Stoefdag

WijvenweekBen ik een topwijf? Tuurlijk datte. Daar is geen twijfel over.

Onzekerheden over mijzelf heb ik lang geleden achtergelaten. Of beter: uiterlijke tekenen daarover toch. Het is altijd al een strijd geweest tussen wat ik ‘weet’ en wat ik ‘voel’. Ik weet namelijk dat ik een topwijf ben. Ik hoor dat ook regelmatig van mijn omgeving. Maar voelen, dat doe ik niet altijd.

Ik ben een topwijf omdat ik doorga. Ik maak een keuze en ga ervoor. Geen nut om erna nog over te zagen. Daarom is het een keuze. Ik begrijp mensen niet die zagen over de gevolgen, eens ze een keuze gemaakt hebben. Als je kiest, dan is het dat. No use crying over spilt milk, gelijk dat ze zeggen. Je maakt je keuze en gaat ervoor. Blijkt het een verkeerde keuze geweest te zijn, dan moet je er maar uit leren zodat je de volgende keer beter kiest.

Er zijn gemakkelijke keuzes geweest en een pak moeilijker, maar de gemakkelijke hadden daarom niet minder impact dan de moeilijke. Maar hoe het resultaat ook was van die keuze, ik heb er nog geen spijt van. Zou ik alles identiek hetzelfde doen als ik opnieuw zou moeten beginnnen? Waarschijnlijk wel.

Ik ben een topwijf en ik ben niet beschaamd om dat te zeggen 🙂

We zouden van zelfcensuur moeten doen

WijvenweekIk ben blijkbaar niet de enige die het hier een beetje moeilijk mee hebben. Want zoals Lien zegt, al hetgeen jullie hier lezen zijn dingen die ik wil vertellen. Hetgeen op deze blog niet verschijnt, staat er niet om een reden. En dat heeft meestal niets te maken met mezelf te beschermen, wel met anderen te beschermen. Het is niet aan mij om de vuile was van andere buiten te hangen. Zeker niet op tinternet.

Ik heb dat nog gedaan. Berichten geschreven over anderen. Berichten waar andere mensen last mee kregen of die andere mensen kwetsten, ook al bedoelde ik dat niet zo. Ik heb mijn lesje geleerd en doe dat dus niet meer. Ook niet voor wijvenweek.

Wat jullie gerust mogen weten van mij persoonlijk zijn dingen die hier waarschijnlijk al de revue gepasseerd zijn: de mesthoop die ons huis is (een gebrek aan kasten is zeer ontmoedigend om op te ruimen, maar ik vrees dat ik het ondertussen gewoon opgegeven heb om ooit weer een deftige huisvrouw te worden), het feit dat ik categoriek weiger aan sport te doen, dat ik veel te veel hooi op mijn vork heb momenteel en dat dat ook weegt op mijn relaties (met de wederhelft, de kinderen, de vrienden … maar er is gelukkig licht aan het einde van de tunnel). Dat het hier thuis ook niet altijd rozengeur en maneschijn is, maar waar is het dat wel? Dat we schatjes van kinderen hebben die ik met regelmaat van de klok toch achter het behang wil plakken.

Dus hetgeen jullie hier niet lezen, dat komt er ook niet om een reden. Een goede reden, en dat wil ik zo houden.

Dromen

WijvenweekEen thema dat me niet echt ligt, dromen. Ik kan mij niet herinneren dat ik er echt gehad heb en momenteel heb ik er ook geen, of toch?

Michel zegt:

Mijn allergrootste droom is dat onze kinderen gelukkig zijn. Dat ze openbloeien. Dat ze iets vinden waar ze door geboeid zijn, en dat ze dat dan ook kunnen doen. Dat ze iemand vinden waarmee ze gelukkig zijn, en dat ze dan al dan niet kinderen hebben als ze dat willen, en dat die ook gelukkig zijn.

Het is een droom die ik uiteraard deel, maar anderzijds: is het wel een droom? Voor mij is het eerder een hoop. Hoop dat wij als ouders goed bezig zijn. Hoop dat wij onze kinderen de juiste bagage mee zullen geven om hun weg in het leven te vinden en het goed te doen, gelukkig te zijn.

Een droom, dat is iets dat je wil voor jezelf, denk ik dan, niet voor iemand anders. En ik ben nu eenmaal altijd realist geweest. Het enige wat ik mij kan herinneren van wat ik wenste als kind, was dat ik kinderen zou hebben als ik groot was, liefst vier. Acht jaar was ik, toen ik dat hoopte. Of is dat nu een droom? Hoedanook, het is uitgekomen, dus mijn droom is in vervulling gegaan.

Wat ik verder nog wens? Geen carrière. Heb ik nooit gewild. Het enige wat ik ooit wilde was gelukkig zijn en dat ben ik ook. Al heel lang. Gewoon, met het leven dat ik heb. Met mijn partner en kinderen. Met mijn familie en vrienden. Ik heb geen grote ambities maar koester en geniet van de kleine dingen, van de mensen rondom mij en, zoals vandaag, van de stralende zon en het uitgelaten humeur van de mensen dat daarmee samengaat.

Een wens of een droom? Toeternietoe, als het maar zo mag blijven doorgaan. Nog heel lang. En die kleine ongemakkelijkheden neem er dan graag bij.

Een mening, wat is dat?

WijvenweekNiet echt natuurlijk. Ik heb meningen. Uiteraard. Iedereen heeft er. Het probleem is dat ik ze niet altijd goed kan verwoorden. En dan lees ik hier en daar mensen met dezelfde mening en dan vind ik het maar zo gemakkelijk om daarnaar te verwijzen.

Ik heb zo bijvoorbeeld een mening over mensen met meningen. Dat iedereen zijn eigen mening mag hebben en dat dat OK is. Dat het niet is omdat ge een andere mening hebt, dat de uwe juist is en de andere fout, of omgekeerd. Het is goed dat we verschillende mensen zijn met verschillende meningen. Het geeft kleur aan de samenleving en het maakt dat dingen evolueren, dat dingen veranderen.

Ik heb nog veel meningen, maar ik denk dat dit de mening is die ik het meest wil verkondigen. Dat mensen meer naar de kanten van anderen moeten luisteren en openstaan. Dat ze zich niet te rap een mening moeten vormen over andere mensen en iedereen een kans geven. Dat er meer dan één kant aan elk verhaal zit en dat je alle kanten moet zien vooraleer een mening te vormen.

Meningen genoeg dus. Tolerantie daarentegen. Nog werk aan.

Kantjes en pleziertjes? Plezierige kantjes?

WijvenweekAlle registers open, wordt gezegd. De dingen die je normaal gezien niet op tinternet gooit mogen er vandaag uit. De kleine kantjes en guilty pleasures, dat mogen we vandaag delen met de andere wijven.

Ik zit daar nu al dagen over te denken en ik heb er eentje. Enfin, ik heb er meer, maar toch eentje dat ik wil delen, want ik schaam mij daar eigenlijk over: ik ben jaloers.

Gelukkig niet van het allesverterende soort. Het is nog geen groen monster en ik heb geleerd om daar mee om te gaan, maar toch, ik zeg het niet graag maar het is nu eenmaal zo: ik ben jaloers. Jaloers op mensen die iets beter kunnen dan mij. Jaloers op mensen die complimentjes krijgen voor iets dat ik ook kan, maar daar geen complimentjes over krijg. Jaloers op mensen wiens kinderen dingen beter kunnen dan de mijne. Jaloers als er een vrouw rond de nek van den anderen hangt (ha! Damn. En ik heb dat nog nooit toegegeven aan hem. Sh*t 🙂 )

Het is gelukkig ‘onder controle’. Het lijkt een soort instinctreactie, want die jaloezie, die duurt amper een minuut en daarna ben ik zo ongelooflijk content voor die mensen die iets beter kunnen dan mij, voor die mensen wiens kinderen beter en meer kunnen dan de mijne. Als het mijn vrienden zijn, dan ben ik zelfs trots dat die (hun kinderen) dat kunnen. Maar zelfs dan nog vind ik het geen leuk gevoel, die jaloezie.

Wat ik wel leuk vind en aan toegeef, dat is eten. Ik eet ongelooflijk graag, maar in tegenstelling tot anderen ben ik geen zoetekauw. Mij kan je geen plezier doen met snoepen of taarten of kilo’s ijs. Vergis u niet, ik lust dat wel zeer graag, maar als ik moet kiezen dan neem ik het hartige, nooit het zoete. Verkies ik het warme boven het koude. Voor mij een voorgerecht en hoofdgerecht in plaats van een hoofdgerecht en dessert. Liefst in porties bestemd voor twee mensen of meer. Als het warm eten is en ik lust het, dan stop ik niet zo gauw. Andere dingen waar ik geen limiet op heb als het in mijn handen zit: chocolade en chips. Geef mij een lat chocolat van 400gr en die speel ik zonder verpinken naar binnen. Geef mij een grote zak chips en die is op voor ik ga slapen.

De resultaten ervan op mijn lijn, dat valt mee. Ik heb ook al jaren hetzelfde maatje en moet er niet veel moeite voor doen om dat te houden. Gelukkig. Geen maatje 36 zoals anderen, maar ik mag niet klagen.

Voila. Van elk eentje. De rest houden we voor ’tons ne keer’.

Wijvenweek: één en al beauty, ikke

WijvenweekMensen die mij in het dagelijkse leven tegenkomen zouden mij nooit herkennen ’s ochtends: zo door een ringsken dat ik te halen ben, zo overdag. Perfect gekapt, make-up zodat ik er op mijn meest voordeligst uitzie, tot in de puntje gekleed…

Ne mens mag dan wel dromen, nietwaar. Mijn schoonheid komt van binnenuit (en zo zeveren we nog wat verder), kwestie om te zeggen dat ik er niet echt een punt van maak, van mijn uiterlijk.

Crèmekes: ik heb een ambetant (gezichts)vel dat neigt om te schilferen. Ik heb nu een crèmeke gevonden waardoor dat stopt en dat mijn vel ongelooflijk veel aangenamer doet aanvoelen, voor mijzelf dan, maar ik kan er de routine niet in krijgen om dat elke dag te gebruiken. Resultaat: de schilferkes komen regelmatig weer opduiken.

Parfum: sinds ik kinderen kreeg ben ik die gewoonte ook volledig afgeleerd. Ah ja, want het zou toch zoveel beter zijn voor dat boeleke om de mama te kunnen ruiken en niet een parfum_dat_de_mama_draagt. Als je dan nog een borstvoeding bijgeeft … Kort: acht jaar geen parfum gedragen en een goede gewoonte die ik had opgebouwd sinds ik alleen ging wonen (lees: in Gent op kot ging) was weggeveegd. De fleskes staan hier nog en ik gebruik die nog wel, maar alleen als er iets te doen is dus, en niet meer in het dagelijkse leven.

Make-up: vergeet het. Ik zie amper zonder bril en make-up opdoen met uw gezicht op 2 cm van de spiegel: I dare you. Lastig dat dat is maat. Zo voor een avondje uit wil ik mij nog wel eens de moeite getroosten, maar om dat elke dag te moeten doorworstelen … ik heb betere (lees: leukere) dingen te doen dat een half uur te staan knoeien om iets deftigs op mijn gezicht te kunnen zetten.

Kledij: dat is zo nog het enige waar ik af en toe op let. Sinds een paar jaar heb ik mijzelf weer gedwongen om niet alleen naar kinderkledij te kijken. Om ook eens voor mijzelf te kijken wat er in de rekken hangt. Hier en daar heb ik dus wel leuke outfits, vind ik zelf toch, en dus loop ik er niet (altijd) bij als een complete slons. Maar dat gebeurt ook nog wel hoor.

In het kort: ’s ochtends zie ik er hetzelfde uit als overdag, alleen met kleinere oogskes. Zeker tegenwoordig maar dat is gewoon omdat ik te weinig slaap 🙂

Blogroll

Kijk zie. De wijvenweek zit er nu dus officieel op, maar gezien ik hier nogal veel schrijf over de kinders zal het hier altijd wel een beetje een echte wijvenblog blijven. En neen, ik heb geen probleem met de term ‘wijf’ op voorwaarde dat het niet denigrerend gebruikt wordt. In mijn ogen is een echt ‘wijf’ een vrouw met ballen aan haar lijf (zonder daarom niet vrouwelijk meer te zijn), die weet wat ze wil en daarvoor uitkomt ook. Die haar zin doet zonder daarom anderen neer te sabelen of over lijken te gaan. kortom, een toffe madam dus. Dus als ik daaronder val, dan ben ik met trotsheid een ‘wijf’.

En net zoals zovelen andere van die fijne wijven heb ik door deze week een paar zeer toffe madammen leren kennen die ik, moest ik een blogroll hebben, erop zou smijten. Bij gebrek aan blogroll voeg ik ze dus gewoon toe aan mijn favorieten, dat werkt ook. Dus (tot vervelens toe ondertussen) bedankt aan i. en lilith voor het initiatief, al was het maar om al die madammen (al was het maar voor even) gelezen te hebben.

Zo’n blogroll dus, het valt misschien op of misschien ook niet, maar ik heb dat dus niet hé.

Enerzijds omdat ik niet weet wat het nut daarvan is. In begin had ik dat wel, maar ik voelde mij dan verplicht om die aan te vullen als ik een nieuwe blog las of aan te passen als er een blog wegviel en dat leek mij een beetje op een publieke veroordeling. Niemand heeft er uiteindelijk zaken mee wie of wat ik lees en ook en het is zeker niet omdat ik iets al dan niet lees dat dat een indicatie zou zijn dat die blog al dan niet goed is. Er zijn zoveel redenen waarom ik iemand lees of ook weer niet, wie heeft nu zakens met het ‘waarom’.

Anderzijds ook omdat ge dan in situaties kunt belanden waarbij ge op de duur teveel blogs volgt om nog op te sommen en dan wordt die lijst onoverzichtelijk lang of doet ge iets zoals Eve en krijgt ge een ‘random’ beurtrol.

Toen mijn wederhelft dan, heel in het begin, mijn blog een beetje aanpaste aan mijn wensen heb ik die lijst er dan ook maar direct afgesmeten. Geen concurrentie, wedijver of jaloezie nodig dus. Dus ook geen vragen of ik wil linken naar deze of deze blog. Als ik iets leuks/interessants/toepasselijks/afschuwelijks/… tegenkom, dan zal ik er wel naar linken als het kadert in iets waar ik iets over schrijf. Als ik zoiets tegenkom en het heeft niets te maken met wat ik wil schrijven, dan komt er dus ook geen linkje.

Zoals reeds meerdere malen aangekondigd: deze blog doe ik voor mijzelf, mijn kinderen, mijn geheugen. Iedereen die hier komt lezen is welgekomen en hopelijk blijven jullie plakken, gewoon omdat jullie het leuk vinden. Maar ook als jullie niet blijven, toch bedankt voor het bezoekje.

Thema 7: en God zag dat het goed was

WijvenweekEn zo zit de wijvenweek er ook weer op. Maar voor we zwaaien met het handje, nog een laatste postje ‘in wijventhema’. In tegenstelling tot de vorige dagen is er voor vandaag geen opgelegd thema.
2. And on the seventh day God ended his work which he had made; and he rested on the seventh day from all his work which he had made.
3
. And God blessed the seventh day, and sanctified it: because that in it he had rested from all his work which God created and made”(Gen 2, ,2-3).
Jammer genoeg is het nog even geen tijd om te rusten. Dus hier, mijn laatste echte (bedoelde dan toch) wijvenpost.

Ik dacht eerst iets over hakken te schrijven, maar toen ging ik naar de kapper…

Daar kan ik dus echt van genieten hé, zo’n kappersbezoek. Liefst één zoals gisteren, één waarvan dat je weet dat je niet op één, twee, drie buiten gaat staan wegens haar moeten knippen en verven.

Dat verven, dat doe ik al een tijdje namelijk. Sinds het begin van mijn twintiger jaren ben ik grijze (eigenlijk witte, maar dat zijn details) haren beginnen krijgen. Toen ging ik ook al naar de kapper en liet ik mijn haar verven, maar in die tijd nog niet om die grijze haren te dekken. Wel omdat ik graag eens ‘iets’ anders doe met mijn haar. Dus liet ik het toen verven om een ander kleurtje erop te zetten.

Een hele resem kleuren is al de revue gepasseerd: rood, kastanje, oranje, alle tinten bruin, acajou, blond (u leest het wel degelijk goed: ik ben blondine geweest), zwart, … Ik denk dat ik ongeveer elke natuurlijke tint geprobeerd heb. Dus nog geen blauw, roos of groen in mijn haar.

Maar sinds een paar jaar kleur ik mijn haar om het grijs te dekken. Niet dat ik mij schaam over mijn grijs haar: ik heb daar op zich absoluut geen probleem mee, met het kleur dus. Waar ik wel problemen mee heb is de structuur van dat haar: het is alsof er ijzerdraad langs alle kanten uit mijn hoofd springt en dat vind ik maar vies. En dus kleur ik mijn haar, want het kleur maakt dat het grijs haar opnieuw soepel wordt en niet langs alle kanten uitsteekt.

Sinds ik mijn haar niet meer in een ander kleur verf doe ik het zelf: doosje kleurshampoo in de supermarkt en om de zoveel maanden op mijn hoofd pletsen. Niet zo moeilijk. Zeker niet als je je natuurlijke kleur gebruikt. Gaat er al eens iets mis, dan valt het niet op.

Maar gisteren heb ik mij nog eens laten verwennen: een afspraakje bij de kapper om mijn haar eens volledig professioneel onder handen te laten nemen: eerst een knipbeurt. Nu mijn haar kort(er) is moet dat al eens veel regelmatiger gebeuren en gezien ik nogal veel haar heb dat ook nog snel groeit is het niet gewoon van snel snel even bijknippen: elke keer heb ik een grondig kapbeurt nodig.

Daarna werd een kleurtje gekozen (eentje dat zeer dichtbij mijn natuurlijk kleur ligt maar toch een tikkeltje anders is) en erop gezet en was het wachten geblazen. Voor mij dus geen probleem, want van zodra ik mij in een kapperszaak begeef wordt ik helemaal zen. Boekje erbij, koffietje van de zaak en ik was volledig op mijn gemak.

Na de wachttijd voor het intrekken van de kleur mocht het gespoeld en gewassen worden. Dit is het meest favoriete deel van het kappersbezoek voor mij, tenminste als je bij een ietwat degelijke kapper bent. Als dat het geval is, dan wordt je haar niet alleen gewassen, maar krijg je er nog een zalige hoofdmassage bij, en mijn kapper weet wat een goede hoofdmassage is. Genieten! Ongelooflijk!

Daarna diende het alleen nog gedroogd te worden.

Twee en een half uur later verliet ik volledig tevreden en ontspannen het kapsalon 🙂

Thema 6: onbegrepen wijven

WijvenweekDe voorlaatste dag. Een dag om eens te zagen over hoe mannen ons niet begrijpen … of gewoon eens te zagen, want als ze ons niet begrijpen, dan zagen we en dat is ook een manier om het te bekijken.

Gevoelens. Diep of minder diep. Het eeuwige drama. De eeuwige discussie: wij hebben er teveel, mannen te weinig of minstens tonen ze die toch te weinig.

De kleine hints, de blikken, het zuchten, … niets snappen ze er van. Het is alsof ze er niet bij waren, bij de hele voorgeschiedenis die die hints, blikken en zuchten ontlokten. Alsof ze er tijdens de hele voorgaande discussie niet bijwaren.

Een man heeft een handleiding nodig om er iets van te bekomen. Alles mooi uitgelegd en neergeschreven van A tot Z. Subtiliteiten zijn niet (altijd) aan hem besteed.

Geven ze een (negatieve) commentaar, kritiek, dan zeggen ze ‘ge moet dat zo persoonlijk niet oppakken’ als ge gekwetst zijt, geaffronteerd of boos omdat ie dat zegt. Maar hoe moet ge dat dan oppakken? Hij is toch tegen u bezig. Een persoon. Het is toch niet alsof hij refereert naar ‘een vrouw’ in het algemeen. De commentaar is toch tot u in persoon gericht?

We zijn te gevoelig. Zij verstaan ons niet. Dus zouden we een handleiding moeten schrijven om het onbegrip uit de wereld te helpen. Want handleidingen, dat verstaan ze wel, zolang ze gedetailleerd genoeg is.

Maar dan wordt het toch wel gruwelijk saai, nietwaar?

Ik hou het op zuchten, hints, blikken en hij zal het wel op zijn (onbedoelde) commentaar houden. Op die manier blijven we elkaar nog een vijftigtal jaar in spanning houden want een saaie voorspelbare relatie, dat is toch niets voor mij.

Kinderen: op de valreep

WijvenweekAls moeder sta ik ongeveer dagelijks doodsangsten uit als ik eraan denk wat er allemaal met de kinderen zou kunnen gebeuren. ‘Ongeveer’, want ik ben niet echt de persoon om daar teveel aan te denken. Ik laat mijzelf dat niet toe, anders wordt het leven onleefbaar.

Maar in mijn leven ben ik (tot nu toe) maar twee keer eigenlijk zo bang geweest dat ik dacht dat ik erin zou blijven.

De eerste keer was toen wij de definitieve beslissing namen om aan kinderen te beginnen. Toen die knoop werd doorgehakt. Niet dat daar ooit twijfel over bestond, over dat we ooit kinderen zouden hebben: dat stond vast na de eerste week dat wij samen waren (toen vroeg ik hem op de man af of hij kinderen wou … en hij is niet weggelopen. Integendeel. Hij vond dat zo iets natuurlijks, ook voor hem, dat hij ooit kinderen zou hebben). Maar we waren toch al zes jaar samen toen we tot de conclusie kwamen dat we er NU klaar voor waren. Die nacht lag ik te baden in het zweet van de schrik.

De tweede keer dat ik hartkloppingen kreeg van de schrik was toen mijn eerste zwangerschapstest positief bleek. Ik stond er nogal verbouwereerd naar te kijken. Het was nu niet alsof het een verassing was: we hadden immers doelbewust de beslissing genomen om zwanger te geraken, maar toch deed die ontdekking mij daveren op mijn benen. Nu was het geen theorie meer. Nu was het echt. Nu was het gedaan met ‘als’. Alle twijfel was weg (kunnen we wel kinderen krijgen? zal het wel lukken? wat als we nooit zwanger kunnen geraken?) en het resultaat zouden we binnen een achttal maanden al zien.

Misschien heeft het feit dat wij nooit echt hebben moeten ‘oefenen’ er iets mee te maken: wij waren zwanger vanaf de eerste poging en dus heb ik nooit een negatieve test gezien en misschien hoopte ik daar onbewust wel op. Een beetje ‘uitstel van excecutie’ als het ware.

Sindsdien ben ik dus nooit meer zo bang geweest. Zelfs de bevalling boezemde mij geen angst in: ik heb nu eenmaal niet de neiging om mij op te jagen in dingen waar ge toch niets van af weet en waarvoor ge alleen kunt afwachten.

Alhoewel: een fractie van die angst heb ik toch nog éénmaal gevoeld. Toen ik ontdekte dat ik zwanger was van Anna. Geen van onze kinderen zijn ‘ongelukjes’. Voor elk kind hebben we keer op keer opnieuw de beslissing genomen ‘gaan we ervoor en wanneer’. Dus Anna was ook zeer erg gepland en verwacht. Maar toch kreeg ik weer die angst: een vierde! Ga ik dat nu echt aankunnen? Zijn we wel zeker dat dit goed is? Hoe ga ik dat bolwerken?

Die angst heeft de laatste keer maar een fractie van een seconde geduurd (in tegenstelling met de vorige twee keer) en sindsdien heb ik ze nooit meer gevoeld. Ik hoop dat ze nooit meer terugkomt.