De universele babysit

Volgende week heb ik examens. Wilt het ’toeval’ dat de kinderen net nu een lang weekend hebben: met het Pinksterweekend breit de school daar nog een facultatieve vrije dag aan en nog eens een pedagogische studiedag, en voor je het weet zijn ze een halve week thuis.

Thuis tot en met woensdag, en ik heb mijn eerste examen woensdagavond. Een combinatie die niet gaat lukken.

Ik heb het dit stukje namiddag al goed gemerkt: Zelie en Louis zijn naar hun activiteiten dus alleen de twee kleinsten blijven over, maar laat dat nu net de twee luidste zijn. Ze waren mooi aan het kleuren hier aan tafel, braaf en kalm, daar niet van, maar dat getetter er constant bij … ik moet er geen tekeningske bijmaken, denk ik.

En toen vroeg Jan of ze TV mochten kijken, iets wat normaal gezien verboden is tijdens de schoolweek, maar waar ik nu plots bij dacht ‘Jey! TV!’ en dus volmondig toestemming gaf.

Het is hier ondertussen rustig en nu kan ik goed doorwerken. Ik vrees dat er de komende week nog veel TV zal gekeken worden en dat er hier een paar zijn die dat niet jammer zullen vinden 🙂

Cadeau

Al heel de week ongelooflijk hard gewerkt, maar het resultaat mag er zijn: niet alleen zijn alle opdrachten af, ze zijn nog allemaal voor (of toch ruim binnen) de deadline ingediend.

Het resultaat: ik heb mijzelf een weekend cadeau gedaan. Als dat niet fijn is. Want de laatste opdracht moest ingediend worden ten laatste op 5/6 23.59u en ik heb hem nu net ingediend.

Ik ben er van af, van al die opdrachten en opzoekingen en werkjes en watnog.

Maandag beginnen we voor serieus te studeren, maar nu eerst nog een weekend mij met de kindjes even bezig houden. Ze zullen ook content zijn.

Triest

De dochter is triest.

Mama kan niet mee om ‘dingen’ te doen. Mama moet werken. Eerst werken om opdrachten af te werken en op tijd in te dienen. Daarna werken om te studeren en klaar te zijn voor de examens.

En dus zit de dochter verdrietig te wezen in de zetel.

Wat mama op haar beurt ambetant maakt, want mama vindt het ook niet leuk om geen ‘dingen’ te kunnen doen met haar en haar broers en zus. Mama vindt het ook niet leuk dat ze moet werken. Maar mama wil nu eenmaal niet dat zij, in plaats van nog 2 weken hard te werken en erdoor te zijn, zij er nog een paar weken bijkrijgt omdat ze tweede zit heeft.

Dus is de dochter triest en de mama ambetant en lukt het werken niet zo goed als ik zou willen.

Timing kon beter

Typen met negen vingers, het is een keer iets anders. De duim doet het niet wegens een ontsteking … denk ik toch.

Ondertussen al gemerkt dat ge, om blind te typen, uw duim niet echt nodig hebt, alleen om de spatiebalk in te duwen, dus valt de ‘schade’ nogal mee. Want de timing is niet zo goed, om nu een ontsteking te hebben op mijn duim: er moeten nog 3 taken getypt worden tegen 5 juni.

Gelukkig zijn alle taken toch al voor een deel gedaan, maar ik vrees dat ik nog een beetje zal afzien tot aan de deadline.

‘k Heb het al eerder gezegd: nog een paar weken op mijn tanden bijten en dan kan ik rusten … en mijn duim ook 🙂

Dip

‘k Heb een mindere dag vandaag. Oververmoeid en zo, dat helpt niet echt voor uw humeur.

Maar deze week ook ontdekt dat ik volgend semester ofwel avondles, ofwel op zaterdag les ga moeten volgen, want ze zijn zo ‘lief’ om het namiddagprogramma op vrijdag niet in te richten, en dat steekt mij nu zo ongelooflijk ferm tegen. Want één van de redenen dat ik daar les ben beginnen volgen is juist omdat het overdag, tijdens de week kon en dat ik geen avonden of weekends moest opofferen.

En eerlijk gezegd, ik zie dat niet zo goed zitten. Dit semester heb ik er twee avondcursussen bijgenomen, gewoon om er vanaf te zijn, en ik vind dat ongelooflijk vermoeiend, zo nog eens ’s avonds eropuit trekken en daar dan 4 uur zitten.

Volgende week ga ik eens mijn gedacht zeggen, daar bij de organisatie, maar uiteindelijk gaat dat dus genen bal uitmaken.

En dus heb ik een baaldag vandaag. Sebiet eens vroeg(er) in mijn bed kruipen zie en morgen zal dat al een pak minder erg zijn … hoop ik toch.

Werken gelijk de beesten

Genen paniek. Ik ga hier niet weer verdwijnen hoor. Maar zoals gezegd, er komen een hoop deadlines af en die moeten gehaald worden.

Ondertussen ben ik met drie opdrachten tegelijk bezig, wat, denk ik, misschien ook wel een beetje teveel van het goede is, maar soit, het lukt nog. Ik kan geen van de drie immers afwerken, maar ik kan wel een goede voorbereiding doen zodat ik, van zodra ik wel alle gegevens heb, ze dan wel zo snel mogelijk kan afwerken. En hoe rapper die opdrachten ingediend zijn, hoe rapper ik kan beginnen studeren, nietwaar, want dat moet ook nog gebeuren.

Ondertussen zijn er op het werk ook een paar deadlines te halen. Naast mijn ‘gewone’ werk heb ik er twee extra opdrachtjes bijgekregen en alhoewel die nu niet bijzonder zwaar zijn, komt het er toch maar bij. Voor die ene opdracht is de deadline morgen, de andere zal ergens klaar moeten zijn tegen ten laatste 14 dagen.

Nog tot 17 juni op mijn tanden bijten dus, want dan is mijn laatste examen, zal op het werk ook alles weer in zijn normale plooi gevallen zijn en kan ik genieten van de zomerluwte.

Duimen jullie mee op 15 en 17 juni, voor mijn twee examens (want het zijn er gelukkig maar twee, oef! De andere twee vakken worden geëvalueerd op meewerken in de klas en opdrachten uitvoeren)?

De kalmte zelve

Vorige week nog halve paniekaanvallen toen ik plots allemaal deadlines voor de opleiding op mij zag afkomen: 20 mei, 22 mei (groepswerk), 25 mei, 26 mei, 1 juni (2x), 5 juni (2x) en 6 juni (groepswerk). Na een week met Louis in het ziekenhuis en dus niets gedaan te hebben zag ik het niet direct zo goed zitten, vooral omdat ik voor die opdracht voor 25 mei nog hulp nodig had van andere mensen.

Dus mailde ik om uitstel te vragen (gelukt: 2 dagen extra gekregen voor de deadline van 25 mei, dus nu 27 mei), werkte een paar dagen tot zeer laat door om de deadline van 20 mei te halen en bleek de deadline van 22 mei een relatief fluitje van een cent omdat het een groepswerk was en wij dat al een tijdje geleden allemaal afgehandeld hadden zodat dat mooi op tijd binnen was. Tussendoor had ik ook al de helft van één van mijn werkjes voor 1 juni kunnen maken.

En zo komt het dat ik vandaag mijn werk voor 26 mei afgewerkt en ingediend heb, toch al een vierde gemaakt heb voor één van de werken van 5 juni en dat ik mij nog eens opgepakt heb om het andere werk van 5 juni in gang te zetten (hier weer afhankelijk van een derde partij, dus hopen dat die nu snel reageert).

Morgen staat dan op mijn planning om naar de bibliotheek te gaan om nog een deeltje van mijn werk voor tegen 27 mei in orde te krijgen; het laatste deel van dat werk kan ik pas op donderdag doen, maar dat zal dan ook gebeuren. Morgen moet ik ook werken aan mijn deel van het werk voor 6 juni.

Vrijdag ronden we dan het groepswerk af dat op 6 juni binnen moet, wat inhoudt dat dat dus ook ruim op tijd zal klaar zijn.

Dus in plaats van paniek, is er nu plots een beetje rust gekomen: alles zit op schema en het ziet er naar uit dat het in orde komt. Moet ook, want na de werken zijn er de examens (15 en 17 juni) en het wordt ook dringend tijd dat ik daar eens deftiger naar ga kijken.

Dat ding met die pijp

Het moet ongeveer vier uur deze namiddag geweest zijn toen het gebeurde. Zo bijna van het ene moment op het andere.

Er moesten afspraken gemaakt worden, maar het ging gewoon over mijn hoofd heen, terwijl ik toch dacht dat ik aan het luisteren was. Maar er werd niet veel meer opgenomen, daarboven.

De afgelopen twee weken zijn zwaar geweest, want naast Louis in het ziekenhuis was er nog steeds werk en les en moesten er absoluut dingen af en nog gedaan worden. De komende weken worden nog heel zwaar, want nu volgt de ene deadline de andere op, vooral dan op vlak van de les en dan zijn er ook nog de examens en deadlines op het werk.

Toch proberen om dit weekend vooral wat slaap in te halen en mij te concentreren om overdag serieus een tandje bij te steken, kwestie dat we de vakantie nog levend mogen meemaken.

Net genen paniek

Ik had net alles afgesloten op het werk en was op weg naar de uitgang, en dus naar mijn fiets, en dus naar school om de kinderen af te halen, toen ik telefoon kreeg van den anderen: of ik Zelie gehoord had? Hij had een sms gekregen dat Anna lelijk gevallen was, bloed overal en tanden die los stonden.

Mijn hart begon sneller te slaan en ik zei tegen Michel dat hij ook maar best naar school zou komen: als ik met Anna naar een dokter zou moeten gaan, dan kon hij met de andere kinderen gewoon naar huis. Maar ik verbaasde er mij over dat ik geen bericht van school zelf had gekregen, want normaal gezien zijn ze daar zeer consequent in. Zelie terugbellen om meer informatie te krijgen lukte niet, want ze had haar GSM al terug afgezet.

Zo snel als mijn benen konden reed ik naar school. Daar aangekomen stond de zorgleerkracht aan de deur. Zelie stond met een vriendinnetje te praten. Van Anna geen spoor en ook geen teken van enig ongeval. Dus vroeg ik wat er aan de hand was.

De zorgleerkracht viel eerst even uit de lucht, tot ze het zich herinnerde. Anna was tijdens de middagspeeltijd van een bankje gevallen en had daarbij met een tand in haar lip gezeten. Bloed uit de lip, drup op de kleren, maar dat was het zowat. Het was ondertussen ook al een paar uur geleden en de zorgleerkracht had het bekeken en verzorgd en besloten dat het niets was om ons voor op te bellen (en daar had ze dus gelijk in).

Wat Zelie haar reactie betrof: zij had het verhaal pas op het einde van de schooldag gehoord, maar dan van verschillende mensen en verschillende versies. Ge kent dat wel, gelijk dat Chinees fluisteren: tegen dat Zelie het hoorde was Anna zeer zwaar gewond, zat ze volledig onder het bloed en stonden haar tanden los.

Enfin. Al bij al een klein voorval. Anna haar lip staat een klein beetje dik van het kroetje dat erop staat (maar ge ziet het zelfs niet). De tanden lijken nog goed vast te staan en dat klein beetje bloed dat op haar kleedje is gedrupt, dat wassen we er straks wel uit in koud water?.

Den bos in

Vandaag voor het eerst les moeten geven. Gelukkig dat het in deklas was waar ik zelf les volg en dus tegenover mijn medestudenten, want het ging niet zo goed.

Enfin, ‘niet zo goed’ is nog braaf uitgedrukt. Ik ging volledig den bos in.

Nochtans was het materiaal er. En de (les)voorbereiding. De leerlingenbundel had ik zelf geschreven en die zat ook goed ineen. En het onderwerp kende ik. En ik moest maar 10 à 15min les geven. Hoe moeilijk kon dat zijn?

Tot ge begint en ge uwen draad kwijt geraakt doordat de ‘leerlingen’ vragen beginnen stellen en ge in paniek geraakt en zo heel uwen structuur naar de vaantjes gaat. En ook: het materiaal dat ik voorzien had voor een kwartuur, daar was ik dus na een half uur nog niet door, mede door al die vragen.

Het was niet allemaal negatief. Tegen het einde had ik het weer door en kreeg ik de zaken weer redelijk onder controle en kwam de structuur terug. Het kwam ook tenminste over dat ik wist waarover ik sprak, en dat vond ik wel fijn. En het is juist daarom dat ik de cursus volg, nietwaar, om te leren les geven.

Nog twee keer een lesmoment te geven tijdens dit semester. Het kan alleen maar beter gaan zeker?