maar de gewone excuses, die eigenlijk geen excuses zijn maar realiteit, gelden ook hier nog altijd: druk, druk, druk.
Ondertussen heb ik er 3 weken stage opzitten, oftewel 12 uur, en ik moet eerlijk zijn: het gaat niet goed. Niet heel slecht ook, maar voorlopig niet goed genoeg om te slagen. Ja, dat weet ik nu al. In principe zit ik over de helft (we moeten 20u stage lopen) en het volstaat niet. Mijn stagebegeleider ziet het nog altijd wel zitten, dat ik kan slagen, en dat toont ze door mij nu al 4 uur extra op te leggen. Er is geen mogelijkheid om die in mijn huidige stageschool te lopen, dus wordt het weer zoeken naar een oplossing.
Het gesprek heb ik vrijdag gehad en ik kan niet zeggen dat het mij verbaasde: ’t is niet alsof ik geen realist ben in hart en nieren. Het is een combinatie van factoren die het mij lappen en niet in het minst het soort school waarin ik sta. Mijn stagebegeleidster suggereerde dat het voor een (groot) deel daaraan kon liggen, dat dat gewoon geen school voor mij is, en ik was toen ook al bijna volledig tot die conclusie gekomen: ik begrijp die soort school niet (en neen, ge moet mij om niet meer details vragen, die komen niet). Ik weet niet hoe ik mij kan aanpassen en alles wat ik probeer lukt maar zo-zo, terwijl ik weet dat ik beter kan. Dat ik echt mensen dingen kan leren. Maar daar blijkbaar niet. Dus, moest het zelfs mogelijk zijn die extra uren daar te lopen, dan nog zou het beter zijn om die extra uren niet op die school te geven. Ik kan daar alleen maar mee akkoord gaan.
Het gesprek bevestigde ook nog eens wat ik in november/december eigenlijk al had besloten: hoe het ook afloopt met de stage, met de opleiding, al dan niet volledig gebuisd, sowieso is het afgelopen na juni. Ik werk dit semester af. Ik geef niet op. Ik ga mijn uiterste best doen om mijn stage zo goed mogelijk af te werken, maar als het niet lukt, dan is dat pech. Niet meer, niet minder. Falen is niet altijd slecht. Het zat er dan gewoon niet in. En om dat te weten te komen ben ik uiteindelijk met die opleiding begonnen.
Ik zit er namelijk ook door. Ik ben op. Bekaf. Het is genoeg geweest. De komende drie maanden ga ik mij nog (hopelijk) genoeg kunnen motiveren om dit semester af te werken, maar daarna is het gedaan. Fini. Schluss. The end. Is dat dan zonder diploma, het zij dan zo. Geen man overboord.
Het is ook een rustgevende gedachte, dat er licht is aan het einde van de tunnel, want het is al ongelooflijk zwaar geweest. Iedereen bewondert mij, maar ik ben niet ‘supervrouw’ die alles moeiteloos combineert. Ik ben de ‘ik-sta-ervoor-en-ik-moet-erdoor’ vrouw. Niet meer, niet minder. Ik ken mijn grenzen en ik heb die bereikt, en meer.
Dus gaat het hier nog een beetje stil blijven, misschien, want ik moet dit weekend nog minimum 2 taken, liefst 3 afkrijgen. En moet er daarnaast nog voor het gezin gezorgd worden, gekookt worden, naar een concert-met-de-oudste-dochter gegaan worden, van voetbalkennismaken gedaan worden, pannekoeken gebakken worden voor Jan’s verjaardagsfeestje, het verjaardagsfeestje zelf nog geven en begonnen worden aan de lesvoorbereidingen. Later op de week moet ik nog deelnemen op fora om ‘mijn standpunten uiteen te zetten’ voor dat andere vak dat ik dit semester nog moet afwerken, moet er gewerkt worden, moet ik nog taxi spelen voor de kinderen hier in huis en moet er nog gefuifd (ge moet maar eens afkomen, want het wordt een fuif voor volwassenen en de mannen van Snow Patrol komen een DJ-set draaien) worden.
Tot binnenkort, hopelijk, want ik principe doe ik mee aan Wijvenweek, dus zou hier vanaf maandag elke dag weer iets moeten verschijnen … als ik er de fut voor vind (sorry aan de andere wijven als het mij niet zou lukken, die fut vinden).