Treinstress

Vanavond volledig gestresseerd thuisgekomen van mijn treinrit naar huis.

Normaal gezien zijn mijn treinritten totaal zen. Het tegendeel van stress dus: een ideale tijd om te ontspannen. De trein Gent-Brugge-Gent is er namelijk één van niet overdreven veel volk waar ik op mijn gemak kan lezen of naar mijn i-pod kijken of dutten of gewoon ontspannen. Vandaag dus niet.

Vanmiddag moest ik in Brussel zijn. Dus moest ik de trein van Brussel naar Gent nemen … tijdens spitsuur. ‘Gelukkig’ mocht ik er al in Noord op, zodat ik mijn eigen plaatsje kon kiezen: ik zat op een dubbeldekkertrein aan het raampje mee met de richting; maar daar stopte mijn keuze.

In Centraal stapte een hele reeks mensen extra op en nog een hoop in Zuid. Tegen dan zat de trein bomvol en zat er naast mij een man van meer dan gemiddelde breedte die ongeveer één derde van mijn zitje erbij nam en het nodig vond om een open blikje bier onder mijn neus te duwen. De hele rit lag zijn arm half op mij zodat hij zijn blikje bier (voor mijn neus) op de tafel kon zetten én uiteraard vasthouden. Ge weet maar nooit dat één van zijn medepassagiers het blikje zou willen pakken.

Tegen dat ik in Gent toekwam beefde ik van de stress, vies. Hoe doen jullie dat zo heelder dagen?

Volg de Meester

Als ik zeg dat ik moe loop de laatste weken, is dat wel een understatement van jewelste. Doodmoe komt nog niet aan het niveau van mijn vermoeidheid.

Deze voormiddag had ik een vergadering in Brussel. ‘Blèh’ was mijn eerste gedachte en ik sleepte mij met tegenzin naar het station. Tot ik op de trein zat en het mij daagde: een rit van 35 minuten. 35 lange minuten. 15minuten langer dan naar Brugge. Joepie! Ik mocht naar Brussel.

En dus heb ik maar het voorbeeld gevolgd van den anderen en mijn treinrit gebruikt om een beetje slaap in te halen. Wat nóg beter was, was uiteraard de terugrit. Want die ging niet naar Gent, maar naar Brugge. Bijna een volledig uur!

Die dutjes hebben mij zo ongelooflijk veel deugd gedaan dat ik mij de rest van de dag, en nu nog trouwens, zo goed als volledig uitgerust voelde. Hmm. Ik zou binnenkort nog eens een vergadering in Brussel moeten plannen.

Les Nederlands

Zo’n overvolle trein kan, heel uitzonderlijk, toch wel leuk zijn. Zoals vanavond.

De ene kant van de wagon was gereserveerd voor een klas basisschool kinderen. In de andere helft zat een hele hoop tieners, allemaal van allochtone afkomst. Gezien de tweede groep blijkbaar geen reservatie had én er nog hier en daar een plaats vrij was, wrong ik mij op een stoel bij drie meisjes die zich duidelijk amuseerden.

Met sociale vaardigheden die onder nul liggen, nam ik mijn kruiswoordraadsel uit en begon erin te prutsen terwijl de meisjes erop los tetterden. Wat mij opviel was dat ze alle drie Nederlands praatten, zij het met een zwaar accent, en ik begreep niet goed waarom ze niet onderling hun taal praatten. Toen ze de andere kinderen in hun groep aanspraken gebeurde dit ook in het Nederlands.

De meisjes hun sociale vaardigheden lagen duidelijk hoger dan de mijne want, zelfs in gebroken Nederlands hadden ze er geen problemen mee om mij aan te spreken en mij dus te doen opkijken van mijn puzzel.

En zo begon een gesprek en kwam het dat ik te weten kwam dat het een groep jongeren was die op een soort taalkamp/-school/-whatever zaten om Nederlands te leren, dat zij dus verplicht waren om Nederlands te spreken. Ze lazen over mijn schouder mee in het kruiswoordraadsel en vroegen mij uitleg over de woorden. We spraken over relaties en kinderen en familie. Het ene meisje kon blijkbaar zeer goed (en lekkere) taarten bakken. Ze hielpen mij het kruiswoordraadsel (een Zweedse puzzel) op te lossen.

Het was een heel leuke treinrit. Misschien kom ik hen ooit nog eens tegen want dat zou wijs zijn.

Waarom ik aftel

Nog twee dagen werken en dan ben ik twee maanden thuis. Om dat te kunnen doen maak ik gebruik van een paar overheidstoekenningen zoals daar zijn ouderschapsverlof en verlof.

Zo ben ik al een tijdje aan het aftellen en eigenlijk heeft dat niets te maken met het werk zelf. Momenteel is het druk en leuk, dus daarvoor wil ik wel nog een beetje langer werken. De reden waarom ik blij ga zijn dat ik niet meer moet gaan werken, is de treinreis.

Normaal gezien ga ik doodgraag werken met de trein. Mij hoor je niet klagen. Echt niet. Zelfs de occasionele vertragingen neem ik er met plezier bij. Zo’n paar minuten vertraging gaan mijn humeur echt niet om zeep helpen. Ik heb dan eigenlijk ook wel de trein in de goede richting: in plaats van naar Brussel reis ik in de tegenovergestelde richting, richting kust dus, en daar heb je altijd ruim plaats om te zitten. Het is een zeer aangename rit van amper 20 minuten en ik kom volledig ontspannen op het werk toe. Een zeer goed begin van de dag dus.

Maar die zeer aangename treinrit verandert in een veel minder aangename rit eens het warmer weer wordt. Want dan gaat de oudere medemens ‘en masse’ naar zee. ’s Ochtends gaat het nog want normaal gezien neem ik de trein voor 9u (en de gratis treinkaartjes werken maar vanaf 9u), maar ’s avonds moeten die mensen a-b-s-o-l-u-u-t met de trein naar huis als het spitsuur is en de werkende mens zijn dag kan afsluiten. You get the picture.

Het wordt nog erger als het schooljaar op zijn einde loopt, want dan beginnen de schoolreizen. Neem nu deze ochtend: minimum vier wagons waren gereserveerd voor schoolgroepen en ik denk dat het er meer waren. Vorig jaar nam ik eens een trein waarvan 8 wagons gereserveerd waren en er 3 (I kid you not) overschoten voor het pendelende werkvolk en de dagjestoeristen. Aangenaam is anders. En ja, uiteraard mag iedereen naar zee, maar moest de NMBS daar nu eens rekening mee houden, met het feit dat er plots een paar honderd(en) passagiers meer meereizen op een sowieso al overvolle trein (wegens goed weer voorspeld), dan zouden we niet in de toestanden komen zoals op de treinen naar Brussel (wat direct de redenering doortrekt van ‘wanneer gaan die mensen daar nu eindelijk eens beseffen dat ze grotere treinen moeten in leggen tijdens spitsuur’).

Het wordt mij dus veel te druk op de trein en dus ben ik aan het aftellen: nog twee dagen op en af en daarna kan ik de treinen uitkiezen die niet overvol zitten àls ik nog eens richting kust wil.

Zeg het met bloemen

Toen ik vannamiddag in Brugge de gang onder het station doorliep om naar de trein te gaan, zag ik allemaal mensen met een meiklokje in hun handen. Naar wat ik kon afleiden stonden er dus aan de ingangen mensen bloemetjes uit te delen, maar niet aan de ingang waar ik binnen was gegaan. Typisch.

Ook op de trein zat het vol met mensen met een bloemetje en ik was toch wel een beetje jaloers. Ik was ook maar net op tijd aan het station aangekomen en had geen tijd gehad om nog eens terug (of door) te lopen naar een andere ingang. Snif dus. Maar mijn oren stonden open en ik hoorde de mensen het kaartje lezen dat bij de bloemetjes zat. Bleek dat het bloemetje werd uitgedeeld door de NMBS zelf en het had iets te maken met het net houden van het station.

De vraag die de medereizigers zich stelden, en ik dus met hen, was of het te maken had met Brugge specifiek (de verbouwingen zijn daar goed bezig), of of het iets nationaals was.

In Gent aangekomen zag ik weer kweetniehoeveel mensen met zo’n bloemetje rondlopen en dus ben ik eerst en vooral naar de ingang gegaan om te kijken waar de bloemetjes werden uitgedeeld. En ik had geluk: ook in Gent stonden ze meiklokjes uit te delen aan iedereen die eventjes wou blijven staan.

Ik ben dus eventjes blijven staan en ben nu ook de trotse bezitter van een meiklokje: een zalig mooi bloemetje, in mijn ogen toch.

Groen

Op mijn werk zijn ze (eindelijk) ook op de groene trein gesprongen. Vorige maand kregen we een mail waarin stond dat we een attest konden halen om vanaf dan met de trein naar het werk te kunnen komen op kosten van het werk.

Gisteren heb ik mijn nieuw abonnement dan afgehaald: één jaar geldig, volledig op kosten van het werk. Voor de helft van de prijs van mijn maandelijks abonnement heb ik er een abonnement voor De Lijn bijgenomen.

Gesettled voor een jaar dus. Een jaar lang mij geen zorgen moeten maken op het einde van de maand zodat ik mijn abonnement niet zou vergeten vernieuwen (met mijn warhoofd is dat niet uitzonderlijk) én een jaar lang zomaar op alle trams en bussen kunnen stappen zonder te moeten controleren of ik wel een kaartje bijheb.

Mijn fiets staat absoluut niet aan de kant, maar het is wel handig als het zo’n rotweer is als het de laatste week al een paar keer is geweest.

Respect

Toen ik deze avond terugkwam van mijn werk zat de trein naar Gent (Brussel dus), zoals gewoonlijk in de zomer, bomvol.

Ja, want in de zomer gaan alle gepensioneerden naar zee voor een dag (het is toch gratis) en uiteraard kunnen zij alleen naar huis komen als de mensen gedaan hebben met werken. Het resultaat is dus propvolle treinen.

Als de conducteur wat meezit mag je dan wel in eerste klas, maar vandaag was dat niet zo: er was nog plaats mevrouw. Zeker weten.

Nu, als je alle wagons afgaat zal er uiteraard wel een plaatsje beschikbaar zijn hier en daar, maar hij had ook gelijk: de laatste wagon, net degene waar hij voor stond toen ik het vroeg, had nog meer dan een uitzonderlijk plaatsje vrij.

Ik stap op en installeer mij en vlak na mij stapt een juffrouw op die blijkbaar nog even op het perron afscheid genomen had van haar vriend nadat zij haar bagage al binnengezet had.

Verbouwereerd kijkt ze naar de zetels naast mijn zitplaats en zegt: ik dacht nu echt dat ik hier zat? Want alle vier de zetels waren bezet. Door een ouder koppel en hun kleinkinderen. Waarop de (oudere) vrouw nogal hooghartig antwoord: uw tas staat daar mevrouw’ en wijst naar de ruimte op de grond tussen twee zetels. Geen uitleg, geen excuses, niets. De juffrouw kijkt daarop doodverbaasd en zegt dan maar ‘nog een geluk dat u mijn tas niet meegenomen heeft’ waarop ze dan maar een ander zitje gaat zoeken.

Ik moet zeggen dat ik ook volledig verbouwereerd was door zoveel lef. OK dat je liefst met je groepje samenzit, maar als er geen vier plaatsen meer samen zijn dan ga je toch niet zomaar iemands gerief op de grond zetten zonder boe of ba. Dat doe je toch niet? Of ben ik nu zo verkeerd opgevoed?

Daarna heeft die madam nog commentaar zitten geven en aan haar kleinkinderen verklaarde ze op een bepaalde moment ‘Ge kunt toch niet verwachten dat wij op onze leeftijd gaan rechtstaan gedurende de rit?’

Neen, dat kunt ge niet verwachten. Maar een vriendelijke vraag aan de juffrouw had haar hetzelfde resultaat gegeven in plaats van zomaar de boel te bedisselen zonder inspraak van die juffrouw.

De jeugd van tegenwoordig heeft geen respect meer voor de ouderen, wordt wel gezegd. Maar is respect dan niet wederzijds? En betaamt het niet aan de ouderen van tegenwoordig om het goede voorbeeld te geven?

Spannend

Deze avond ben ik vijf minuten later uit het station gekomen dan normaal.

Niet dat de trein vertraging had. Helemaal niet. Maar we konden er niet uit toen hij op het perron was toegekomen. De deuren bleven potdicht. Waarom? Daar hadden we het de eerste seconden het raden naar.

Na ongeveer een halve minuut zag één van mijn medepassagiers een aantal politiemensen op het perron lopen en wij dus allemaal kijken: ze hadden kogelvrije vesten aan, hun wapens waren getrokken en ze liepen voorzichtig turend en rond op het perron. Even later kwamen er een viertal op onze wagon en begonnen een aantal mannen te ondervragen. Uiteindelijk werden er twee gehandboeid en meegenomen.

We zijn nog een aantal minuten op de trein moeten blijven terwijl de agenten op het perron bleven rondlopen en zoeken en plots begonnen te lopen, deze keer zagen we zelfs honden in het getouw (of beter: op het voortouw).

In totaal zijn we zo’n zes minuten op de trein moeten blijven. Na ongeveer een minuut kwam er trouwens een mededeling over de luidsprekers dat de deuren nog even zouden gesloten blijven ‘voor onze veiligheid’. Toen we er eindelijk uit mochten, mochten we blijkbaar alleen naar beneden. Beneden aan de trap stonden nog mensen om de passagiers, die naar boven wouden, tegen te houden.

Achteraan het station heb ik dan zes combi’s geteld en twee politiewagens. Vooraan het station stonden er nog (minimum?) vier combi’s en een politiewagen. Ze waren er duidelijk in grote getale.

Nu nog ontdekken wat er eigenlijk aan de hand was.

Week 37

Nog drie weken te gaan.

Alleszins geen goed begin van deze week. Rotochtend gehad.

Hoe vlot alles gisteren verliep, zo chaotisch en uit de hand gelopen was het deze morgen. De wet van Murphy zeker: alles wat mis kon gaan ging ook mis.

De kinderen waren traag, zowel Zelie als Jan hebben hun melk op de grond gegoten (eigenlijk “gemorst”, maar het was er zo veel …), Jan nog mogen een ander broek aan doen, Zelie die haar leesboek niet vond en die absoluut deze ochtend nog wou vinden, te laat thuis vertrokken, Jan die een paar kuren kreeg in de auto met een half uur gekrijs als gevolg, abonnement “vergeten” verlengen en betrapt geweest, boete gekregen die NIET moest betaald worden verzekerde de conducteur mij maar die hij gaf “voor de verzekering” en die aan het loket toch betaald moest worden “omdat ge uw abonnement niet verlengt madam”. Ben in bleiten uitgebroken voor gans Brugge en voelde mij absoluut 500% belachelijk want zo’n drama was dat nu ook weer niet.

Er zijn van die dagen …

Enfin, nog twee dagen werken en dan: rusten. Het stressgehalte zal stevig naar beneden gaan en de kinderen zullen hopelijk een leukere mama krijgen de komende weken. Ik ben, ik weet het, niet echt meer te genieten en dan vooral ’s avonds niet.

Blijven aftellen dus.

Rare mensen

Als ge op regelmatige tijdstippen de trein neemt leert ge op den duur wel een aantal medepassagiers kennen.

Op de rit naar huis bijvoorbeeld zitten vooraan in de trein bijna altijd dezelfde ploeg franstaligen. Ze zijn altijd zeer uitgelaten en hebben veel te vertellen. Ze komen, meen ik, uit Brussel (aan het Frans accent te horen toch, niet dat ik er veel van af weet) en stappen dus op in Brugge.

Sinds vorige Sinterklaas mag ik nu eerste klas reizen en daar maak ik gretig gebruik van: een beetje ruimer zitten maar vooral: veel rustiger en dus aangenamer. Niet dat de treinrit Brugge-Gent sowieso druk is, er is altijd wel meer dan voldoende plaats en zo, maar toch. De kleine luxes in het leven …

In eerste klas zie ik zo niet een vast publiek, behalve één dame. Een raar geval. Want eigenlijk is zij geen passagier eerste klas. Blijkbaar heeft zij geen ticket eerste klas en zij zit ook niet in eerste klas, neen: zij staat altijd in het inkomhalletje van de eersteklaswagon. Zij stapt meestal op langs tweede klas, als laatste, sluit dan de deur achter zich en loopt door naar de eersteklaswagon waar zij blijft staan in het halletje. Telkens er iemand bijkomend opstapt (in eerste of tweede klas) loopt zij dan naar de deur die geöpend werd om die opnieuw te sluiten. En zo blijft zij daar staan tot in Gent. Heel soms loopt zij zelfs midden in het traject de eerste klaswagon door om in het halletje aan de andere kant te gaan staan.

Een mens vraagt zich af: zij heeft een ticket, er is meer dan plaats genoeg om te zitten. Waarom geeft zij er dan de voorkeur aan om 20 minuten rechtop te blijven staan en over en weer geslingerd te worden?

Mysteries van het leven.