Terugblik – nummer 2

De saga gaat voort. Tijd om terug te kijken naar de tweede bevalling.

De geboorte van Louis was iets totaal anders dan die van Zelie. Kwestie van totaal geen referentiepunten te hebben kan tellen.

De bevalling van Louis is eigenlijk begonnen minimum zo’n 24 uur voordien. Dat ik het exacte moment niet weet, komt omdat ik toen niet wist dat het eindelijk in gang was geschoten.

Ik was uitgerekend voor 11 april en had nog een controle bij de gyneacoloog op die dag, hopend dus dat die afspraak niet zou doorgaan. Buiten Louis gerekend dus want hij vond blijkbaar dat hij goed zat waar hij was en toonde nog geen enkel teken om eruit te komen.

Voor de eigenlijke afspraak eerst nog een half uur aan de monitor (standaard eens je je datum bereikt hebt) om te zien of de baby het nog goed doet. Alles bleek in orde. Daarna naar de afspraak en bevestiging gekregen van de gyneacoloog: nog niets van opening en de baby was eigenlijk nog niet echt ingedaald.

Frustratie dus. 9 maanden wachten is al lang genoeg. Als je dan over datum gaat wordt het alleen erger. Moedeloos terug naar huis dus en het wachten voortzetten.

De dag erop kreeg ik voorweeën. Dat zeg ik nu gezien ik nu weet dat het voorweeën waren, maar toen wist ik dat niet en dus gedurende die donderdag 12 april kreeg ik zo heel af en toe een vaag gevoel van “maandstondenkrampen” oftewel dus voorweeën. Geen aandacht aan besteed. Het was ook maar om de zoveel uur en pijnlijk was dat niet. Ondertussen was ik de harde buiken ook al gewoon dus negeerde ik het gewoon.

’s Nachts een aantal keer wakker geworden van die voorweeën (weet ik nu dus, maar toen niet: ik kwam nogal verward wakker met een vaag gevoel van dat er iets raars was, maar ik kon mijn vinger niet op het probleem leggen en dus sliep ik maar rap weer in).

Vrijdagvoormiddag begonnen die voorweeën mij wel op te vallen. Rond een uur of 10 ’s ochtends kreeg ik door dat het 1. voorweeën waren (ik had er over gelezen) en 2. dat ze toch wel zeer regelmatig kwamen: zo om de 20 minuten. Eindelijk begon ik er aandacht aan te besteden en tegen 12 uur kreeg ik die voorweeën zo om de 5 minuten.

Zeer bizar, dacht ik, dus het hospitaal gebeld om te weten of zij mij iets meer konden vertellen: “nee madam, zeer raar, nog nooit van gehoord. Weet ge wat: komt binnen, dan leggen we u aan de monitor en we zullen dan eens kijken.”

Michel dan maar gebeld (hij werkte toen gelukkig bij ons achter de deur) die dan afkwam. Philippe (Michel zijn broer die toen heel handig eventjes voor de gelegenheid bij ons ingetrokken was) voerde ons naar het ziekenhuis waar ik in een piepkleine ruimte werd gestationeerd (niets van plaats in één van de vele arbeidskamers: sinds woensdag was er blijkbaar een babyboom aan de gang) en aan de monitor gelegd. “We zullen binnen een half uurtje eens komen kijken”, kreeg ik nog als afscheid van de vroedvrouw.

Dat half uurtje werd een uur en ondertussen bleven die voorweeën maar voortduren. Tegen 13u kwamen ze om de 2 minuten. Zeer oncomfortabel maar helemaal niet pijnlijk. Toen de vroedvrouw dus eindelijk kwam kijken bevestigde ze wat ik al gezegd had: voorweeën, geen weeën, zeer regelmatig en ze vond het raar. Ze ging er mijn gyneacoloog bijhalen “want hij was hier toch net bezig met (nog) een bevalling” om eens te kijken en te zien of en wat er eventueel moest gebeuren.

Toen de gyneacoloog om 13u30 eindelijk kwam kijken had ik nét mijn eerste wee gehad: joepie! Hij heeft dus de vroedvrouw erbij gehaald en ik werd naar een arbeidskamer verhuisd. De volgende wee kwam direct een paar minuten later en de volgende wee nog eens 5 minuten later. Blijkbaar waren die voorweeën een goede voorbereiding geweest.

Eenmaal op de arbeidskamer direct een epidurale laten zetten om dan op mijn gemak te kunnen wachten op het verdere verloop.

Als ge nu denkt dat deze bevalling vlot ging, vergeet het. Louis reageerde slecht op de epidurale. Van een sterke hartslag van rond de 150 slagen/minuut ging hij naar 98 slagen/minuut. Voor de mensen zonder referentiekader: er wordt altijd gezegd dat de hartslag van de baby boven de 100 slagen/minuut moet blijven.

Ondanks de geruststellingen was ik toch ongerust.

De verdoving die in mijn lijf zat konden ze er niet uit krijgen maar ik mocht het vergeten om “bij te spuiten”: te veel risico voor de baby. Gelukkig bleef Louis goed reageren op de weeën (bij elke wee ging zijn hartslag omhoog tot zo’n 130 slagen/minuut) en, werd ons gezegd, zo lang hij reageert op de weeën was er niets om u zorgen in te maken.

Het ging wel zeer goed vooruit. Eerst leek het van niet: toen ik binnengebracht werd in de arbeidskamer had ik al ontsluiting van zo’n 6 cm, maar een uur later had ik nog steeds maar 7 cm. Die controle gebeurde rond 14u30. Vijf minuten later voelde ik een rare druk: alsof ik moest persen. Het gevoel was duidelijk (de epidurale was aan het uitwerken) en ik belde dus de verpleging. De vroedvrouw controleerde en stelde vol verbazing vast dat ik op die 5 minuten tijd wel volledige ontsluiting had en klaar was om te bevallen. Ik werd in zeven haasten naar de bevallingskamer gerold, de gyneacoloog werd opgebeld en eens daar moest ik direct beginnen persen, zonder gyneacoloog aanwezig.

Vlak voor de tweede persing kwam de gyneacoloog er ook bij. Met maar een halve epidurale meer voelde ik meer dan genoeg pijn. Ik lag te daveren op de tafel, maar blijkbaar was dat normaal (“van de shock madam”) en een goede vijf minuten nadat ik de bevallingskamer was binnengerold, slechts twee keer moeten persen, lag Louis op mijn buik. 14u40: Louis was die dag, vrijdag de 13e, de 13e baby die geboren werd in het AZ Sint Lucas.

Louis bleek 100% in orde: perfecte apgar score, direct wenen, dus geen gevolgen van de epidurale.

Ook geen complicaties nadien (noch voor hem, noch voor mij). Een uur na de bevalling liep ik al rond.

De eerste nacht, wegens de enorme drukte van de laatste dagen, heb ik nog een kamer moeten delen met de mevrouw die baby nummer 15 van die dag op de wereld had gezet (die mevrouw was bijna in de lift bevallen: we hebben haar zien binnenrijden in een rolstoel, onmiddellijk naar de bevallingskamer en, ik overdrijf echt niet, 10 minuten later lag ze in een bed op de gang bij mij) en de dag daarop kregen we onze eigen kamer.

Ik moet zeggen, de ervaring van een kamer te delen met een andere vrouw en baby is voor mij niet voor herhaling vatbaar. Niet dat die vrouw en baby lastig waren, integendeel, maar ik geef toch de voorkeur aan het alleen zijn na een bevalling: elke storing is toch een echte storing.

To be continued …

PS: de commentaar van Huug deed met aan nog een detail denken.

De geboorte verliep zeer vlot maar ik was vergeten dat het niet zo vlot ging met de nageboorte: die wou er niet uitkomen.

Resultaat: uiteindelijk is dr. gyneacoloog er met gans zijn hand (en stuk arm) moeten ingaan om “den boel” eruit te schrapen met zijn vingers. Ik kan u verzekeren: aangenaam is anders. Maar beter zo dan via een operatie, nietwaar 🙂

Not without …

Gisteren liet Michel mij totaal onverwacht in de steek. Tsien, ik moet daar nu toch ongeveer gewoon aan worden 🙂

Enfin, tijd voor mij om domme spelletjes op de computer te spelen (gisteren spider solitaire) en naar tv films te kijken.

Eerst iets afschuwelijks gezien op Vijf TV over een pop die levend werd. Nu, Zelie was nog wakker toen het begon en zij vond dat wel wreed wijs natuurlijk. Enige problemen gehad om haar nog in bed te krijgen, maar toch gelukt na enige strenge woorden.

De tweede film was “Not without my daughter” met Sally Fields over een Amerikaans vrouw die met haar (Iraanse) man en dochter op familiebezoek ging in Iran en dat haar man toen besloot om daar te blijven. Gezien ze, wegens getrouwd te zijn met een Iraniër, automatisch Iraans burger was geworden viel ze onder Iraans recht en kon de Amerikaanse ambassade niets doen om haar daar weg te krijgen en nog minder om haar dochter mee te krijgen.

Enfin, na veel vijfen en zessen vlucht ze wel, met dochter en al, en komt ze dus terug in Amerika.

De reden waarom ik mij hierover verbaas is dat ik ervan overtuigd was die  film al gezien te hebben, maar niet helemaal, dus dacht ik om gisterenavond het begin mee te pikken en dan, vanaf het deel dat ik het gezien had, te gaan slapen.

De film die ik gezien had was van Sally Field die terug naar Iran ging, van Amerika dus, om haar dochter illegaal te gaan ontvoeren, en ze deed dat met de hulp van een aantal Amerikanen die zich daarin gespecialiseerd hadden. Ik vroeg me dus toen af hoe die dochter ooit met haar papa in Iran was verzeild geraakt en haar mama terug in Amerika was beland.
De versie gisteren daarentegen begon zoals hierboven beschreven en noch moeder, noch dochter konden Iran verlaten. Beiden werden constant bewaakt door manlief en zijn familie. Uiteindelijk zijn ze kunnen ontsnappen met de hulp van Iranezen, niet Amerikanen dus.

Zijn er dus twee versies van dezelfde film (want de acteurs zijn toch dezelfde dacht ik) of vergis ik mij hier nu schromelijk? Nog een misterie bij?

Apenstreken

Het is zo ver: Jan is deze morgen voor het eerst zelf uit zijn bed willen kruipen. Niet gelukt hoor, of beter: niet gelukt zoals hij verwacht had.

Hij slaapt nog in zo’n spijlenbedje en is in zijn colère deze morgen over de leuning gekropen met slaapzak aan en al … en hij is pardoes met zijn gezicht op de grond terechtgekomen.

Ik heb het niet zien gebeuren, daar niet van, maar dat het op zijn gezicht was valt nogal op: gans zijnen neus is geschaafd. Hij wijst nu naar zijn neusje en zegt “pijn edaan”.

De colère was er omdat hij nog niet mocht opstaan van mij toen hij om 6u20 wakker werd. Hard gekrijs en gebleit dus maar ik zei hem rustig dat hij nog moest slapen.

Toen ik naar beneden ging (moest een zakdoek hebben voor een bloedneus) hoorde ik plots een luide bonk. Rap de zakdoek gepakt en naar boven gerend en ja hoor: Jan stond naast zijn bedje hard te huilen, niet van colère deze keer maar van pijn.

Direct opgepakt en hij stopte onmiddellijk met wenen, dus zo erg kon het niet geweest zijn. Meer wenen van het verschot dan wat anders. Ik heb hem dan maar mee genomen naar ons bed, kwestie dat ik toen niet kon weten hoe hij gevallen was.

Jan aan het eten

Behalve dus zijn neusje lijkt alles in orde. De komende uren nog goed in de gaten houden (24 uur wordt gezegd), maar ik vermoed dat het niets zal zijn.

Zelie heeft het nooit gedaan, zo uit haar bed willen kruipen. Er hangt namelijk een muggennet rond het bedje en ik vermoed dat dat voor Zelie betekende dat zij er niet uit kon “omdat de gordijnen toe waren”. Zeer gemakkelijk dus want die ongerustheid daaromtrent hebben we dus nooit gekend.

Louis daarentegen was een andere zaak.

Toen hij rond die leeftijd was woonden wij bij mijn schoonouders (wegens verbouwingen hier) en Louis slaapte daar in een reisbedje, zonder muggennet errond.

Hij heeft zichzelf daar toen geleerd om uit zijn bed te kruipen. Eerst is hij zo’n vier keer op zijn hoofd terechtgekomen maar bij de vijfde poging had hij door dat hij eerst zijn beentjes erover moest krijgen en dan pas zijn hoofd.

Eens hij die truc onder de leden had was er geen houden meer aan. Niet zo gemakkelijk om hem dan nog in bed te krijgen. Of beter “te houden”.
Hoe Jan verder zal reageren is dus de vraag. Toen ik hem deze middag zei dat hij moest gaan slapen keek hij heel boos en zei “bedje pijn edaan” en wees naar zijn neusje.

Het was gelukkig geen teken dat hij niet meer naar zijn bedje wou (god begoede dat hij er nu bang van zou zijn geworden) want hij is braaf naar boven gegaan. Maar hopelijk is het een teken voor hem om het niet meer te proberen.

Alhoewel. Eens hij over de eerste schrik is en zijn neusje niet meer pijn doet vermoed ik dat ik nog bonken zal horen … tot hij het onder de knie heeft zeker 🙂

100 dagen

Gisteren was het voor (een deel van?) de Brugse scholieren blijkbaar hun laatste 100 dagen.

Amai. Ik begrijp er niet vet veel meer van. Het zal wel aan mijn leeftijd liggen zeker?

“In mijnen tijd” (18 jaar geleden begod) bereidden we een show voor, verkleedden we ons, meestal met een aantal vrienden in hetzelfde “thema” maar vooral mooi, hadden een leuke dag op school (verplichte aanwezigheid) waar we dan alleen de voorbereidingen deden voor de show, dan de show zelf en dan vroeger (één uurtje) wegmochten om nog iets te gaan eten en drinken voor de fuif begon.

Veel muziek, gelach, leute, gelanterfant, etc. Wreed leuke dag. Aaagh, de herinneringen 🙂

Wat ik gisteren gezien heb daarentegen (en trouwens niet alleen gisteren, ’t was vorige jaar ook al zo): het leek eerder op een uit de hand gelopen doop van universiteitsstudenten.

Die gasten zaten om 9u al op café en leken dus niet van plan om nog naar school te gaan. Misschien moet dat vandaag de dag niet meer, dus tot daar.

Maar dat “verkleden”. De enige verkleedkledij waren blijkbaar overalls die ze dan nog maar halfaan hadden. Ze zaten onder de verf: kleren, alle stukjes huid dat nog zichtbaar waren, haar… waar ge het maar kunt inbeelden. Velen hadden dan nog een of andere smurrie bij de verf in hun haar.

Degoutant.

Het enige woord dat ervoor bestaat.

Nu, mij niet gelaten. Als dat het idee is van “de jeugd van tegenwoordig” van een leuke dag, het is hun dag hé. En zolang ze mij daarmee niet ambeteren. Maar toch.

Les twee

De tweede les in de kangoeroeklas viel blijkbaar niet zo goed mee als de eerste.

Zelie heeft haar eerste initiatie in schaken gehad en dat viel tegen “want de meester deed haar altijd verliezen”. Ik heb haar proberen uitleggen dat het waarschijnlijk was dat dit een initiatie was en dus niet echt een wedstrijdje, maar Zelie houdt er niet van iets niet onmiddellijk én goed te kunnen. Enfin, het leven zal het haar wel leren (jammer genoeg).

Dat bleek trouwens ook deze morgen toen Michel haar (reken)huiswerk nakeek en haar erop wees dat ze een fout had gemaakt. Michel had effectief “gewezen” – met de vinger dus – naar de fout, maar niet op de fout zelf. Zelie had dus aangenomen dat een correcte som fout was en had die, zonder nadenken, “verbeterd”. Ik wees er haar op dat ze verkeerd bezig was en toen geraakte ze helemaal in de war: het rekenen lukte al helemaal niet meer en ze begon er op los te gokken.

Enfin, na een paar vijfen en zessen had ze toch door dat ze een correcte som nu fout had en vond ze de fout. Ze heeft ze uiteindelijk dus goed verbeterd. Die haast om iets te veranderen zonder al te veel nadenken zal ze toch een beetje moeten afleren.

Film 2

Ik moet de mannen gelijk geven: goed dat George Clooney meespeelde. Zelfs al zag hij er niet echt uit (zout en peper baard, gelijk e wat kilo’s extra…).

Genen film voor mij. Ik wachtte maar en wachtte maar en het bleef maar duren. ‘k Wil er niet te veel over kwijt want het is geen slechte film en er zullen wel nog mensen willen naar gaan kijken en die zullen hem wel zeer goed vinden vermoed ik, maar dus niets voor mij.

Enfin, behalve dat wel een leuke avond en nu naar mijnen nest: bijna spookuur, dus zorgen dat ik er geen meer zie vandaag.

Prepare

Ik ben begonnen aan “de voorbereidingen” voor de bevalling.

Gezien er in onze familie nogal wat kindjes geboren zijn de laatste jaren werden de dingen wel eens doorgegeven, zoals de kleertjes voor de eerste maand. Dus ben ik een lijstje aan het maken met wat er nu allemaal nog moet gebeuren voor de geboorte:

  • het kaartje moet in orde gemaakt worden (ontwerp en lay-out en zo) – voor Michel
  • de valies voor den kleinen maken (kleertjes zijn bij mijn zus – zij zal ze zondag meebrengen)
  • mijn valies maken (hoofdzakelijk pijama’s, toiletgerief en verder één “tenue” voor als ik terug naar huis ga, dus dat is een gemak en kan ik nu al doen)
  • doopsuikertjes afwerken. De “recpiënten” zijn in orde, nu alleen nog vullen. De volledige versiering errond moet wel nog in orde gebracht worden maar gezien ik weet wat ik nodig heb en waar ik het kan vinden, zal dat geen problemen geven
  • valiezen maken voor de kindjes. Terwijl ik in het ziekenhuis ben gaan ze logeren bij mijn schoonfamilie (grote dank), dus moet ik eens beginnen kijken naar wat zeker meemoet. Een lijstje apart dus opstellen want gezien het (hopelijk) nog een aantal weken is kan ik nu al moeilijk hun valies klaarzetten
  • adressen verzamelen. Nog iets voor Michel. Het adressenbestand van bij Jan zijn geboorte zit in een computer die al een tijdje niet meer gebruikt wordt. Michel moet hem dus weer aanzetten en de adressen eruit halen om dan te kunnen kijken welke nog geldig zijn en welke niet en om, uiteraard, de lijst aan te vullen waar nodig (ja, in die twee jaar hebben we een aantal nieuwe mensen leren kennen die we toch wel een kaartje zouden willen sturen :))
  • de drukker contacteren en zien hoeveel werk hij al heeft rond de voorziene periode en of we er nog tussen kunnen, maar normaal gezien is dit geen probleem.

Voor het moment is dat het zo wat, denk ik. Maar als ik iets vergeten ben: geef maar commentaar 🙂 En nee, “valies voor Michel maken” ben ik niet vergeten bij de puntjes: ik zou zo denken dat hij “groot en oud” genoeg is om daar zelf aan te denken 🙂

Rare mensen

Als ge op regelmatige tijdstippen de trein neemt leert ge op den duur wel een aantal medepassagiers kennen.

Op de rit naar huis bijvoorbeeld zitten vooraan in de trein bijna altijd dezelfde ploeg franstaligen. Ze zijn altijd zeer uitgelaten en hebben veel te vertellen. Ze komen, meen ik, uit Brussel (aan het Frans accent te horen toch, niet dat ik er veel van af weet) en stappen dus op in Brugge.

Sinds vorige Sinterklaas mag ik nu eerste klas reizen en daar maak ik gretig gebruik van: een beetje ruimer zitten maar vooral: veel rustiger en dus aangenamer. Niet dat de treinrit Brugge-Gent sowieso druk is, er is altijd wel meer dan voldoende plaats en zo, maar toch. De kleine luxes in het leven …

In eerste klas zie ik zo niet een vast publiek, behalve één dame. Een raar geval. Want eigenlijk is zij geen passagier eerste klas. Blijkbaar heeft zij geen ticket eerste klas en zij zit ook niet in eerste klas, neen: zij staat altijd in het inkomhalletje van de eersteklaswagon. Zij stapt meestal op langs tweede klas, als laatste, sluit dan de deur achter zich en loopt door naar de eersteklaswagon waar zij blijft staan in het halletje. Telkens er iemand bijkomend opstapt (in eerste of tweede klas) loopt zij dan naar de deur die geöpend werd om die opnieuw te sluiten. En zo blijft zij daar staan tot in Gent. Heel soms loopt zij zelfs midden in het traject de eerste klaswagon door om in het halletje aan de andere kant te gaan staan.

Een mens vraagt zich af: zij heeft een ticket, er is meer dan plaats genoeg om te zitten. Waarom geeft zij er dan de voorkeur aan om 20 minuten rechtop te blijven staan en over en weer geslingerd te worden?

Mysteries van het leven.

Week 36

En zo gaat het goed vooruit. Nog 4 weken te gaan.

Vanaf volgende week “zou” de kleinen mogen komen: blijkbaar is alles volgroeit aan 37 weken en komt ie alleen gewicht bij. Dus nog minimum een week volhouden.

Liefst nog 2,5 weken. Ik heb het hem gezegd: vanaf 25 maart moogt ge komen! Dit heeft alles te maken met mijn “perfecte” planning van gecombineerd zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en vakantie waardoor ik thuis zou zijn tot en met 3 september. Als ie vroeger komt verlies ik al enkele dagen zwangerschapsverlof en dat willen we niet hé 🙂

Trouwens, daarvoor heb ik nog een aantal dingen gepland die ik liever niet wil missen (uitstellen gaat immers niet).

Voorlopig geen problemen meer, wat ook altijd zeer goed is. Sinds ik mij aan mijn besluit hou om geen zware dingen meer te heffen en hulp te vragen wanneer nodig gaat alles veel vlotter. Maar dat is niet echt verbazingwekkend, nietwaar.

Film

Groot event in mijn leven: we gaan nog eens naar de cinema! “We” als in Michel en ik … en zijnen maat en zijn broer (misschien).

Het moet toch wel een jaar of twee, drie, … (meer?) geleden zijn dat Michel en ik samen naar de film zijn gegaan. Ja, tussendoor zijn we een paar keer met de kinderen gegaan, uiteraard naar een kinderfilm, maar niet meer samen naar een film voor grote mensen.

Het moest allemaal een beetje vlug gaan: de maat mailt vandaag dat hij morgen in Gent is en of we mee kunnen naar de cinema. Rap babysit gemaild (leve internet) en die kon gelukkig afkomen, dus alles is in kannen en kruiken. Ik kijk er echt naar uit.

We zouden naar Syriana gaan. Gesprek (ongeveer) tussen de maat en Michel:

m: “is uw madam daar mee akkoord?”

M: “uiteraard: ’t is met George Clooney”

Denken ze nu echt dat ik zo oppervlakkig ben? Gelijk hebben ze. 🙂 Als de film op niets zou trekken heb ik tenminste nog een schoon zicht. Dus, genieten wordt het sowieso voor mij. 🙂