: niet of zelfs geen vacatures, dus niet veel te doen. Als er iets passeert, dan reageer ik wel, maar meer kan ik niet doen.

Voor de vakantie had ik voor het eerst in jaren wel een hele hoop gesprekken: op het merendeel van mijn sollicitaties kreeg ik voor eens wél reactie en mocht ik langskomen. Maar eens daar bleek bij sommigen dat het echt louter pro forma was en dat ze niet geïnteresseerd waren in mij. Anderen leken wel geïnteresseerd, maar uiteindelijk kreeg ik overal negatief antwoord. Dus nog steeds niets in het vooruitzicht.

Niet dat er niets te doen valt tijdens de vakantie: vier kinders thuis, zij het dan niet altijd allemaal tegelijk, dus ik ga mij niet vervelen (behalve misschien de komende week, want deze ochtend zijn Jan en Anna ook op scoutskamp vertrokken en is het hier zeer stil in huis). Maar deprimerend is het wel. Uiteindelijk ga je serieus aan jezelf twijfelen, terwijl ik echt wel weet dat ik de nodige capaciteiten heb en altijd een goede werknemer ben geweest.

Maar ooit, ooit, komt dat wel goed. Moet wel.

Vrolijk Kerstfeest, gelukkig nieuwjaar, beste wensen, ladida

Tja, als ge niet zo regelmatig schrijft komt dat een beetje later en moet je alles in één keer doen.

Die ‘ladida’, dat is niet gemeen of neerbuigend bedoeld hoor. Ik wens iedereen echt het beste voor volgend jaar. Evenveel geluk, liefde en plezier als ik zelf mag ondervinden. Goede vrienden en gezondheid, een goede job, een pracht van een lief en, als je die wil, zalige kinders. Ik heb het geluk om dat allemaal al te hebben en zou het de max zijn moest iedereen zoveel geluk mogen beleven.

Om even bij te praten:
– De kinders doen het goed. Louis heeft wel een steekste laten vallen tijdens de examens, dus dat wordt opvolgen, maar ik had erger gevreesd. Nu ‘goed’, dat is op studievlak. Ondertussen was Zelie vorige week bijna een volle week thuis met een keelontsteking en is Louis nu thuis met koorts, keelpijn en watnogallemaal en begint Jan zich mottig te voelen, maar soit. Het voordeel van grote kinders is dat ze alleen thuis kunnen blijven en aangezien ze 70% van de dag slapen merken ze niet dat ze alleen thuis zijn. Maar als Jan ook ziek zou worden, … Soit, zorgen voor ‘als’.

– De feestdagen waren druk, om het zacht uit te drukken. Den anderen en ik hadden nl. aangeboden om te koken voor zowel kerstavond als oudejaarsavond. Michel ging toch vakantie hebben en ik had geen werk … tot ik dus plots toch werk had. Ik vroeg aan Michel of hij het nog zag zitten en hij was 100% overtuigd dat het geen probleem ging zijn … tot hij serieus ziek werd. Soit, het is uiteindelijk wel gelukt, zij het met de nodige stess (voor kerstavond dan toch, oudejaarsavond was al iets relaxter wegens beter voorbereid en georganiseerd). Twee perfecte maaltijden op tafel getoverd, iedereen vol lof, goed gegeten. Het waren zeer aangename avonden met een aangenaam samenzijn met de familie. Geslaagde feestdagen dus.

– Werk. Wat kan ik zeggen na amper anderhalve maand? Fantastisch! De max! Ik amuseer mij rot! Toffe collega’s, uitdagende en interessante inhoud. Een droomjob. Dat het zo mag blijven en dat de bazen even content van mij zijn als ik van de job. Nog tot eind maart interim en dan een vast contract met proefperiode. Aftellen.

Een nieuw jaar, nieuwe dingen te ontdekken, dingen te doen, mensen te ontmoeten, plaatsen te zien, uitdagingen aan te gaan … Ik kijk er naar uit.

’t Is officieel

Deze ochtend moesten handtekeningen gezet worden onder een bundeltje papieren.

Het is al een tijdje aan de gang. Zo’n procedures slepen aan en we willen allemaal dat het rapper zou gaan, maar er komt wel altijd iets tussen. Maar vorige week was het dan zover: niet één, maar twee werkgevers belden me met één dag verschil op om een contract te komen tekenen.

De eerste maal in mijn loopbaan dat ik de keuze had. Een luxeprobleem, ik weet het, maar toch. Twee jobs tegelijk. Na 2 jaar en 2 maanden zoeken. Ik moest dus iemand teleurstellen. Een iemand zeggen dat ik voor een andere job had gekozen en tegelijk iemand anders ‘gelukkig’ maken dat ik de job aanvaardde.

En deze ochtend werd het dan eindelijk officieel en kon ik mijn contract tekenen. Yes!

Vanaf dinsdag ga ik aan de slag. Ik ben doodnerveus en doodblij tegelijk en ik denk dat ik mij daar zeer goed ga amuseren.

Het zoeken is voorbij. Oef!

Piep!

Via een Facebookgroep werd de vraag gesteld wie een blog had, dood of levend. Ikke dus, maar of hij dood of levend is kan ik niet goed zeggen. Het is hier heel stil, dat wel, maar ‘dood’ zou ik hem nog niet willen noemen. ‘Levend’ dan ook weer niet.

Waarom het stil is? Dat heeft vooral met persoonlijke zaken te maken. Niets geheim, daar niet van, maar daar kom ik straks wel op terug.

Met de kinderen gaat alles goed. Ze groeien en bloeien. Hiet is toch al dat.

Anna is in het vierde leerjaar begonnen. Een nieuwe juf en dus nieuwe regels en dus zal Anna zich moeten aanpassen en ook haar tempo. Louis was ook zo en dus weten we dat dat op termijn er wel zal uitgaan (Louis heeft het ook geleerd), maar dan wel op haar eigen tempo.

Daarnaast heeft ze nog haar hobby’s: turnen, muziekschool (AMV2 en klarinet), zwemmen en scouts. Muziekschool doet ze gelukkig alleen (het is naast de deur). Voor zwemmen en turnen is er taxi mama. Voor de scouts fietst ze met haar grote zus mee en ga ik haar halen.

Jan is in het vijfde leerjaar gestart. Frans erbij dit jaar en hij ziet dat helemaal zitten. Hij zoekt zelfs oefeningen op op websites. Hij voetbalt ook nog altijd. Bij Gent-Zeehaven. U11 al met drie trainingen per week dit jaar, plus een match, plus nog eens een technische training op zondag (bij Way to Play). Druk dus want voetbal, dat word met de taxidienst gedaan (die van mama dus). Daarnaast nog eens muziekschool (AMV2 en trompet; samen met Anna begonnen en dat is ook wel gemakkelijk want zo kunnen ze samen leren) en scouts (samen met zijn broer met de fiets). Hij weet dus ook wat gedaan.

Louis doet zijn 2e jaar humaniora. Geen latijn voor hem maar moderne talen en hij amuseert zich kostelijk. Hij is het jaar al begonnen met een paar waarschuwingskes (lees: zeer slechte toetsen) en hopelijk heeft hij het nu door 🙂 We volgen het op en zien wel. Hij weet dat zijn school belangrijker is dan zijn nevenactiviteiten en aangezien hij die veel te graag doet, denk ik wel dat hij dit in gedachte houdt. Nevenactiviteiten: animatietekenen, badminton en scouts. Hij springt voor alles gezwind en zonder morren op de fiets en we moeten hem er nooit op wijzen dat hij de tijd in de gaten moet houden om op tijd te vertrekken. Zelfstandige (oudere) kinders, het is een gemak.

En dan nog Zelie. 4e humaniora en sinds ze vorig jaar eindelijk de klik gemaakt heeft, een kind waar ge niet meer naar om moet kijken. Het voordeel is natuurlijk dat ze de richting waar ze zit (4LA4 -latijn met 4 uur wiskunde; een richting die meer de Moderne talen uitgaat) ongelooflijk graag doet. Ze studeert hard, niet omdat we dat vragen maar volledig uit vrije wil. Ze haalt mooie cijfers en is (zeer terecht) trots op zichzelf. Daarnaast nog een pak hobby’s, alhoewel ze deze dit jaar wel bewust verminderd heeft. Muziekschool is stopgezet, maar turnen doet ze nog steeds en scouts ook. Vanaf het 4e wordt het een pak zwaarder op school: veel meer taken en opdrachten, dus heeft ze daar voor gekozen. Slimme meid 🙂

En dan ikzelf en daar wringt het een beetje. Want binnen een kleine week ‘vier’ ik mijn tweejarige werkloosheid (die 5 weken lesgeven niet gerekend) en dat maakt mij redelijk depressief. Niet klinisch depressief: ik denk niet dat ik daar ook maar enige aanleg voor heb. Maar vrolijker wordt ik er niet van.

Het is niet alsof ik niet zoek. Ik zoek al naar vast werk van 2010. Ik wist dat mijn vorige job bij de Provincie tijdelijk was en afliep op 1 oktober 2012 en ik ben dus gewoon blijven zoeken, maar niets. Nada. Noppes. Ik vermoed dat ik op 80% van mijn sollicitaties niet eens antwoord krijg. Van de 20% die overblijft krijg ik van de helft direct het antwoord dat ik niet in aanmerking kom voor een gesprek. Als ik al een gesprek heb dan haal ik het niet. Solliciteren onder, op of boven mijn ‘niveau’: allemaal hetzelfde.

Het wordt psychisch zeer zwaar, maar financieel ook. Want voor de werkloosheid ben ik blijkbaar gewoon ‘lui’ en heb ik geen recht op een deftig inkomen. Naar het OCMW gaan denk ik niet dat dat erin zit, want den anderen werkt (gelukkig) wel. Met een deftig loon en mijn peuleschil is het soms moeilijk, maar alles went. Ge staat er voor en moet er door. Het is niet alsof er veel keuze is. Maar dan vraagt men zich af hoe mensen in de armoede komen en ik kan er mij iets bij voorstellen. Het vooruitzicht dat onze kinderbijslag ook nog eens een pak naar beneden zal gaan, maakt er mijn ook absoluut niet vrolijker op.

Dus het is hier stil, want veel heb ik niet te vertellen en ik vrees als ik veel schrijf, dat het gewoon zagen wordt en dat is voor niemand leuk.

Dus concentreer ik mij of hetgeen ik wel doe en kan doen en probeer positief te blijven en de goede dingen te zien. Zoals thuis zijn voor de kinders en hen elke avond vers eten te kunnen voorschotelen. Geen stress omdat ik oplossingen moet zoeken om de kinders ergens naartoe te brengen of af te halen. Kunnen blijven babbelen op de training omdat ik geen taken liggen wachten heb. Mij inzetten voor de oudervereniging en mijn taak als secretaris zo goed mogelijk uitvoeren. Een kersthappening helpen organiseren op de basisschool en volgende week, voor het jaarlijks eten in de school, achter de bar gaan staan en helpen. Gaan kijken naar de matchen van Jan en mijn keel heesroepen om hen aan te moedigen. Vrijdagochtenden met de vriendinnen koffie drinken en af en toe mijn hart daar kunnen luchten, en weten dat ik zeer goede vriendinnen heb want als het even niet gaat zien ze het direct en laten ze mij zagen.

En vooral: op donderdagavond gaan koken in de avondles (tweede jaar al en dit jaar doen we Dagschotels met vlees en gevogelte & Nagerechten). Zalig gewoon. Ik rij met een grote glimlach elke donderdag naar de les en bevind mij gedurende een paar uur in de hemel.

Het leven is dus niet al kommer en kwel. Gelukkig maar, maar het kan beter door opnieuw te kunnen werken. Want hoe leuk ik het soms ook vind om gewoon moeder te zijn, ik ben iemand die moet werken want heel dat ‘huismoeder’ ding is niet echt iets voor mij.

Duim dus eens mee dat het tij op werkvlak rap gaat keren of ik kom hier nog volledig zot 🙂

Blèh!

Ik moet weer studeren. Blèh! ’t Is voor de ‘goede zaak’, nen job. Maar toch: blèh! Het examen is op 7 september, dus er is nog tijd, maar het is administratief recht, nooit mijn beste vak geweest. Ik vind dat moeilijk ik.

Maf dat den anderen net nu dat moet schrijven, want het is een examen voor de job die ik al twee jaar gedaan heb. Ik kan die job. Vingers in de neus. Ik deed die job graag én goed. Ik heb alle kwalificaties voor die job, en meer. Mijn baas vond dat ik die job kon, hands down. Haar baas was volledig akkoord en wou dat ik bleef. Maar het is overheid. Teveel misbruiken in het verleden, dus te streng geregulariseerd nu.

Ik begrijp dat wel. Zo ben ik nu eenmaal, zeer begripvol. Niet dat ik niet gefrustreerd ben, maar toch begrijp ik dat.

Het is een pendelbeweging: eerst de slinger teveel naar één kant, de kant van de vriendjesposten, de familieplaatsen, de job krijgen omdat je de juiste man/vrouw op de juiste plaats kent. Tijd om de pendel naar de andere kant te laten slingeren en het misbruik tegen te gaan: iedereen moet in een (zwaar) examen slagen, testen afleggen, controle, controle om toch maar de schijn van favoritisme tegen te gaan.

Het midden moet nog gevonden worden, maar het zal niet voor mij zijn. Of toch zeker niet voor 7 september.

Studeren dus maar. Blèh!