De tijd heelt alle wonden

Het is ondertussen meer dan 9 jaar geleden dat mijn mama overleden is. Sinds een aantal jaar kan ik gerust aan mijn mama denken zonder in tranen uit te barsten. Herinneringen ophalen, denken aan wat zij over iets gezegd zou hebben of hoe zij iets gedaan zou hebben, dat zij zo content en trots zou geweest zijn over al haar kleinkinderen en zeker over haar kinderen.

Soms denk ik dan dat het grootste verdriet voorbij is. Dat het een plaats gekregen heeft.

En dan zit je in de auto en hoort een liedje waarin gezongen wordt dat ‘moeder het nooit zal weten omdat ze al een tijdje dood is’. Dan merk ik dat het verdriet op zo’n momenten nog niets gesleten is. Dat mijn ogen volschieten en ik alle moeite van de wereld moet doen om niet in tranen uit te barsten.

Want tussen denken en weten wat mijn mama zou gedaan of gedacht hebben, ligt nog steeds een wereld van verschil.

Katapult

Radio 2 staat op en plots werd ik 25 jaar terug in de tijd gekatapulteerd. Naar de keuken in mijn ouderlijk huis en mijn tienerjaren. De plaats waar altijd Radio 2 opstond.

Mama aan de tafel en ik die onnozel sta te doen in de keuken en de radio op het maximum volume. Mama rechttrekken om mee te doen en samen zo vals als een kat luidkeels meezingen met de muziek.

En dan krijgt ge plots weer zo nen klop van gemis. Momenten die nooit meer terugkomen.

Na bijna 8 jaar denkt ge dat het ergste toch gepasseerd is. Er zijn dagen dat ik het amper besef dat mama er niet meer is. En dan zijn er momenten dat het u zo hard in uw gezicht slaat, dat het uw adem beneemt.

Het went duidelijk niet.

Toast champignon

Nog zo iets dat ik mij herinnerde van mijn moeders recepten: toast champignon.

Ik had paddenstoelen gekocht voor dit weekend. Ze stonden in reclame en er was kip en konijn en ik ging die wel kunnen gebruiken en dus had ik drie doosjes. Mooie verse, witte paddenstoelen. En de kinderen zijn er dol op, dus het kon niet misgaan.

Maar het weekend passeerde en de kip én het konijn werden klaargemaakt zonder paddenstoelen en zo had ik vandaag nog drie doosjes paddenstoelen over. Nog steeds vers, een ietsiepietsie minder wit, maar nog helemaal niet bruin of zo, maar wel hoog tijd om er iets mee te doen, voor ze bruin werden.

En hier komt mama mij dan te hulp. Een poepsimpel maar zeer lekker recept.

U neemt drie doosjes paddenstoelen en wast ze onder water. Jaja, in principe moogt ge geen paddenstoelen wassen, maar nu moet het wel. Niet in overvloedig water, wel onder stromend water, niet te veel, net genoeg tot ze proper zijn (en een beetje water opgenomen hebben). In een pan/pot boter smelten, paddenstoelen erbij, lichtjes bakken, peper en zout erop en na het bakken citroen erover uitpersen. Ik gebruikte een halve citroen, maar achteraf gezien mocht het best een hele geweest zijn. Daarna het deksel erop om verder te garen/stomen/koken/whatever.

Als de paddenstoelen gaar zijn, uit het sop vissen en warm houden terwijl de saus wordt gemaakt, zijnde het paddenstoelenvocht en daarbij room gieten. Bijkruiden met peper en zout indien nodig en dan de saus laten indikken tot ze de gewenste dikte heeft.

Brood toasten, paddenstoelen erop schikken, overgieten met saus en smakelijk.

Salade Niçoise mama style

Eén van mijn favoriete voedsels is salade Niçoise, maar niet de klassieke. De versie die mijn mama maakte is zoveel keer beter (ooit al gezegd dat mijn mama een fantastische kok was).

Af en toe maak ik die wel eens. Ooit heb ik ze eens gemaakt toen we op brunch gingen bij vrienden. Iedereen bracht een schotel mee en dat was mijn bijdrage. Er waren daar allerlei zalige dingen en toen ik de tafel zag, dacht ik dat niemand van de salade ging proeven, maar niets was minder waar: ze was in een mum van tijd op.

Ook eens proberen? Zeer simpel. Gekookte patatjes (nu met de kleine krielpatatjes, fantastisch), tomaten, prinsesseboontjes, gekookte eieren, ajuin, blik tonijn in eigen nat, ansjovis. Tot hier dus geen verassingen. Nu de twist: blikje zalm (niet zo verrassend), kip (juist, goed gelezen: kip. Ik neem kippefilet en stoom hem, mijn moeder gebruikte meestal overschotjes van de gebraden kip van de dag voordien) en parijse worst/jachtworst (naam is afhankelijk van de beenhouwer; het is die kleine ronde roze worst met groene peper in).

Als ‘vinigraitte’ gebruik ik een beetje van het ‘nat’ van de tonijn en zalm. Een beetje maar. Serveren met mayonaise en eten maar.

Weet ge wat nog lekkerder is? Ze de dag voordien maken en alle smaken op elkaar laten inwerken. Yum.

Ik ben zo blij! Zo blij!

En het heeft niets met mijn neus te maken. Wel met mijn mama.

Zelie was het eerste kleinkind in de familie, zowel langs mijn kant als langs Michel zijn kant. Philippe, Michel zijn broer, had in het begin van de zwangerschap gezegd dat hij hoopte dat het een meisje ging zijn zodat hij er ‘katjen’ tegen zou kunnen zeggen. Dat is dus blijven hangen en zo kwam het bijvoorbeeld dat we voor een poes kozen op het geboortekaartje.

Dat ‘katjen’ tegen Zelie zeggen, dat is er gelijk nooit van gekomen. Maar ze kreeg wel een armbandje met poesjes en een kettingetje met een poesje.

Dat kettingetje, dat was een kadootje van mijn mama. Dat lag een heel lange tijd op één bepaalde plaats in huis en plots lag het daar niet meer. Gezocht in de buurt, onder en boven, achter en voor, maar geen spoor meer van te vinden. Ik vond het dubbel erg omdat het een kadootje was van mijn mama, die inmiddels overleden was, en mijn dochter dus nooit het kadootje van haar oma zou zien, nooit zou weten wat ze gekregen had.

Na de geboorte van elk kind hielden we een doopsuiker opzij als aandenken. Niet zo moeilijk want ik had er altijd meer dan genoeg. Er staat hier dus zo’n mandje met allemaal doopsuikertjes in en vanavond haalde ik de mand eens uit om te tonen wat ik gemaakt had voor elk kind.

Tussen het rommelen door vond ik een juwelenzakje. Ge weet wel, zo’n rood fluwelen dingske. Ik had dat ooit gehad met een broche in en dus dacht ik dat het mijn broche was die erin zat. Ge kunt u mijn verbazing dus inbeelden toen er een fijn kettingetje uitkwam met een poezenhangertje in plaats van een broche. Het was het geboortekadootje van mijn mama voor Zelie.

Jippie Jee big time dus.

Geur

Op 5 mei zal het vijf jaar zijn dat mijn mama overleden is.

De kwaadheid is over, de ergste pijn is gesleten maar het gemis blijft. Normaal vermoed ik want mijn moeder was toch zoiets als een beste vriendin, voor zover je mama je beste vriendin kan zijn: bepaalde dingen vertel je nog altijd aan beste vriendinnen die je niet aan je mama vertelt, hoe goed je er ook mee overeenkomt.

Relatief kort na haar overlijden hebben mijn zus en ik haar kleerkast leeggemaakt, ook op vraag van mijn papa die het moeilijk had om, telkens hij de kleerkast opendeed, haar kleren te zien hangen.

Veel van haar kleren hebben mijn zus en ik niet kunnen houden: mijn moeder was toch zo’n 5 cm kleiner dan mezelf en 7 cm kleiner dan mijn zus. Daarnaast was ze ook ongelooflijk slank en zowel mijn zus als ikzelf zijn dat niet (niet dat we dik zijn, dat nu weer niet, maar noch zij noch ik hebben ooit het maatje van mijn mama gehad eens we ouder werden dan 16).

Een aantal stuks hebben we wel kunnen en willen houden en dan gaat het voornamelijk over bovenstukken en een paar rokken (mijn moeder had bv. ‘geen gat’, zoals ze het zelf zei, waardoor haar middel ongeveer recht doorliep. Ik heb altijd een relatief smalle taille gehad waardoor mijn maat in rokken overeenkwam met haar maat – zolang het een los model over de poep betrof uiteraard want mijn gat kan voor twee tellen ;)).

Zo heb ik (o.a.) twee wintertruien gehouden die ik heel mooi vind en veel aandoe en het leuke eraan is: de geur van mijn mama zit er in. Eigenlijk de parfum die ze gebruikte, maar voor mij is dat hetzelfde want net zoals ik hield mijn mama zich aan één parfum.

Het ambetante daaraan is, is dat ik die twee truien niet wil wassen. Ge zoudt nu denken, na 5 jaar, dat die ondertussen al serieus moeten stinken, maar gelukkig is dat niet zo. Zo heel heel veel doe ik ze niet aan en ik pas er erg voor op om ze niet echt vuil te maken (door te morsen of zo). Als ik ze heb aangehad hang ik ze dan gewoon te verluchten.

De geur is al fel verminderd ondertussen. Logisch ook, en ik weet dat er een dag komt dat die volledig weg zal zijn. Dat is ofwel de dag dat ik ze moeten wassen heb, of als het vanzelf gaat, dat ik ze zal wassen.

En die gedachte maakt me eigenlijk serieus triest, want ik heb zo de indruk dat het dan zal het zijn alsof mijn mama voorgoed weg is. Intellectueel gezien weet ik dat dat zo niet is, emotioneel is dat heel andere koek.