Toeval

Deze voormiddag met Zelie naar de dokter en toen we daarvandaan kwamen zou ik met haar een spaghetti gaan eten in de Kastart: ze moest de spaghetti Kastart eens proberen want, naar ik mij herinner, is die zeer lekker.

Ik had een ideaal plaatsje gevonden voor de wagen en was op weg om een ticketje te nemen toen ik mij bedacht dat onze kerstavondplannen nog (altijd) niet duidelijk waren.

Gewoonlijk doen we dat met mijn familie (vader, zus en gezin, broer en gezin), afwisselend bij mijn zus in Oudenaarde of bij mijn broer in Nederland (niet bij ons wegens gebrek aan plaats om acht kinderen en zeven volwassenen te slapen te leggen), maar dit jaar was er nog niets bekend. Ik had al vaag gehoord dat mijn schoonzus ging moeten werken op Kerstdag zelf (ze is dokter), maar de details, die wist ik niet: gingen we nu bij mijn zus vieren zonder mijn broer en zijn gezin of gingen we toch naar Nederland of gingen we Kerstavond overslaan deze keer?

Om een beetje duidelijkheid te krijgen belde ik naar mijn papa en u kan zich mijn verbazing voorstellen toen mijn zus zijn GSM opnam: wat gebeurt er? waar is papa? hoe komt het dat gij opneemt? Bleek dat ze in het UZ waren voor een opvolgingsconsultatie voor mij papa, genen paniek dus. Gezien het bijna middag was en zij waarschijnlijk ook gingen eten spraken we direct af: wij zouden naar het UZ komen en dan gingen we allemaal samen iets eten ipv dat wij dus alleen zouden gaan eten.

Zo’n toeval: ik die uitzonderlijk thuis/in Gent ben midden in de week én net bel voor de middag.

Zelie vond het ook fantastisch: mijn zus is haar meter en ze is er ook dol op en ze vind pepe ook heel leuk. We hebben zeer lekker gegeten in ’t Garnierken en alhoewel Zelie zich op het einde toch weer niet meer zo fantastisch voelde, ze heeft er ook duidelijk van genoten.

Anderhalfuur hebben we zo gezellig bij elkaar gezeten (en ook eindelijk kerstavond vastgelegd: we gaan naar Nederland) en daarna moest zuslief in zeven haasten weg wegens patiënten in Oudenaarde. Papa, die er trouwens opnieuw goed en kerngezond uitziet (hij ziet er minstens tien jaar jonger uit dan twee maanden geleden), heb ik dan begeleid naar de Kouter waar hij nog boodschappen wou doen en wij zijn dan maar huiswaarts gekeerd zodat ik nog een beetje kon werken.

Toeval. Zo wijs maat!

Ondertussen in het ziekenhuis

Tja, we zijn er nog niet van af, van het ziekenhuis.

Papa ligt er nu al twee weken. Of neen, ik moet dit een beetje nuanceren: papa heeft anderhalve week in Oudenaarde gelegen en sinds vorige vrijdagvoormiddag ligt hij hier in het UZ Gent. Dichter bij mij dus.

Na zijn aanval van die eerste maandag ging het beter. Dinsdag een beetje meer, woensdag nog meer en donderdag liep hij over de gang mee met mijn schoonbroer naar de lift.

Vrijdag ging het plots en zeer rap bergaf: hij kon niet meer uit bed, kreeg (hoge) koorts en begon verward te praten. Hij had een longontsteking opgedaan. Maar de medicijnen leken niet te helpen. Toen ik hem zondag opzocht kreeg ik ongelooflijk veel schrik want in vergelijking met maandag en woensdag zag hij er zeer slecht uit.

Volgens de dokter daar verbeterde het niet omdat hij slecht reageerde op een combinatie van medicijnen. Ze probeerden andere combinaties, maar echt verbeteren deed het gelijk toch niet. Hij bleef heel hard hoesten en was nog steeds verward.

Dinsdag was er voor het eerst sprake om hem te laten overbrengen naar het UZ in Gent. Mijn broer, ook ‘dokteur’, heeft hier in Gent nog een aantal vrienden die de juiste dokters voor mijn papa ‘zijn geval’ kenden en er werd over en weer gebeld en geregeld.

Woensdag werd papa op nieuwe medicijnen gezet en we besloten tot donderdag te wachten. Indien geen verandering/verbetering zouden we hem vrijdag laten overbrengen.

Ondertussen ook al gehoord van de mensen in mijn papa zijn kamer dat het verplegend personeel hem alles behalve goed behandelde. Dat ze eerder ruw en onbeschoft tegen hem waren. Toen er donderdag nog geen zichtbare verbetering was heeft mijn zus zijn dokter ingelicht van onze beslissing hem naar Gent te laten overbrengen.

De dokter nam het op als affront maar ging uiteindelijk toch akkoord en zorgde voor het vervoer voor de overbrenging en dit gebeurde uiteindelijk allemaal vrijdagvoormiddag.

Sinds eergisteren gaat het duidelijk veel beter met mijn vader. Ik ga hier nu niet beweren dat dat aan het UZ ligt, of toch niet alleen. Ik denk dat de medicijnen van Oudenaarde hun werking wel gedaan zullen hebben.

Maar veel belangrijker dan gelijk welk medicijn is de behandeling hier in Gent. Hij is vol lof over het verplegend personeel en de mensen die ik al gezien heb zijn om ter vriendelijkst.

Papa voelt zich duidelijk veel meer op zijn gemak en is veel contenter om hier te liggen. Sinds een dag of drie komt hij weer uit bed en hij begint ook weer zelfstandig te lopen.

Het gaat de goede richting uit dus. Hij heeft nog serieus wat aansterkingswerk te doen, maar het ziet er goed uit.

’s Avonds als Jan en Anna in bed zitten spoed ik mij dan rap tot ginder om een klapke te gaan slaan. ’t Is lang geleden dat papa en ik zo samen zaten, gewoon ons getweeën en ik was vergeten hoe leuk dat wel is. Nog eventjes profiteren dus ook al zijn de omstandigheden niet ideaal.

Zorgen 2

Mijn papa sukkelt nu al enkele maanden af en aan. Hij heeft een resem onderzoeken ondergaan en op geen enkel ervan was ook maar iets te vinden. Dus sukkelt hij voort.

Een tijdje gaat het beter en opeens herbegint het. Hij neemt dan een tijdje zware medicijnen, het gaat beter, hij bouwt af, het blijft beter … om dan na enkele weken/maanden volledig te hervallen.

En nog vinden ze niets. Zeer frustrerend en zorgwekkend.

Dat er ‘iets’ is bewijst gisteren: hij heeft een soort epilepsie-achtige aanval gehad. Beginnen roepen, volledig verkrampen en stokstijf op de grond gevallen en ‘van de wereld weg’ maar met zijn ogen open. Hij reageerde niet meer en herkende niemand meer. ‘Gelukkig’ gebeurde dit toen hij net een café binnenkwam waar ze hem goed kennen: ze hebben direct de ambulance gebeld én mijn zus. En gelukkig gebeurde dit geen twee minuten vroeger toen hij nog in zijn wagen zat.

Hij herinnert er zich niets van, heeft zich niet echt pijn gedaan behalve dat hij is moeten genaaid worden in zijn tong van erop te bijten, en eens in de ambulance begon hij al weer bij ‘dezijnen’ te komen en herkende hij mijn zus opnieuw (die meereed in de ambulance).

In het ziekenhuis hebben ze hem onder de scan gelegd en aan zijn hersenen is niets te zien. Gelukkig. Vandaag mag hij weer een hele batterij van andere onderzoeken ondergaan om de oorzaak te proberen achterhalen.

Maar ik ben er niet gerust in. Niet in de onderzoeken in de zin dat ze iets slechts zullen vinden. Integendeel. Ik ben juist ongerust dat ze niets zullen vinden, net als een paar maanden geleden, en dan staan we nog altijd even ver: mijn vader is niet goed en we weten niet waarom of wat er tegen te doen.

Zorgen

Mijn grootmoeder langs vaders zijde is gestorven op valentijnsdag 1987. Ik was dus pas 16 geworden.

In mijn herinneringen heeft ze zichzelf dood gehoest. Klinkt raar, maar ik kan het moeilijk anders zeggen. En ik leg de nadruk op ‘mijn herinneringen’. Ik was begod 16 jaar, dus perceptie is alles, nietwaar.

Mijn grootmoeder hoestte de laatste jaren van haar leven nogal heel veel en hard. Duizenden onderzoeken gedaan maar de doktoren konden niets vinden. Vermoedelijk heeft ze ook duizenden pillekes hiervoor gekregen, maar voor zover ik ervaarde maakte dat niet al te veel uit.

Het hoesten was een zware belasting op haar hart waardoor ze op een bepaald moment een pacemaker ingeplant kreeg.

En toen moest ze naar het ziekenhuis voor iets anders en is ze er eigenlijk niet meer uitgekomen: haar hart had het opgegeven.

Mijn vader hoest ook al gans zijn leven. Of beter, gans mijn leven dat ik mij herinner. Mijn eerste herinneringen daarvan zijn van in mijn tienerjaren: als tiener sliep ik graag een gat in de dag (de meeste tieners zeker?) en mijn ouders hadden een apotheek thuis.

Mijn vader was dus elke ochtend vroeg op en ik hoor hem nog over en weer lopen tussen de keuken en de apotheek, zwaar hoestend. Uiteraard, self-absorbed tiener dat ik was, nam ik dat op als persoonlijke aanval van ‘als ik op ben, moet iedereen maar opstaan’ 🙂

Hij heeft die hoest de laatste jaren goed onder controle weten te krijgen, maar sinds enige weken is er geen houden meer aan. Het pilleken dat voordien hielp is nutteloos geworden.

Hij zit nu al een tijdje thuis, want praten kan hij toch niet: telkens hij een conversatie begint, begint hij te hoesten dat het geen naam heeft, dus een conversatie lukt niet. Hij voelt zich dus ook allesbehalve goed.

Het doet me allemaal teveel denken aan mijn grootmoeder en dus maak ik mij zorgen. Serieuse zorgen.

Net zoals mijn grootmoeder heeft hij ondertussen al een hele resem tests achter de rug en hebben ze nog niets gevonden.

Vandaag voelde hij zich een beetje beter. Toen we praatten hoestte hij wel, maar het viel al bij al mee, maar ik zag dat hij eronder leed.

De onderzoeken zijn nog niet volledig van de baan, dus hoop ik alsnog dat ze gauw vinden wat er aan de hand is, maar ik vrees er eigenlijk voor.

Mijn papa is amper 65 jaar. Ik heb mijn mama al verloren en ben dus nog helemaal niet klaar om wees te worden. Nog lang niet.

Hiep hiep hiep

Er is er een jarig, hoera, hoera! Allez, er was er toch één jarig want het is ondertussen al middernacht gepasseerd.

Mijnen papa is gisteren, tweede kerstdag, 65 jaar geworden. De mooie pensioengerechtigde leeftijd. En dat speciaal getal vonden wij, als kindjes, toch eens de moeite om in de bloemetjes te zetten dus besloten we dan maar om samen iets te gaan eten: papa, drie kindjes en drie partners. Met ons zevenen dus.

We hebben er lang over gesproken maar nooit effectief iets aan gedaan tot een kleine twee weken geleden we plots in gang schoten. Als zotten beginnen rondbellen naar allerlei restaurants en wat bleek: de meeste zijn gesloten tussen kerst en nieuw. En als ze niet de hele week gesloten zijn, zijn ze toch alleszins gesloten op tweede kerstdag.

Even gedebatteerd om het uit te stellen tot na nieuwjaar maar dat bleek ook niet vanzelfsprekend: mijn broer en schoonzus zijn niet alleen doktoren, met wachten dus, maar wonen bovendien in Nederland. Zij konden al niet de week na nieuwjaar. Wij waren al ‘geboekt’ voor het weekend nadien en daarna kon mijn zus niet. En zo zouden we direct al moeten reserveren voor februari. Een verjaardag vieren meer dan een maand later ontneemt ook wel een beetje van de vreugde.

Uiteindelijk bij Auberge du Pecheur beland. Het restaurant was gesloten maar de Brasserie was open, met beschrijving, volgens de website

‘Naast een lekkere grillade kan u er ook genieten van een snack, de suggestie van het moment of een lekkere dagschotel’.

Een ‘snack’ was nu niet wat we voor ogen hadden voor zo’n gelegenheid, maar we dachten: het is belangrijker het te vieren en gezellig samen te zijn. Maar wat zij onder snack verstaan is blijkbaar in het geheel niet wat wij eronder verstaan: de kaart was iets uitgebreider dan dat.

Uit een uitgebreide keuze van voorgerechten (foie gras, coquilles, scampi, hazeterrine, kaaskroketten, slaatjes, …) kozen wij met vier voor de garnaalkroketten en verder een gebakken geitenkaasje, oesters en carpaccio van coquilles. Het ging allemaal zeer smakelijk binnen.

De hoodgerechten waren ook zeer gevarieerd met zowel een uitgebreide keus in vis (kabeljauw, tong, tonijn, paling, …) als vlees (steak, lam, wild, …). Wij lieten onze keuze vallen op drie maal hazenfilet, één fazant, één griet, één ossenhaas en één zeebaars. Jammie.

Mijn papa heeft zichzelf getrakteerd op een zeer goede fles wijn bij het eten (om samen te drinken uiteraard) en we hebben besloten met een koffie.

Het eten was zeer lekker, het kader was zeer aangenaam en het gezelschap was fantastisch. Wat moet je nog meer op zo’n avond.