Intuïtie

Zelie was 22 maand toen Louis geboren werd. Ik herinner mij haar in de tijd dat ik zwanger was van Louis.
Zelie was altijd al een redelijk “zelfstandige” baby en kind. Als baby moest ge haar bv. niet zo in typische wieghouding vastpakken. Ze zat veel liever recht op de schouder. Dat zie je aan de foto’s zelfs van in het ziekenhuis: nog geen dag oud en ze wou al recht zitten.

Eens ze begon rond te kruipen was ze nooit een schootjeszitter. Altijd in beweging. Ze kwam wel veel aaikes en kusjes vragen en geven en was zeer aanhankelijk, maar op de schoot blijven zitten: niets voor haar.

Tot ik 8 maand zwanger was. Zo een ommezwaai. Het was alsof ze door kreeg dat er iets fundamenteels ging veranderen en ze wou er nog rap het meeste uithalen. Plots wou ze niet anders dan op de schoot zitten en gepakt worden. Ze wou (bijna) niet meer lopen en bleef maar aan mijn rokken hangen. Wreed raar.

Bij Louis heb ik nooit zoiets gemerkt toen ik zwanger was van Jan. Misschien omdat hij toen toch bijna 3 jaar was en dat ene jaar maakt wel een groot verschil bij zo’n klein kind.
Maar ik krijg nu de indruk dat het bij Jan hetzelfde is. Jan is nu 25 maand en bij hem is het niet zo zeer dat hij meer aanhankelijk is (Jan was altijd al aanhankelijk) maar voor het minste begint hij nu te huilen. Niet zo een hysterisch kwaad geschreew van een kind in zijn “terrible two’s” (al heeft hij nog altijd die periodes ook hoor), maar echt hartverscheurend, indiep droef huilen van verdriet. En ook niet meer willen lopen: altijd gepakt willen worden.

Ik denk echt dat het een soort intuïtie is over een grote verandering die op komst is.

Week 37

Nog drie weken te gaan.

Alleszins geen goed begin van deze week. Rotochtend gehad.

Hoe vlot alles gisteren verliep, zo chaotisch en uit de hand gelopen was het deze morgen. De wet van Murphy zeker: alles wat mis kon gaan ging ook mis.

De kinderen waren traag, zowel Zelie als Jan hebben hun melk op de grond gegoten (eigenlijk “gemorst”, maar het was er zo veel …), Jan nog mogen een ander broek aan doen, Zelie die haar leesboek niet vond en die absoluut deze ochtend nog wou vinden, te laat thuis vertrokken, Jan die een paar kuren kreeg in de auto met een half uur gekrijs als gevolg, abonnement “vergeten” verlengen en betrapt geweest, boete gekregen die NIET moest betaald worden verzekerde de conducteur mij maar die hij gaf “voor de verzekering” en die aan het loket toch betaald moest worden “omdat ge uw abonnement niet verlengt madam”. Ben in bleiten uitgebroken voor gans Brugge en voelde mij absoluut 500% belachelijk want zo’n drama was dat nu ook weer niet.

Er zijn van die dagen …

Enfin, nog twee dagen werken en dan: rusten. Het stressgehalte zal stevig naar beneden gaan en de kinderen zullen hopelijk een leukere mama krijgen de komende weken. Ik ben, ik weet het, niet echt meer te genieten en dan vooral ’s avonds niet.

Blijven aftellen dus.

Optreden

Ons dochtertje doet aan ballet. Elke week op vrijdag van 15u tot 16u wordt dat als extra-curriculaire activiteit op school gegeven en aangezien Zelie graag danst wou ze dus meedoen. Geen probleem voor ons.

Gisteren gaf de school haar (voor ons toch) eerste optreden. De lerares is juffrouw Greet en zij heeft een balletschool “Il Cigno” en de juffrouw geeft duidelijk les in meer dan één school én in haar eigen school.

Grootse bedoening in de Capitole. Een show van zo’n 2 uur. En ik vond het echt goed gedaan: de dansertjes waren duidelijk blij en opgezet met het gebeuren, de kostuums waren heel mooi gedaan, een mooi verhaaltje dat de verschillende stukjes goed aan elkaar “naaide”. Leuke avond gehad.

Voor ons was het hoogtepunt uiteraard Zelie zien optreden. Al weken is ze bezig met haar dansje: de bewegingen, de pasjes, enz. Al van ongeveer de eerste les kent ze het dansje uit haar hoofd en te pas en te onpas werd het ons getoond.

Ik stond eigenlijk nogal vol bewondering te kijken telkens ze het toonde want ze deed het echt perfect en zo kort was het nu ook weer niet. Uiteindelijk is ze nog geen 7 jaar en een dansje van een 3-tal minuten onthouden lijkt me niet al te gemakkelijk.

Toen ze gisteren op het podium stond was ik dan ook apetrots. Alle kindjes zagen er prachtig uit in hun kikkerkostuum en ze leken allemaal op hun gemak … Tot ze moesten beginnen dansen.

Uiteraard heb ik eigenlijk zo goed als alleen Zelie gezien. De andere kindjes zag ik wel vanuit mijn ooghoeken. En ik merkte dat, eens de lichten aangingen, haar rust een beetje weg was.

Ze heeft goed gedanst maar in tegenstelling tot thuis heeft ze twee foutjes gemaakt. Waarschijnlijk was dit niet zou opgevallen moest ik niet uitdrukkelijk naar haar gekeken hebben.

Toen ik haar ’s avonds thuis zei dat ze toch wel heel mooi en goed gedanst had, maar misschien een klein foutje gemaakt had, kwam het eruit “Ik was bang”. Ik vond dat nu zo vertederend.

Ik heb haar maar direct gerustgesteld: dat is niet echt bang maar het heet “plankenkoorts” en iedereen die moet optreden heeft daar wel last van op één of andere manier. En naarmate ze meer zal optreden zal zij er ook wel mee leren omgaan. Haar gezichtje ontspande zich toen gelukkig.

En nu voor het volgende optreden: een solo 🙂

Apenstreken

Het is zo ver: Jan is deze morgen voor het eerst zelf uit zijn bed willen kruipen. Niet gelukt hoor, of beter: niet gelukt zoals hij verwacht had.

Hij slaapt nog in zo’n spijlenbedje en is in zijn colère deze morgen over de leuning gekropen met slaapzak aan en al … en hij is pardoes met zijn gezicht op de grond terechtgekomen.

Ik heb het niet zien gebeuren, daar niet van, maar dat het op zijn gezicht was valt nogal op: gans zijnen neus is geschaafd. Hij wijst nu naar zijn neusje en zegt “pijn edaan”.

De colère was er omdat hij nog niet mocht opstaan van mij toen hij om 6u20 wakker werd. Hard gekrijs en gebleit dus maar ik zei hem rustig dat hij nog moest slapen.

Toen ik naar beneden ging (moest een zakdoek hebben voor een bloedneus) hoorde ik plots een luide bonk. Rap de zakdoek gepakt en naar boven gerend en ja hoor: Jan stond naast zijn bedje hard te huilen, niet van colère deze keer maar van pijn.

Direct opgepakt en hij stopte onmiddellijk met wenen, dus zo erg kon het niet geweest zijn. Meer wenen van het verschot dan wat anders. Ik heb hem dan maar mee genomen naar ons bed, kwestie dat ik toen niet kon weten hoe hij gevallen was.

Jan aan het eten

Behalve dus zijn neusje lijkt alles in orde. De komende uren nog goed in de gaten houden (24 uur wordt gezegd), maar ik vermoed dat het niets zal zijn.

Zelie heeft het nooit gedaan, zo uit haar bed willen kruipen. Er hangt namelijk een muggennet rond het bedje en ik vermoed dat dat voor Zelie betekende dat zij er niet uit kon “omdat de gordijnen toe waren”. Zeer gemakkelijk dus want die ongerustheid daaromtrent hebben we dus nooit gekend.

Louis daarentegen was een andere zaak.

Toen hij rond die leeftijd was woonden wij bij mijn schoonouders (wegens verbouwingen hier) en Louis slaapte daar in een reisbedje, zonder muggennet errond.

Hij heeft zichzelf daar toen geleerd om uit zijn bed te kruipen. Eerst is hij zo’n vier keer op zijn hoofd terechtgekomen maar bij de vijfde poging had hij door dat hij eerst zijn beentjes erover moest krijgen en dan pas zijn hoofd.

Eens hij die truc onder de leden had was er geen houden meer aan. Niet zo gemakkelijk om hem dan nog in bed te krijgen. Of beter “te houden”.
Hoe Jan verder zal reageren is dus de vraag. Toen ik hem deze middag zei dat hij moest gaan slapen keek hij heel boos en zei “bedje pijn edaan” en wees naar zijn neusje.

Het was gelukkig geen teken dat hij niet meer naar zijn bedje wou (god begoede dat hij er nu bang van zou zijn geworden) want hij is braaf naar boven gegaan. Maar hopelijk is het een teken voor hem om het niet meer te proberen.

Alhoewel. Eens hij over de eerste schrik is en zijn neusje niet meer pijn doet vermoed ik dat ik nog bonken zal horen … tot hij het onder de knie heeft zeker 🙂

Les twee

De tweede les in de kangoeroeklas viel blijkbaar niet zo goed mee als de eerste.

Zelie heeft haar eerste initiatie in schaken gehad en dat viel tegen “want de meester deed haar altijd verliezen”. Ik heb haar proberen uitleggen dat het waarschijnlijk was dat dit een initiatie was en dus niet echt een wedstrijdje, maar Zelie houdt er niet van iets niet onmiddellijk én goed te kunnen. Enfin, het leven zal het haar wel leren (jammer genoeg).

Dat bleek trouwens ook deze morgen toen Michel haar (reken)huiswerk nakeek en haar erop wees dat ze een fout had gemaakt. Michel had effectief “gewezen” – met de vinger dus – naar de fout, maar niet op de fout zelf. Zelie had dus aangenomen dat een correcte som fout was en had die, zonder nadenken, “verbeterd”. Ik wees er haar op dat ze verkeerd bezig was en toen geraakte ze helemaal in de war: het rekenen lukte al helemaal niet meer en ze begon er op los te gokken.

Enfin, na een paar vijfen en zessen had ze toch door dat ze een correcte som nu fout had en vond ze de fout. Ze heeft ze uiteindelijk dus goed verbeterd. Die haast om iets te veranderen zonder al te veel nadenken zal ze toch een beetje moeten afleren.

Les één

Zelie heeft gisteren haar eerste les in de kangoeroeklas gehad.

Na de middag werden ze met twee uit de klas gehaald voor een uurtje kangoeroe. Er was iets met vragen (??) en ook iets te doen op de computer met blokken. Ze had al 4 blokken en is maar één keer in de knoop geraakt, wat goed is. Vanaf 7 blokken wordt het echt moeilijk.

En wat de andere kindjes van haar klas gedaan hebben terwijl ze weg was? Dictee en “blaadjes” (whatever that may be). Zelie zal nu die taken krijgen tijdens de grote speeltijd om dan op het einde van de dag ook af te hebben. Tenminste, zo heb ik haar uitleg verstaan.

Na een eerste les was ze dus zeer enthousiast. Houden zo, zou ik zeggen.

Geluk

Ik heb zonet ons meisje gelukkig gemaakt. Of eigenlijk moet ik zeggen: ze zal morgen gelukkig zijn als ze wakker wordt want nu slaapt ze.

Het zit namelijk zo:

vorige week heeft Zelie van mamie een bloemetje gekregen in een potje waar ze zelf voor gaat zorgen. Geen probleem daarmee. We hebben het woensdagavond in een potje gestoken dat Zelie vorig jaar zelf beschilderd had (zo heeft het ook weer eens nut) en Zelie heeft het op haar vensterbank gezet. Zaterdag heeft Zelie het naar beneden gebracht om water te geven. So far so good.

Alleen is ze zaterdag vergeten het terug mee te nemen naar boven. En zondag ook. En plots viel gisteren haren frank dat ze haar plantje niet meer op haar vensterbank staan had.

Nu, ’t is niet dat ze het bloemetje niet mag terughebben. Zelie heeft alleen de vervelende gewoonte om dingen te vergeten tot op het moment dat wij zeggen dat ze naar bed moet. En op dat moment moet of wil ze plots nog dit of dat. Deze keer dus haar plantje.

Gisteren zat ze al in bed toen ze tot het besef kwam van haar vergetelheid en was papa van wacht (ik stond op het punt te vertrekken naar een vergadering) toen ik hem plots hoorde roepen dat het genoeg was en dat Zelie onmiddellijk in haar bed moest.

Vanavond bijna hetzelfde, alleen had ze het zich een klein beetje vroeger herinnerd: ze stond halverwege de trap naar haar kamer. Ik herinnerde haar eraan dat ze al een half uur alleen op was en tijd genoeg had gehad om zich zulke dingen te herinneren en uiteraard kwamen er traantjes bij te kijken. Omdat ze technisch gezien nog niet in bed zat heb ik dan maar toegegeven: ze mocht beneden haar plantje halen.

Jammer genoeg herinnerde ik mij verkeerd waar het stond en dus heeft Zelie het niet gevonden. Verdrietig is ze dus naar bed gegaan.

Toen ik toch nog naar beneden moest deze avond (ik probeer de trappen nu zo veel mogelijk te vermijden) heb ik haar plantje gezocht … en gevonden. En nu, bij het gaan toedekken van de kinderen (mijn laatste ritueel voor ikzelf ga slapen) heb ik haar bloemetje op haar vensterbank gezet.

Hopelijk zal ze dus morgen opstaan met een glimlach.

Virus

Gisterenavond was ik om 21u30 volledig klaar om in mijnen nest te kruipen: ik was zeer moe en er was toch niets op TV dus kon ik maar beter van de gelegenheid gebruik maken om van de nodige rust te genieten.

Maar dat was buiten Zelie gerekend.

Ze had voor het slapengaan al geklaagd over buikpijn en dat haar buik “vies” was, dus had ik haar voor de zekerheid op tijd naar bed gestuurd: een goede nachtrust kan veel verhelpen.

Dus net toen ik bedklaar was begon Zelie te wenen: klaarwakker en ze voelde zich niet goed. Ik vroeg haar of ze moest overgeven (nee) of naar het toilet moest (ja) en dus ik met haar naar het toilet voor een “grote boodschap”. Ze zat nog niet goed en wel op het toilet of ik zag haar beginnen kokhalzen.

Zo vlug als tel heb ik haar van het toilet geheft en omgedraaid en ja hoor, alles vanaf haar middagmaal kwam eruit.

We hebben dan nog zo’n goed uur op de gang gezeten om af te wachten of het al dan niet over was, waarbij Zelie zo’n 5-tal keer nog naar het toilet is gelopen, gelukkig was het telkens vals alarm.

Rond 23u heb ik haar uiteindelijk kunnen overtuigen om toch maar opnieuw te gaan slapen: de kamerdeur opengelaten en een nachtlampje op de gang gezet zodat ze zonder problemen naar het toilet kon lopen moest het nodig zijn geweest en haar ervan verzekerd dat ik zo rap als tel bij haar zou zijn als ze mij zou roepen.

Mijn voornemen om vroeg te gaan slapen was dus gesaboteerd. Met dat ik ongerust was heb ik vorige nacht dan ook zeer onrustig geslapen: zeer licht en ik kwam constant van het minste wakker.

Vannavond dus nog maar eens proberen.

Terugblik – nummer 1

Nu het alsmaar dichter komt, de bevalling dus, dacht ik om mijn drie vorige eens in herinnering te brengen.

Als het ooit zo ver komt kunnen de kinderen daar dan ook eens van “genieten” alhoewel ik vermoed dat dat iets is dat je eigenlijk niet vergeet.

Voordat ik verder ga, een advies voor toekomstige moeders (en mannen in het algemeen :)): misschien is het beter om nu niet meer verder te lezen?

***

Ze zeggen van bevallingen dat, eens de bevalling over is, je de pijn vergeet en alleen het resultaat herinnert.

Ik kan mij daar maar gedeeltelijk bij aansluiten.

Je vergeet effectief dé pijn, of beter de soort pijn. De pijn van de weeën en de bevalling is namelijk zo specifiek dat het niet de vergelijken valt met een andere pijn zodat, eens de bevalling voorbij is, je de pijn “vergeet”. De pijn zelf wel maar niet de kennis dat het een vreselijk erge pijn was.

Het zal wel met opzet gedaan zijn door de evolutie en al: moesten we effectief dé pijn herinneren zouden we niet zo dwaas zijn het nog eens te doen (en in mijn geval: en nog eens en nog eens).

***

Toen ik zwanger was van Zelie ben ik nooit bang geweest voor de bevalling. De aard van het beestje zeker: ik heb geen zin om mij zorgen te maken over dingen waar ik toch niets aan kan doen. De bevalling ging er hoe dan ook komen dus zou ik wel zien wat het zou geven.

Ik was uitgerekend voor vrijdag 2 juli 1999 en werkte op dat moment als zelfstandig medewerker in een kantoor. Dus vrijdag 25 juni zei ik tegen mijn baas dat het misschien beter was dat ik de week erop van thuis uit zou werken voor het geval…

Het weekend van 26-27 juni waren we dan in Oudenaarde (mijn thuisstad by the way) voor ons jaarlijkse portie bierfeesten en we zijn zaterdagavond nog eens goed uit de bol gegaan.

Het moet eigenlijk grappig geweest zijn om te zien: we waren met 3 koppels, met mezelf zo goed als 9 maand zwanger en mijn twee vriendinnen beiden 7 maand ver. Waggel waggel.

Enfin, heel leuk weekend gehad, zondagavond terug naar huis en maandagochtend moest ik om 5u plassen. Een paar minuten later kroop ik terug in bed en ik was net in het slaap aan het vallen toen … mijn water brak.

Michel en ik zijn op ons gemak dan maar opgestaan, hebben ons gewassen en ik heb ons dan maar naar het ziekenhuis gereden (Michel heeft geen rijbewijs, weet ge nog).

Rond 6u in het ziekenhuis toegekomen, in een rolstoel beland (hospital policy) en net toen ik zat kreeg ik mijn eerste wee. Pijnlijk. Enorm. Dát herinner ik mij nog heel goed.

Zoals elke onwetende wou ik het op de natuurlijke manier proberen: geen verdoving. Miljoenen vrouwen hadden het gedaan voor mij dus ik kon dat ook.

Eens in de arbeidskamer bleek dat ik al 4 cm ontsluiting had. Dat ging dus vlug en gaf me goed moed.

Ik had bij de kinesiste (mijn zusje) mijn ademhaling geoefend en telkens er een wee was kneep ik Michel zijn hand aan flarden en pastte de oefeningen toe. Dat hielp.

Een uur later had ik al 7 cm ontsluiting dus ging het goed vooruit. Dacht ik.

Wist ik veel dat dit het was voor de komende twee uur. Om 9u had ik nog steeds maar 7 cm ontsluiting maar de weeën kwamen nu wel om de halve minuut. Geen tijd meer om adem te halen, laat staan om tussendoor op adem te komen.

Toen ze mij dus (nog eens) vroegen of ik een epidurale heb ik niet meer geaarzeld: liefst gisteren al.

Gezien de weeën zo vlug opeen kwamen zat er een verpleegster én Michel op mij om mij in bedwang te houden, want voor een epidurale te steken moet je doodstil blijven zitten.

De opluchting en het geluk toen de verdoving begon te werken. Onbeschrijflijk. Kijk maar naar de video van An en dan zie je wat ik bedoel 🙂

Eens de epidurale zat ging het uiteindelijk weer sneller. De uitleg die daarbij gegeven werd was dat, hoe meer ontspannen je bent, hoe rapper je lichaam zich klaarmaakt en als de weeën om de halve minuut komen kan je je niet echt ontspannen.

Tegen 10 u was ik klaar om naar de bevallingskamer te gaan: volledige ontsluiting, zachte baarmoederhals dus de bevallingstafel op. Nog een drukje op de knop voor een beetje meer verdoving en de show kon beginnen.

Door die tweede druk op de knop was er maar één probleem: een beetje té veel verdoving. Ik voelde niets, maar dan ook niets meer en om te bevallen moet je meeduwen met de weeën. Dus was ik afhankelijk van de vroedvrouw om mij te vertellen wanneer ik moest duwen.

Om 10u15 ben ik eraan begonnen. Zelie kwam vlot naar beneden. In twee keer duwen zat ze aan de ingang … en toen was het gedaan. Zelie knikte haar hoofdje niet naar beneden waardoor ze niet naar buiten kon.

Een half uurtje gewacht opdat ze zich goed zou leggen, maar er gebeurde niet echt iets. Dus werd de zuignap gehaald om haar eruit te trekken.

Zelie moet het gehoord hebben want toen ze binnenkwamen met dat ding knikte ze haar hoofd en konden we, zonder technische hulp, voort doen. Nog twee keer geduwd, de vroedvrouw die meeduwde zittend bovenop mijn buik en daar was ons meisje: 10u56.

***

Zelie haar geboorte heeft nog een staartje gekregen. Door een onvoorzienigheid bleef ik bloeden. Persoonlijk heb ik er niets van gemerkt, maar dat kon niet gezegd worden van de omgeving.

Waarom ik niets doorhad? Ik was wakker sinds 5u, was net bevallen, had na de bevalling bijna 2 uur mogen wachten voor we naar de kamer konden. Ik was dus doodmoe. En leegbloeden maakt je nu ook niet echt actief.

Op de kamer gekomen was de vroedvrouw de eerste die iets merkte: na een bevalling verlies je wel veel bloed (heel normaal) maar niet in de mate dat, als ze op je buik duwen, het bloed in klonters naar buiten spuit.

De vroedvrouw waarschuwde dus de verpleegster om een oogje op mij te houden.

Toen de verpleegster kwam kijken en ook op mijn buik duwde spoot er nog meer bloed uit. Zij haalde er dus haar collega bij, die de handeling herhaalde en toen haalden ze er samen de hoofdverpleegster bij die nogmaals hetzelfde deed.

Daarna gingen ze met zijn drieën pow-wowen over de volgende stap: de dokter erbij halen of niet? Ja dus.

Beeld u ondertussen de situatie in: ik lig in een ziekenhuisbed waar het bloed letterlijk van afdruipt. Ik besef niets want het enige dat ik wil is slapen. Ik zie ook niet wat er aan de hand is want ik heb mijn bril niet op.

Michel daarentegen zit in een zetel naast het bed met Zelie in zijn armen te kijken naar al het personeel dat binnenkomt en met de minuut ongeruster en ongeruster wordt en naar het bloed dat van het bed loopt.

De dokter kwam toe, duwde zelf ook nog eens op mijn buik om dan met geruststellende stem te zeggen dat ik eventjes ging geopereerd worden.

De stem was geruststellend, ik maakte mij nog steeds geen zorgen (misschien was ik gewoon te moe ook) maar blijkbaar sprak zijn gezicht boekdelen.

Voor ze mij wegreden zei ik nog tegen Michel “draag goed zorg voor de kleine”. Door hem werd dat zo een beetje opgevat als een soort afscheid: hij zag al het bloed en ik zag lijkbleek tegen dan. Voor mij was het gewoon iets praktisch: het kind was ocharme 2,5 uur oud, dus moest hij er goed zorg voor dragen.

Twee verpleegsters liepen in zeven haasten met mijn bed naar de operatiezaal. En gezien ik nog steeds van toeten noch blazen wist maakte ik maar flauwe grapjes.

Toen we aan de lifdeur stonden te wachten deed ik bv. mij ogen open (ik had ze dichtgedaan met al dat fluorescerend licht van de gangen) en toen zeiden de verpleegsters: “ja madam, blijf maar wakker”. Ik antwoorde lakoniek “ik ben nog niet van plan dood te gaan hoor: ik heb net een prachtige dochter gekregen”.

Boven in de operatiezaal zei de anesthesist tegen mij: “Tot straks madam” en ik zei doodleuk “hopelijk hé” met een grote glimlach. Dienen dokter in halve paniek “maar natuurlijk, zo moogt ge niet denken hoor”.

Enfin, al’s well that ends well: een uur en een paar liter bloed later (rond 15u) was ik uit narcose op recovery en om 16u lag ik terug op mijn kamer.

De plek waar de dokter gesneden heeft (down there) heeft nog heel lang (veel) pijn gedaan (toch zo’n drietal weken) maar verder heb ik er niets aan overgehouden.

Ergens wel jammer dat ik nooit heb beseft in welke “gevarenzone” ik mij heb bevonden.

Niet plooien

We hebben allemaal een “innerlijke” klok. Bij de één werkt die al wat beter dan bij de ander, maar we hebben ze toch.

Wat ik hiermee bedoel is dat, als we dagelijks op hetzelfde uur iets doen, ik ga hier het voorbeeld geven van ‘s ochtends opstaan, we op de dagen dat we dan niet moeten opstaan, we op datzelfde uur toch zullen wakker worden.

Als volwassene ga je daar goed mee om: je negeert het, draait je om en slaapt verder.

Kinderen daarentegen zijn zo “slim” nog niet (jammer genoeg): als zij op hun gewone uur wakker worden zullen ze ook effectief opstaan. Vandaar dat uitslapen, als je kinderen hebt, er over het algemeen niet meer inzit.

Ons kinderen hebben dat dus ook. Wij staan rond 6u30 op en dus ook in de vakanties zijn Zelie en Louis er meestal vroeg bij. Gelukkig niet om 6u30, eerder tegen 7u: we merken nl. dat ze meestal op schooldagen grote moeite hebben om om 6u30 op te staan, dus een half uur meer kunnen ze goed gebruiken.

Als de vakantie een tijdje duurt slapen ze zelfs meestal tot na 7u30. Grote luxe dus voor mama en papa.

Hoe groter ze worden, hoe makkelijker het blijkbaar is om nog een beetje langer te slapen en die interne klok te negeren. Die indruk heb ik tenminste.

Vandaar dat ik nogal strikt ben met Jan.

Net zoals hij terugkerende periodes heeft van “verlatingsangst”, zo heeft hij periodes dat hij plots vroeger begint wakker te worden.

Gemiddeld slaapt hij tot minimum 7u15. Tegen die tijd hebben Zelie en Louis gegeten en kan ik hem op mijn gemak klaarmaken voor de dag. Jan eet dan zijn ontbijt in de peutertuin.

Deze week begon hij weer vroeger wakker te worden. Eerst maandag om 6u45. Zelie en Louis waren nog in de badkamer, dus heb ik Jan er maar bij gehaald. Dinsdag was het dan 6u20. Ik vond het dicht genoeg bij het “opstaan” uur, dus mocht hij uit bed en heb ik dan ook maar broer en zus al wakker gemaakt.

Maar deze morgen was hij er al om 6u. En sorry, maar daar doe ik niet aan mee. Ik weiger pertinent hem op te laten staan als hij zo vroeg wakker wordt. Ik ga er van uit dat dat “slechte gewoontes” kweken is (vooral nadelig dus voor ondergetekende :)) en als hij zo vroeg wakker wordt moet hij maar nog een beetje slapen.

Deze morgen heb ik hem dan ook resoluut terug in zijn bedje gelegd en gezegd dat hij nog moest slapen. Zeer boze reactie dus (wat dacht ge): roepen, met beer en tuut smijten, krijsen… wat ge maar wilt. Maar de aanhouder wint (ikke dus) en uiteindelijk na 15 minuten is hij stil gevallen … tot 7u15!

Voor mij, op korte termijn, maakt dat dus weinig uit: 15 minuten later moest ik toch opstaan. Maar op lange termijn maakt het véél uit want dan leert zijn innerlijke klok hem 6u niet het moment is om wakker te worden … en kan ik lekker toch een beetje langer slapen.